Les 2 periode 2 Mavo 2 Terreur en Napoleon

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolMiddelbare schoolmavoGroep 2Leerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel op tafel:
Map
Pen
Feniksboeken

Welkom bij de Geschiedenisles ZM2C!

Niet op tafel:
Telefoon of Zakkie
Laptop
Tas

Startvragen: Schrijf de antwoorden op de volgende vragen in je schrift:
1. Wat betekent "absolutisme" en wie regeerde er op deze manier?
2. Wat was een belangrijke aanleiding voor de Franse revolutie in 1789?
3. Welk gebouw werd op 14 juli 1789 bestormd in Parijs?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord weg?
A
Geestelijkheid
B
Boeren
C
Derde Stand
D
Burgers

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk woord weg?
A
Gelijkwaardigheid
B
Grondwet
C
Lodewijk XIV
D
Leiders moeten luisteren naar het volk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik: Welke oorzaak voor het uitbreken van de Franse Revolutie staat centraal in deze bron?
Denken, delen, uitwisselen

5 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma deze les:
1. Warming-Up
2. Lesdoelen
3. Korte herhaling Verlichting/revolutie
4. Korte uitleg Terreur en Napoleon
5. Poster maken
6. Verder met Napoleon
7. Opdrachten




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofddoelen






Kun je de begrippen ambachtslieden, farao, ambtenaren, sociale verschillen, hiërarchie en hiërogliefenschrift uitleggen. (R)


Je kunt uitleggen dat Egypte rond 3000 werd verenigd door een farao. (R)
Je kunt uitleggen hoe het hiërogliefenschrift hielp bij het besturen van een staat. (T2)

Je kunt uitleggen waarom er rituelen waren bij het maken van mummies. (T1)
Je kunt uitleggen waarom alleen de aller rijksten zich een mummificatie konden veroorloven, en dat daarom mummies iets zeggen over sociale verschillen in Egypte. (T2)
Je kunt verklaren wat de sociale, politieke en economische veranderingen met de gemeenschappen deed. (T2)




















Subdoelen/checklist
Hoofddoel
Je kunt uitleggen wat de directe gevolgen waren van de Franse revolutie en hoe Napoleon aan de macht kwam
1. Je kunt de volgende begrippen uitleggen: Terreur, grondwet, wet (R)

 2. Je kunt de begrippen terreur, grondwet en wet uitleggen (R)

3. Je kunt de directe gevolgen van de Franse revolutie voor Frankrijk beschrijven (T1)

4. Je kunt uitleggen hoe Napoleon aan zijn macht kwam en zijn macht ook weer verloor (T1)

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben deze dingen met elkaar te maken?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De Verlichting
Nieuwe manier van denken: zelf en kritisch denken
 
Goed & fout

Grondwet

Gelijkwaardigheid

Macht bepaald door het volk, niet door God


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee "Verlichte" denkers:
Rousseau

Koningschap:
macht van de 
koning komt van
het volk, niet van
God

Montestquieu

Niet alle macht
bij 1 groep, maar
"Trias Politica"

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trias Politica:

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Het ontwaken van de Derde Stand (leidt tot angst bij de adel en de geestelijkheid. Achter staat de Bastille)

Opschrijven
Directe gevolgen Franse Revolutie:
Macht bij Derde Stand
Nationale Vergadering
Grondwet
Radicalen vonden dat nog te zwak

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

De oorlogen met Pruissen en Oostenrijk

In 1792 besloot de NV een oorlog tegen Oostenrijk en Pruisen. 

Deze werd verloren door Frankrijk, duizenden soldaten dood en delen van Frankrijk verloren.

Op bord: 

1792:
Coalitie-oorlogen
Tegen Oostenrijk en Pruissen
Slecht verloop voor Frankrijk
Paniek en wantrouwen in Nationale Vergadering



Er brak paniek uit, hoe kon Frankrijk deze strijd verliezen?

Er was maar één antwoord: verraders!

Slide 17 - Tekstslide

Jaren van Terreur

Jaren van terreur (1792 / 1973)

Robbespiere, leider van de radicalen, schafte het koningschap af.

De koning en koningin werden gevangen gezet en daarna onthoofd door de guillotine.

Tegen de revolutie?! Doodstraf! 40.000 Fransen komen om het leven.

Opschrijven
1792/1793:
Radicalen aan de macht
Robbespierre
Terreur
Koning onthoofd
40.000 mensen vermoord

Slide 18 - Tekstslide

Portret van Maximilien de Robespierre (1758-1794), schilder onbekend, ca. 1790.

Robbespiere zou hetzelfde lot ondergaan als de duizenden die hij de dood injoeg: onthoofd door de guillotine.

