K1: 4,1 - Monniken verspreiden het geloof

Welkom in de geschiedenisles!
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de geschiedenisles!

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Lesdoelen
  • Monniken verspreiden het geloof
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag? (2)
  • Lesdoelen
  • Herhaling
  • Monniken verspreiden het geloof
  • Opdrachten
  • Afsluiting  

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Kun je vertellen hoe de monniken zorgden voor de verspreiding van het christendom.

  • Kun je vertellen hoe monniken leefden.


Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Kun je vertellen hoe de monniken zorgden voor de verspreiding van het christendom.

  • Kun je vertellen hoe monniken leefden.

  • Kun je op afbeeldingen kenmerken van het kloosterleven benoemen en uitleggen.

  • Kun je verklaren waarom bewoners van kloosters zo machtig waren in de middeleeuwen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 8 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 9 - Quizvraag

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 10 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de kerk?

Slide 11 - Woordweb

In het noorden van wat nu Nederland is woonden de Friezen, een volk dat net als de Grieken en Romeinen in veel goden geloofden.
In Europa woonde een groot en sterk volk, de Franken, zij waren christelijk en wilden ook dat andere volken christelijk zouden worden.
In Engeland was bijna iedereen christelijk. Er waren twee monniken die vanuit Engeland naar niet-christelijke volken (zoals de Friezen) gingen om hun te bekeren tot het christendom. De bekendste zijn Willibrord en zijn opvolger Bonifatius.

Slide 12 - Tekstslide

De Friezen en Franken





  • De Friezen geloofden in meerdere goden
  • De Franken geloofden in maar één god (de christelijke god)
  • Willibrord en Bonifatius willen hen bekeren.

Slide 13 - Tekstslide

Willibrord was een Engelse monnik die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse monnik die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Video
Canonclips: Willibrord

Slide 16 - Tekstslide

0

Slide 17 - Video

De hulp van God
  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar. Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.

  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp. De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.

Slide 18 - Tekstslide

Kloosters
  • Geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak in een klooster

  • Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters soms wél: zij hadden veel grond en kregen belastinggeld (als gift aan de kerk).

Slide 19 - Tekstslide

Leven in een klooster
Monniken en nonnen woonden in het klooster, ze hadden best veel te doen:

  • Bidden
  • Zieken verzorgen
  • Boeken schrijven
  • Werken op het land
  • Onderzoek doen en lesgeven
  • Mensen helpen bij hun geloof in God
Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen

Slide 20 - Tekstslide

In de kloosters zag je veel kunst, monikken maakten dat zelf. Deze kunst moest ervoor zorgen dat iedereen zag hoe groot en goed God was. Hier zie je een gouden kruis en links staat een prachtig beeld.
Naast kunt deden de monikken en nonnen ook aan wetenschap. Zij onderzochten de wereld en het klooster was voor kinderen de enige plek waar zij les konden krijgen, een soort school dus.
In de middeleeuwen konden maar weinig mensen lezen en schrijven. Gelukkig konden de monikken en nonnen dat wel! In de kantlijn maakten zij vaak mooi en grappige tekeningen over het dagelijksleven. 

Slide 21 - Tekstslide



  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven
  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 22 - Tekstslide

Video
Echt monnikenwerk!

Slide 23 - Tekstslide

0

Slide 24 - Video

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 25 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 29 - Quizvraag

Welk kenmerk van het kloosterleven herken je op de afbeelding?

Slide 30 - Open vraag

Willibrord en Bonifatius waren...
A
Monniken die in Engeland het christendom verspreidden.
B
Monniken die de Franken bekeerden tot het christendom.
C
De belangrijkste goden van de Friezen.
D
mannen die het volk van de Friezen wilden bekeren tot het christendom.

Slide 31 - Quizvraag

Hoe probeerde Willibrord en Bonifatius de ongelovigen te bekeren?

Slide 32 - Open vraag

Controle
Paragraaf  –
Opdrachten:
HB blz.
WB blz.



Slide 33 - Tekstslide

Opdrachten (1)
Paragraaf 4,1 - Monniken verspreiden het geloof
Opdrachten: 3 en 4
LB blz. 54 en 55
WB blz. 68 t/m 70



timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Opdrachten
Paragraaf 4,1 - Monniken verspreiden het geloof
Opdrachten: 2, 3, 4, 6, 7, 8
LB blz. 54 en 55
WB blz. 68 t/m 70



timer
10:00

Slide 35 - Tekstslide

Nabespreken
Aan het eind van deze les:

  • Kun je vertellen hoe de monniken zorgden voor de verspreiding van het christendom.

  • Kun je vertellen hoe monniken leefden.

  • Kun je op afbeeldingen kenmerken van het kloosterleven benoemen en uitleggen.  

  • Kun je verklaren waarom bewoners van kloosters zo machtig waren in de middeleeuwen.

Slide 36 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 37 - Tekstslide