Chariton r.17 t/m 21

Chariton
Chaireas en Kallirhoë
r.17 t/m 21
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Chariton
Chaireas en Kallirhoë
r.17 t/m 21

Slide 1 - Tekstslide

Heb je het vertaald?
ja
nee
een poging gedaan maar niet af

Slide 2 - Poll

r.17 t/m 21

Slide 3 - Woordweb

᾿Αφροδίτης ἑορτὴ δημοτελὴς ἦν,
ἑορτὴ δημοτελὴς - een door het volk betaald feest

Slide 4 - Tekstslide

Welke naamval is ᾿Αφροδίτης?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 5 - Quizvraag

᾿Αφροδίτης ἑορτὴ δημοτελὴς ἦν,
A
Hij was op het door het volk betaalde feest van Aphrodite
B
Er was iets op het door het volk betaalde feest van Aphrodite
C
Er was een door het volk betaald feest voor Aphrodite
D
Van Aphrodite was het door het volk betaalde feest

Slide 6 - Quizvraag

καὶ πᾶσαι σχεδὸν αἱ γυναῖκες ἀπῆλθον εἰς τὸν νεών.

αἱ γυναῖκες = nom mv V
ἀπῆλθον = aor 3e mv
τὸν νεών = acc ev

Slide 7 - Tekstslide

καὶ πᾶσαι σχεδὸν αἱ γυναῖκες ἀπῆλθον εἰς τὸν νεών.
A
en bijna alle vrouwen gingen op pad naar haar tempel
B
en alle vrouwen gingen bijna op pad naar de tempel
C
en iedere vrouw ging bijna weg naar de tempels
D
ook bijna elke vrouw ging weg naar de tempel

Slide 8 - Quizvraag

τέως δὲ μὴ προϊοῦσαν τὴν Καλλιρόην προήγαγεν ἡ μήτηρ, 

προϊοῦσαν - ptc pr acc ev V
προήγαγεν - aor 3e ev
ἡ μήτηρ - de moeder van Kallirhoë


Slide 9 - Tekstslide

Waar congrueert mee?
A
ἡ μήτηρ
B
τέως
C
προήγαγεν
D
τὴν Καλλιρόην

Slide 10 - Quizvraag

τέως δὲ μὴ προϊοῦσαν τὴν Καλλιρόην προήγαγεν ἡ μήτηρ,
A
de moeder ging naar Kallirhoë, die tot dan toe niet naar buiten gegaan was
B
haar moeder ging weg naar Kallirhoë, terwijl ze naar buiten ging
C
de moeder van Kallirhoë ging naar haar toe, omdat ze niet naar buiten ging tot dan
D
die moeder gaat naar buiten, omdat Kallirhoë tot dan toe niet naar buiten kwam

Slide 11 - Quizvraag

῎Ερωτος κελεύσαντος προσκυνῆσαι τὴν θεόν.

GENITIVUS ABSOLUTUS

Slide 12 - Tekstslide

Het participium κελεύσαντος is
A
praesens
B
imperfectum
C
aoristus
D
futurum

Slide 13 - Quizvraag

῎Ερωτος κελεύσαντος προσκυνῆσαι τὴν θεόν.
A
terwijl Eros opdroeg om neer te buigen voor de godheid
B
nadat zij Eros had bevolen om voor de godin te knielen
C
toen Eros beviel om te knielen voor de god
D
nadat Eros (haar) opgedragen had te knielen voor de godin

Slide 14 - Quizvraag

τότε δὲ Χαιρέας ἀπὸ τῶν γυμνασίων ἐβάδιζεν οἴκαδε στίλβων ὥσπερ ἀστήρ· 

τότε = HOOFDZIN
ἐβάδιζεν  - impf want hij liep er een tijdje over
στίλβων - ptc pr nom ev M

Slide 15 - Tekstslide

τότε δὲ Χαιρέας ἀπὸ τῶν γυμνασίων ἐβάδιζεν οἴκαδε στίλβων ὥσπερ ἀστήρ·
A
op dat moment liep Chaireas van de sportschool naar huis, stralend als een ster
B
toen Chaireas vanaf het gymnasium naar huis liep, terwijl hij straalde als een ster
C
toen liep Chaireas van de sportschool naar huis door het stralen van een ster
D
daar liep Chaireas van het gymnasium naar huis, nadat hij was gaan stralen als een ster

Slide 16 - Quizvraag

ἐπήνθει γὰρ αὐτοῦ τῷ λαμπρῷ τοῦ προσώπου τὸ ἐρύθημα τῆς παλαίστρας


want de blos van de worstelschool verscheen op het gezicht van hem met een schittering

Slide 17 - Tekstslide

ὥσπερ ἀργύρῳ χρυσός
A
zoals goud en zilver
B
zoals zilver en goud
C
zoals goud op zilver
D
zoals zilver op goud

Slide 18 - Quizvraag

Chaireas' blos wordt hier met 2 dingen vergeleken - welke 2 dingen?
Wat is het punt van overeenkomst?

Slide 19 - Open vraag