Opschrijven
1794:
Terreur stopt
Robbespierre zelf onthoofd
Hoe verder?
Sterke leider?

Slide 19 - Tekstslide

Napoleon Bonaparte
- Chaos door Terreur, onthoofding koning en Robbespierre
- Fransen wilden rust 
- Sterke leider
- Napoleon was dat, want had zich bewezen in oorlogen
- Hij werd dictator van Frankrijk
Maak een poster! (15 min.)
  • In tweetallen met degene naast je
  • 1 iemand typt, de ander zoekt op
  • Maak een poster (op Powerpoint) over:

1. Lodewijk XVI
2. Marie Antoinette
3. Robespierre
4. Napoleon

Verwerk in ieder geval:
  • Een korte levensloop
  • Waarom is deze persoon belangrijk?
  • Minimaal drie afbeeldingen
  • Was deze persoon voor of tegen de Franse Revolutie? En waarom?

Lever je poster in bij de inleveropdracht op SomToday

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Staatsgreep van Napoleon
november 1799



  • Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
  • Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Napoleon Bonaparte
  • Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769

  • Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)

  • Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren

  • Hij ging op zijn 15e naar een militaire school

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Napoleon wordt dictator
1799-1804



  • Hoewel de Franse Revolutie hem de kans heeft gegeven hoger op te komen, heeft Napoleon niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
  • Hij schakelt tegenstanders uit en wordt langzaamaan dictator van Frankrijk.
  • Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Napoleon kroont zichzelf keizer
1804




  • Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
  • Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Tocht naar Rusland
juni 1812




  • Napoleon had gehoopt dat Rusland een bondgenoot zou zijn. 
  • Dat valt tegen en Napoleon kan maar één ding doen: Rusland aanvallen.
  • Hij verovert Moskou, maar de stad wordt door de Russen zelf in brand gestoken. Napoleon is verbijsterd...

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Napoleons terugtocht
oktober 1812




  • Rusland wordt zijn ondergang
  • De Russische tactiek én gevreesde winter verwoesten het Grande Armée van Napoleon.
  • Van de 680.000 soldaten, komen er uiteindelijk 40.000 terug in Frankrijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Verbannen naar Elba
1814




  • Napoleon wordt in 1814 afgezet en verbannen naar het eiland Elba, maar hij weet te ontsnappen en Parijs te bereiken.
  • De Fransen juichen hem toe als hij langsrijdt: Napoleon wordt opnieuw keizer

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Slag bij Waterloo
1815




  • Napoleon is nog 100 dagen keizer, daarna wordt hij verslagen door o.a. Engeland, Pruisen en de Nederlanden in de Slag bij Waterloo (B).
  • Napoleon wordt opnieuw verbannen. Nu voorgoed.
  • De rest van zijn leven zal hij doorbrengen op St. Helena (Atlantische Oceaan)

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Napoleon sterft
1821




Napoleon sterft op 5 mei 1821 op 51-jarige leeftijd aan maagkanker. 
Zijn lichaam werd naar Parijs gebracht, waar zijn praalgraf 
tegenwoordig nog steeds te vinden is.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfenis van Napoleon
  • Verkeer: rechts rijden

  • Burgerlijke stand: aangifte van geboorte en sterfte (Code Napoléon)

  • Invoering van achternamen

  • Invoering van het metrieke stelsel (meters, kilometers)

  • Nederland wordt écht één land

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdrachten 1 t/m 8 (werkboek blz. 49-51) 
timer
10:00
IN STILTE!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

https://www.youtube.com/channel/UCb8ewylk7d2M_1dLGEiFmuQ

Slide 35 - Tekstslide

Ramp van 1812
- Napoleon vocht door heel Europa, vaak met succes
- Tot hij in 1812 naar Rusland trok
- Russen trokken zich terug: ze wachtten af
- Napoleon veroverde Moskou
- Tot de winter begon...
- Niet genoeg eten: de Fransen moesten terug
- Maar 2% overleefde het

Slide 36 - Tekstslide

Rijk van Napoleon/Frankrijk in 1812

Rusland is een takke-eind
Slag bij Leipzig (1813)
Elba
Sint-Helena

Slide 37 - Tekstslide

Slag bij Leipzig (1813)
- Napoleon vormde een nieuw leger
- Niet zo sterk als het leger dat naar Rusland ging
- Andere Europese leiders zagen een kans
- Napoleon werd verslagen door 5 legers bij Leipzig

Elba ligt voor de Toscaanse kust in Italie
Sint-Helena ligt 1.870 km voor de kust van West-Afrika

Aan de slag

Slide 38 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
Clipphanger: Wie was Napoleon?

Slide 39 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

1

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:05-00:15

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les
  • dictator
  • Patriotten
  • Bataafse Republiek
  • Koninkrijk Holland
  • Slag bij Waterloo

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies