Veranderende ecosystemen

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat verstaan we onder de term symbiose?

De anemoonvis leeft veilig in een
giftige anemoon, terwijl de anemoon
voedingsstoffen onttrekt aan de
uitwerpselen van de vis.

1. Commensalisme
2. Parasitisme
3. Predatie
4. Mutualisme

Zeepokken hechten zich als larve vast
aan walvissen, en groeien daar verder.
De walvis heeft hier geen last van.

1. Commensalisme
2. Parasitisme
3. Predatie
4. Mutualisme

De teek boort een klein gaatje in de
huid van de gastheer en zuigt hier
bloed uit.

1. Commensalisme
2. Parasitisme
3. Predatie
4. Mutualisme

Veranderende ecosystemen

Leerdoelen:

- Je kunt beschrijven hoe landschappen veranderen in de tijd

- Je kunt de juiste begrippen gebruiken die horen bij deze veranderingen

Veranderende ecosystemen

Een nieuw ecosysteem

kan vanuit een kaal gebied

beginnen.

- bv mossen, biestarwegras

- Pioniersoorten

- Pionierecosysteem

Veranderende ecosystemen

- Humus ontstaat in de bodem

- Abiotische factoren worden gematigder

- Andere soorten kunnen zich vestigen

- Biomassa neemt toe

Successie: verandering van de soortensamenstelling van een levensgemeenschap, waardoor deze geleidelijk overgaat in een andere.

Veranderende ecosystemen

Laatste stadium van successie: het climaxstadium

- weinig schommeling abiotische factoren

- grote biodiversiteit

- kleine aantallen per soort.

- biomassa is min of meer constant

Veranderende ecosystemen

Verlanding

Veranderende ecosystemen

Gradiëntecosysteem: Een ecosysteem met geleidelijke overgang.

Indicatorsoorten: soorten die een aanwijzing geven over een bepaald kenmerk van het milieu.

Aan de slag

maak opdracht....

Wat doen de mensen?

• Vervuiling: toevoegen van stoffen aan het milieu
• Uitputting: te veel stoffen worden onttrokken aan het milieu
• Aantasting: Natuurlijke ecosystemen verdwijnen om plaats te maken voor o.a. steden en landbouwgrond

Vervuiling

Mensen voegen ook weer stoffen toe die niet goed zijn voor het milieu. 

Uitputting

• Mensen onttrekken stoffen uit het milieu (goud, ijzer, zouten, olie, enz.).
• Er ontstaat uitputting als er teveel wordt weggehaald. 

Oorzaken milieuproblemen

• Bevolkingstoename