2025-03-06 B1J Latijn

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Weektaak

• Leren: W T 1 en 2 (LL blz. 22)
• Leren: theorie znw en rijtjes (LL blz. 11)
• Maken: opdr 3 (vanaf g), 4 (vanaf j) en 5 (vanaf h) (blz. 12)
• Maken: T 2, r. 1-8 (blz. 14)
  

Leerdoelen

• Ik kan de theorie van het znw uitleggen en toepassen.
• Ik kan vormen van het znw herkennen en benoemen.

Begintaak (oefen met de woordjes)

ignis (mv.?)  iubēre   mensa    

    

quoque    senex (mv.?)   ponere

   
intrare   deinde     uxor (mv.) 

    

bibere   vinum     vidēre 

aperire    statim    ianua
      

     

En deze vormen?

iubet

senes

ianuas

aperiunt

vinum

intrant

ignem

bibit

mensae

Pak je Libellus Latinus op blz. 14 + je schrift.

Inleiding op het verhaal.

Maak van T 2 regel 1-8. Noteer de vertaling in je schrift.

We kijken dit over 10 minuten na.

De nimf Echo

Lunae lumine, lunae lumine

Scalulas ascendi ad fenestram
Cave, ne facias, cave, ne facias
Sic volat avis, sic natat piscis
Sic facit milipeda calceos tergens
Hoc est unus, et hoc duo
Et haec est crassa amita Caecilia
Hoc est rectum, et hoc curvum
Et ita volvimus rotulam iterum, circum