GWP 7.1 De Verlichting

7.1 De Verlichting
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

7.1 De Verlichting

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
- Je leert hoe rationeel en optimistisch de ideeën van verlichte denkers waren en hoe deze werden toegepast.
- Je leert hoe verlichte denkers dachten over godsdienst, sociale verhoudingen, politiek en economie.
- Kan je enkele verlichte denkers noemen
Het KA: rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nadenken over: Godsdienst
  • twijfel over de rol van God
  • twijfel over de Bijbel 
  • afwijkende meningen niet verbieden of vervolgen 

  • let op: meeste verlichte denkers wel gelovig

Slide 8 - Tekstslide

Voltaire

  • God heeft de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeit zich niet meer actief met de wereld 
  • deïsme 

  • mechanistisch wereldbeeld

Slide 9 - Tekstslide

Spinoza
  • God is geen persoon (op de achtergrond), maar 
  • God is in alles in de natuur

  • Maar: zelfs in de Republiek mochten zijn ideeën niet gepubliceerd worden.
  • Ongodisme


Slide 10 - Tekstslide

Nadenken over: Politiek 
3 belangrijke nieuwe ideeën:

  • John Locke: natuurlijke rechten
  • Rousseau: volkssouvereiniteit
  • Montesquieu: trias politica

Slide 11 - Tekstslide

John Locke
  • natuurlijke rechten: recht op leven, bezit en vrijheid
('mensenrechten')

  • regering regeert op basis van vertrouwen




Slide 12 - Tekstslide

maakt de wetten
voert de wetten uit
controleert of burgers zich aan de wetten houden

Slide 13 - Tekstslide

Jean-Jacques Rousseau 

  • Volkssoevereiniteit (macht ligt bij het volk)

  • Regering is alleen uitvoerder van de wil van de burgers

Slide 14 - Tekstslide

Nadenken over: economie 

Adam Smith

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Verlichting
Rationeel denken en vrijheid leiden tot een betere wereld

Slide 17 - Tekstslide

Maak een foto van je aantekeningen en voeg deze toe.

Slide 18 - Open vraag

Leg uit dat deze bron een voorbeeld is van verlicht denken.

Slide 19 - Open vraag

De tijd van Pruiken en Revoluties
A
1500-1600
B
1600-1700
C
1700-1800
D
1800-1900

Slide 20 - Quizvraag

Wat past niet bij de Verlichting
A
Ratio
B
emancipatie
C
Emotie
D
vooruitgangsdenken

Slide 21 - Quizvraag

Een uitspraak van Kant is
A
Durf te bestaan
B
Durf te denken
C
Durf te doen
D
Durf te geloven

Slide 22 - Quizvraag

Basis en Middelbare school zijn volgens de Verlichting van belang omdat
A
verstand wordt bijgebracht
B
je voorbereidt wordt op een baan
C
je dan niet kunt rellen op Urk
D
je leert hoe je later moet leven

Slide 23 - Quizvraag

Wie had trias politica bedacht?
A
Lodewijk XVI
B
Voltaire
C
John Locke
D
Montesquieu

Slide 24 - Quizvraag

Het idee van de volkssoevereiniteit past het best bij
A
Montesquieu
B
Locke
C
Rousseau
D
Voltaire

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van de verlichting?
A
optimisme
B
tolerantie
C
vrijheid van meningsuiting
D
absolutisme

Slide 26 - Quizvraag

Verlichting is een gevolg van
...
A
Wetenschappelijke revolutie
B
Feodalisme
C
De Reformatie
D
Plantagekoloniën

Slide 27 - Quizvraag

Wie hoort bij deïsme?
A
Robespierre
B
Voltaire
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 28 - Quizvraag

Welke filosoof uit de Verlichting vindt dit?
God heeft de wereld gemaakt en daarna niks meer met de wereld te maken gehad.
A
Voltaire
B
Locke
C
Montesquieu
D
Rousseau

Slide 29 - Quizvraag

De grondwet: hier staan de belangrijkste rechten van de burgers in vastgelegd, de president moet deze rechten beschermen. Van welke verlichte denker is dit idee afkomstig?
A
Montesquieu
B
Locke
C
Voltaire
D
Rousseau

Slide 30 - Quizvraag

Leg uit dat Belle van Zuylen aan de ene kant wel een product van de verlichting was, en aan de andere kant niet
timer
1:00

Slide 31 - Open vraag