H5.1 De Koude Oorlog begint

 H5 De Koude oorlog
5.1 Een verdeelde wereld
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 H5 De Koude oorlog
5.1 Een verdeelde wereld

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 5.6
  1. Welke afspraken werden gemaakt na de Tweede Wereldoorlog?

  2. Welke verschillen waren er tussen Oost en West?

  3. Welke militaire bondgenootschappen stonden tegenover elkaar na de Tweede Wereldoorlog?

Slide 2 - Tekstslide

Kaart van Europa (juli 1940) 
Na de overgave door Frankrijk.
juli - okt 1940: Slag om Engeland
De Engelsen (Churchill) blijken niet te verslaan in de lucht (RAF).

Slide 3 - Tekstslide

Duitsland valt Sovjet-Unie aan
Operatie Barbarossa
juni - december 1941






Ondanks het niet-aanvalsverdrag, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

Slide 4 - Tekstslide

Kaart van Europa (1941-1942) na de inval van Duitsland in de Sovjet-Unie.
Hitler breekt de afspraken van het niet-aanvalsverdrag met Stalin.

Slide 5 - Tekstslide


Conferentie van Jalta
februari 1945


Leiders van GB (Churchill), de VS (Roosevelt) en USSR (Stalin).
Gemaakte afspraken:
  • Oprichting van de Verenigde Naties (VN).
  • Invloedssferen Oost en West > wie krijgt zeggenschap over welke landen?
  • Organiseren rechtbanken voor oorlogsmidadigers na de oorlog.

Slide 6 - Tekstslide


Conferentie van Potsdam
juli 1945



Leiders van GB (Attlee), de VS (Truman) en USSR (Stalin).                               
Gemaakte afspraken:
  • Denazificatie, demilitairisering en democratisering van Duitsland.
  • Instelling bezettingszones Duitsland en Berlijn 

Slide 7 - Tekstslide

Verdeling Duitsland
1945
  • Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig

  • Vier bezettingszones onder leiding van: FR, GB, VS en USSR.

  • Ook Berlijn wordt in vier zones verdeeld.

  • Berlijn ligt in de bezettingszone van de Sovjet-Unie (eilandje).

Slide 8 - Tekstslide

De Verenigde Naties
  • Oktober 1945: opgericht VN. 193 landen worden lid.
  • Doel:  toezien op vrede en veiligheid in de wereld.
  • Middelen:   de blauwhelmen (internationaal leger)
  • Veiligheidsraad:    5 permanente leden (Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Frankrijk, China, Sovjet-Unie)
    10 wisselende leden
    Permanente leden van de Veiligheidsraad hebben veto-recht. Als één van hen dit gebruikt, gaat een plan niet door.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat maakt de Sovjet-Unie tot een bondgenoot van de geallieerden in de Tweede Wereldoorlog?
A
Het niet-aanvalsverdrag van 1939
B
D-Day
C
De aanval op Pearl Harbor
D
Operatie Barbarossa

Slide 11 - Quizvraag

Welke conferentie zie je hier op de achtergrond?
A
Jalta
B
Potsdam

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is de Verenigde Naties opgericht?
A
1945
B
1948
C
1949
D
1955

Slide 13 - Quizvraag


Begin van de Koude Oorlog



Periode van spanningen tussen Verenigde Staten (VS) en Sovjet-Unie (USSR) 1945-1989.


De gemeenschappelijke vijand Duitsland is weg, hoe nu verder?

Slide 14 - Tekstslide

Grootmachten >1945 na WO II / in Koude Oorlog > 2 landen
Westblok (VS + bondgenoten) (blauw)
Oostblok (USSR + bondgenoten) (rood)     
* overigen, geen samenwerking (groen)
  • Verenigde Staten & bondgenoten (blauw)
  • Sovjet-Unie & satelietsstaten (rood)


    = twee (2) in totaal
Twee grootmachten

Slide 15 - Tekstslide

Wantrouwen
  • 1945: Opvolger president Roosevelt:
    Harry Truman (VS) is fel anti-communistisch.

  • Relatie tussen Truman en Stalin komt steeds meer onder druk.

  • Containment: VS wil voorkomen dat communisme verspreid.

  • 1949: USSR heeft atoombom.

Slide 16 - Tekstslide

Wantrouwen
  • Josef Stalin: paranoide leider

  • Teleurgesteld over het uitblijven van een Westers front tot 1944 tijdens Tweede Wereldoorlog.

  • Gesprekken bij Potsdam verlopen moeizaam, kon het beter vinden met Roosevelt.

  • Staat veroverde gebieden niet af.

Slide 17 - Tekstslide

Invloedssferen
Verdeling Europa West- en Oostblok. Grens: IJzeren Gordijn.

  • USSR heeft invloed op gebieden die zij veroverd heeft op Duitsland.

  • USSR bepaald wat in satellietsstaten gebeurt (economie, politiek).

  • Het Westblok kan niet ingrijpen in Oostblok uit angst voor WO III.

Slide 18 - Tekstslide

Satellietstaten
Alle landen die veroverd waren door de Sovjet-Unie op Duitsland:

Oost-Duitsland, Polen, Tsjechoslowakije, Hongarije, Roemenië en Bulgarije.

  • Communistische dictaturen
  • Communistische vlaggen (rode ster en/of hamer & sikkel)
  • Communistische economieën

Slide 19 - Tekstslide

Communisme
  • Gelijkheid: geen standen meer.

  • Geen bezit: alles is van de staat

  • Iedereen verdient hetzelfde: geen verschil arm en rijk.

  • Tijdens de economische crisis erg aantrekkelijk voor veel mensen!

    De oplossing voor de problemen?

Slide 20 - Tekstslide

Verenigde Staten (VS)
Democratie met vrijheid
Kapitalisme
Vrijemarkteconomie
Sovjet-Unie (USSR)
Dictatuur met gelijkheid
Communisme
Planeconomie
Westblok invloedssfeer
Oostblok invloedssfeer

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

NAVO: opgericht in april 1949
Noord-Atlantische Verdragsorganisatie
Militair bondgenootschap Noord-Amerika en West-Europa tegen communisme.
Warschaupact: opgericht in 1955 door de USSR.
Als antwoord op de NAVO
Militair bondgenootschap tussen Sovjet-Unie en satelietsstaten.
De NAVO vs. Warschaupact

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Wie zijn de grootmachten vóór de Tweede Wereldoorlog?
A
Groot Brittannië, Frankrijk, Verenigde Staten en Italië
B
Groot-Brittannië, USSR en Duitsland
C
Verenigde Staten, Japan, Groot Brittannië en Italië
D
Verenigde Staten, USSR, Groot-Brittannië en Frankrijk

Slide 26 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Groot-Brittannië, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
China, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten en Sovjet-Unie
D
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 27 - Quizvraag

Wat is het doel van de containment-politiek?
A
Hulp geven aan de communistische landen.
B
Het voorkomen van verspreiding van communistische invloed in de wereld.
C
Financiële en militaire hulp bieden aan Europa.
D
Het vernietigen van de communisten.

Slide 28 - Quizvraag

Welk land was een satellietstaat van de Sovjet-Unie?
A
Denemarken
B
Tsjecho-Slowakije
C
Oostenrijk
D
Italië

Slide 29 - Quizvraag

Koppel de volgende onderdelen aan het juiste land
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Communistisch
Kapitalistisch
vrijheid
gelijkheid
NAVO
Warschaupact
Vrije markt
Planeconomie

Slide 30 - Sleepvraag

Maak opdracht 1 t/m 4 op blz.129 in het tekstboek.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide