Thema de bloedsomloop (klas 2)

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 1 het bloed
Leerdoelen:
- Je kan de bestanddelen van bloed benoemen met hun kenmerken en functies.

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 1 het bloed
Leerdoelen:
- Je kan de bestanddelen van bloed benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 1 - Tekstslide

het bloed
Een volwassen mens heeft ongeveer 5 tot 6 liter bloed.

Het hart pompt het bloed je lichaam rond door de bloedvaten.

Slide 2 - Tekstslide

Het bloed
Opdracht:
- zoek "sanquin" op.
- wat is sanquin?
- zoek op de site van Sanquin de samenstelling van bloed op. (wat zijn de onderdelen van het bloed?)


Slide 3 - Tekstslide

Het bloed
Bloed bestaat uit:
- Bloedplasma
en 3 vaste bestanddelen:
- Rode bloedcellen
- Witte bloedcellen 
- Bloedplaatjes
Zoek op de site de functies van deze onderdelen.

Slide 4 - Tekstslide

Een bloedvat met bloedcellen

Slide 5 - Tekstslide

Vanaf je 18e mag je bloed doneren. Zou jij dat doen? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 6 - Tekstslide

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 2 de bloedsomloop

Leerdoel:
- Je kan in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine en de grote
bloedsomloop onderscheiden met hun functies.

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele
bloedsomloop
De mens heeft een dubbele bloedsomloop.

Dat betekent dat het bloed 2x door het hart is gaat voordat het overal in je lichaam is geweest.

Slide 8 - Tekstslide

Kleine
bloedsomloop

Bij de kleine bloedsomloop gaat er bloed van de rechter helft van het hart naar de longen, daar geeft het bloed koolstofdioxide af aan de buitenlucht en neemt het bloed zuurstof op uit de lucht.
Vervolgens gaat het bloed terug naar de linker helft van het hart

Slide 9 - Tekstslide

Grote
bloedsomloop

Bij de grote bloedsomloop gaat er bloed van de linker helft van het hart naar het hele lichaam. 
Het bloed brengt zo zuurstof naar alle cellen en haalt koolstofdioxide op.
Vervolgens gaat het bloed terug naar de rechter harthelft

Slide 10 - Tekstslide

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 3 het hart
Leerdoelen:
-Je kan de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen.

- Je kan de kenmerken en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Het hart
het hart is een holle spier bestaande uit 4 ruimtes:
- de rechter boezem
- de rechter kamer
- de linker boezem
- de linker kamer

Slide 13 - Tekstslide

Het hart
Bij de Boezems komt er bloed het hart Binnen. Bij de kamers verlaat het bloed het hart.
-------------------------------------
Eerst trekken de boezems samen, om het bloed naar de kamers te persen.
Daarna knijpen de kamers samen om het bloed het hart uit te pompen.

Slide 14 - Tekstslide

Het hart
Bij de kleine bloedsomloop gaat het bloed van de rechter boezem naar de rechter kamer.

Vervolgens gaat het naar de longen om daar zuurstof op te halen. 

Daarna komt het bloed terug in de linker boezem.

Slide 15 - Tekstslide

Het hart
Bij de grote bloedsomloop gaat het bloed van de linker boezem naar de linker kamer.

Vervolgens wordt het bloed naar het hele lichaam gepompt.

Hierna komt het bloed weer binnen bij de rechter boezem.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Het hart
De bloedvaten die direct bij je hart beginnen zijn de grootste uit je lichaam. De bloedvaten vertakken zich steeds en worden kleiner.
De kleinste bloedvaten komen daarna weer bij elkaar en worden steeds groter tot ze weer op hun grootst zijn als ze bij het hart terug komen. (zoals hier bij de longen)

Slide 18 - Tekstslide

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 4 bloedvaten

Leerdoelen:
- Je kan drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
- Je kan in het bloedvatenstelsel van de mens de belangrijkste slagaders en aders
aanwijzen en naamgeven.
- Je kan van het bloed in de slagaders en aders het zuurstofgehalte en de stroomrichting aangeven.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Bloedvaten
Er zijn 3 soorten bloedvaten:
- slagaders
- haarvaten
- aders

Slide 21 - Tekstslide

Slagader:
stroomt van het hart af
dikke gespierde wand
geen kleppen
hoge bloeddruk
voelbare hartslag
diep onder de huid
MEESTAL zuurstofrijk
Ader:
stroomt naar het hart toe
dunne wand
wel kleppen
lage bloeddruk
geen voelbare hartslag
liggenmeer aan de oppervlakte
MEESTAL zuurstofarm

Slide 22 - Tekstslide

haarvaten in het hart en je hand

Slide 23 - Tekstslide

Haarvaten
Je haarvaten zijn de kleinste bloedvaten die je hebt.
Deze zijn zo klein en dun dat zuurstof en voedingsstoffen door de wanden heen kunnen.
Zo brengt je bloed zuurstof en voedingsstoffen naar al je cellen in je lichaam.

Slide 24 - Tekstslide

Bloedvaten
Let bij het leren van de bloedvaten op de leerdoelen.

Slide 25 - Tekstslide

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 5 hart- en vaatziekten

Leerdoelen:
- Je kan oorzaken en gevolgen van hart- en vaatziekten noemen.

- Je kan aangeven hoe je de kans op hart- en vaatziekten kan verkleinen.

Slide 26 - Tekstslide

Hart- en vaatziekten
Hart- en vaatziekten is de verzamelnaam voor alle ziekten en aandoeningen die er bestaan voor het hart en je bloedvaten.

Of iemand de pech heeft om zo'n ziekte te krijgen is nooit met zekerheid te zeggen. Wel weten we dat het risico groter wordt wanneer iemand ongezond leeft.
(roken, weinig sporten, ongezond en/of veel eten, alcohol drinken)


Slide 27 - Tekstslide

Bloeddruk
Bloeddruk is de druk die het bloed heeft op de bloedvaten. Bij slagaders is deze druk altijd hoger dan bij aders, omdat het bloed bij slagaders net het hart heeft verlaten.

Te lage bloeddruk: wanneer je een te lage bloeddruk hebt kun je dit merken doordat je het sneller koud hebt of vaak duizelig bent met warm weer, douchen of na het opstaan uit een stoel of bed.

Slide 28 - Tekstslide

Bloeddruk
Een te hoge bloeddruk is schadelijker en komt ook vaker voor:
het kan je slagaders beschadigen en maakt de kans op slagaderverkalking groter.

Slide 29 - Tekstslide

Verstopt raken bloedvat
Cholesterol is een vette stof die aan de binnenkant van aderen kan blijven plakken.

Soms kleven bloedplaatjes aan elkaar in de bloedvaten(Trombose). Zo kan er een propje ontstaan dat een bloedvat blokkeert. Hierdoor kan een hartinfarct, herseninfarct(beroerte) ontstaan.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Thema 1:
De Bloedsomloop
Onderdeel 6 Nieren

Leerdoelen:
Je kunt de delen van de nieren en urinewegen noemen met hun kenmerken en functies.

Slide 32 - Tekstslide

De Nieren
Veel afvalstoffen worden door de nieren uit het bloed gefilterd. 

Slide 33 - Tekstslide

De bloedsomloop
Al je bloedvaten en je hart samen noemen we het bloedvatenstelsel. 

Bloed stroomt door het bloedvatenstelsel door het hele lichaam. 
Dit noemen we een bloedsomloop

Slide 34 - Tekstslide