mavo4 th. 6 transport H1 Bloed

Thema 6 Transport

1 Bloed
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Transport

1 Bloed

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel 1
  • Je kunt de samenstelling van bloed noemen
  • je kent de functie van rode bloedcellen

Slide 2 - Tekstslide

rode, witte bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Rode bloedcellen

Slide 6 - Tekstslide

We hebben 5-6 liter bloed in ons lichaam
donatie: 0,5 liter

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

  

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

We hebben 5-6 liter bloed in ons lichaam
donatie: 0,5 liter

Slide 11 - Tekstslide

bloedarmoede
  1. bloed: vervoer zuurstof en voedingsstoffen/afvoer koolstofdioxide en afvalstoffen
  2. te weinig -> hoofdpijn, duizelig, moe,
    bleek, droog haar en huid
    want: te weinig ijzer
                -> te weinig zuurstof
                -> slechte werking organen

Slide 12 - Tekstslide

bloedarmoede

Slide 13 - Tekstslide

uit welke 4 onderdelen bestaat bloed?
A
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en zuurstof
B
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en koolstofdioxide
C
bloedplasma, rode-, witte bloedcellen en bloedplaatjes
D
bloedplasma, rode-, blauwe bloedcellen en bloedplaatjes

Slide 14 - Quizvraag

Waar bestaat bloedplasma uit?
A
water en zout
B
water en opgeloste stoffen
C
water en eiwitten en opgeloste stoffen
D
water en zout en eiwitten

Slide 15 - Quizvraag

nr 4
nr 8
rode bloedcellen
bloedplasma
vaste bestanddelen
water

Slide 16 - Sleepvraag

Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 17 - Quizvraag

Iemand met bloedarmoede heeft te weinig...
A
Zuurstof
B
Voedingsstof
C
Hemoglobine
D
Bloed

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de rode bloedcellen?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 19 - Quizvraag

opdrachten
  • Maak opdracht 1 tm 5

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoel 2
  • je kent de functie van witte bloedcellen en bloedplaatjes
  • je weet hoe een korstje ontstaat

Slide 21 - Tekstslide

witte bloedcellen

Slide 22 - Tekstslide

grootte en aantal

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

  • Zijn stukjes van rode bloedcellen. 
  •  bloedstolling
  • Bevatten kleverig stofje dat vrij komt als er een wondje is. 
  • maakt fibrine -> fibrinedraden: vangnet 
  • Bloederziekte = hemofilie: het bloed stolt niet goed.  
  • Trombose = als een bloedprop zich hecht aan de wand van een bloedvat waardoor het bloedvat afgesloten wordt. 

DUS:      Bloedplaatjes

Slide 28 - Tekstslide

Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel

Slide 29 - Sleepvraag

Bloedcellen zijn rode bloedcellen en witte bloedcellen. Waarom horen bloedplaatjes hier niet bij?
A
Omdat ze geen functie hebben
B
Omdat het geen cellen zijn
C
Omdat ze niet in het beenmerg gemaakt worden
D
omdat ze geen celkern hebben

Slide 30 - Quizvraag

vervoert zuurstof
verwijderd ziekteverwekkers
zorgt ervoor dat het bloed kan stromen/ vloeibaar blijft
maakt wondjes dicht

Slide 31 - Sleepvraag

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 32 - Sleepvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 33 - Quizvraag

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft geen vaste vorm?
A
bloedplaatjes
B
rode bloedcellen
C
witte bloedcellen
D
bloedplasma

Slide 34 - Quizvraag


Wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 35 - Quizvraag

Etter of pus bestaat uit..
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode bloedcellen
D
rode bloedcellen en etter

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de Bloedplaatjes?
A
Vervoeren van zuurstof
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen

Slide 37 - Quizvraag

Hebben bloedplaatjes een celkern?
A
ja
B
nee

Slide 38 - Quizvraag

Welk van de volgende onderdelen van het bloed heeft een celkern?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplasma
D
bloedplaatjes

Slide 39 - Quizvraag

Maak opdracht 6+7

Slide 40 - Tekstslide