Leesvaardigheid les 3

Leesvaardigheid les 3

Havo 4
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leesvaardigheid les 3

Havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les...

- Weet je wat er bedoeld wordt met de tekstindeling (herhaling);
- Kun je de vijf tekstdoelen benoemen (herhaling);
- Ken je het verschil tussen een tekstdoel, tekstsoort en een 
   tekstvorm (herhaling)
- Ken je de functies van een inleiding (herhaling) en ken je de functies van
   een slot (nieuwe  informatie).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma


- Activeren voorkennis
- Aan de slag met opdrachten
- Afsluiting les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstindeling ken je? Geef ook een voorbeeld van een tekstvorm die hierbij past.

Slide 5 - Open vraag

Driedeling: artikel, betoog, beschouwing.
Tweedeling: nieuwsbericht
Welke tekstindeling?
 Rijden onder invloed is gevaarlijk: jaarlijks vinden er meerdere dodelijke ongevallen plaats, waarvan rijden onder invloed de oorzaak is geweest.​

​  Door te rijden onder invloed vertraagt je reactiesnelheid en neemt je vermogen om afstanden in te schatten af. Daarnaast versmalt je blikveld door te rijden onder invloed en verslechtert je kleurwaarneming en motoriek. Mensen die onder invloed zijn, hebben een verminderd vermogen van zelfkritiek, nemen meer risico’s en worden sneller suf of slaperig.​

   Kortom, door te rijden onder invloed breng je niet alleen jezelf maar ook je medemens (ongevraagd) in gevaar. Je rijdt gewoon minder goed en hebt het zelf niet eens in de gaten!​

Slide 6 - Tekstslide

Driedeling. Er is een inleiding, kern en een slot. Het slot is te herkennen aan het signaalwoord kortom. In deze alinea wordt de gegeven informatie nog eens herhaald.
In een driedeling bestaat het middenstuk meestal uit verschillende alinea’s en de inleiding en het slot vaak uit één.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen functie van een inleiding?
A
de aandacht van het publiek trekken
B
de hoofdgedachte benoemen
C
het onderwerp van de tekst introduceren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk tekstdoel?
 Help vandaag al mee. Jij wilt toch ook niet ​
dat deze prachtige dieren uitsterven? ​
Steun ons werk om de natuur te beschermen ​ 
met een eenmalige gift. ​
Kies hieronder je giftbedrag en klik op​
de button om daarna je gegevens in te vullen.

Slide 9 - Tekstslide

Activeren --> tekstvorm oproep
Welk tekstdoel?
De panda is een zeldzame berensoort die hoog in de bergen
van westelijk China leeft in bamboebossen. Niet zonder reden:
ze eten namelijk bijna alleen maar bamboe, tussen 12 en 40 kg
per dag. Panda’s leven aardig op zichzelf. Mannetjes en
vrouwtjes komen aan het eind van de lente een paar dagen bij elkaar om te paren, maar verder bemoeien ze zich niet met hun soortgenoten. Om het vele bamboe weg te werken zijn de panda’s dagelijks gemiddeld 14 uur aan het eten.

Slide 10 - Tekstslide

Informeren --> tekstvorm artikel
Welk tekstdoel?
(....) Maar de film moet het vooral hebben van een slim en doorleefd script. We leren Teuntje kennen, een Zeeuwse tiener die tegen haar zin bij het verzet betrokken raakt als de Duitsers haar broer oppakken. (....) Wie goed schrijft, zet een groots verhaal neer aan de hand van kleine vertellingen. Knap ook, hoe in bijna iedere scène een niet-aflatende dreiging zit. Dat de manier waarop de jonge helden elkaar uiteindelijk treffen wat aan de melodramatische kant is, zie je door de vingers. Het blijft een oorlogsfilm natuurlijk. Dat er geen obligate romance à la Pearl Harbor opgevoerd wordt, is allang mooi.

Slide 11 - Tekstslide

Opiniëren --> tekstvorm recensie
Wat is nou het verschil tussen een tekstsoort, een tekstdoel en een tekstvorm?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm
tekstdoelen
tekstsoorten
tekstvormen
informeren
informatieve teksten
handleiding, nieuwsbericht
overtuigen
betogende teksten
klachtenbrief, ingezonden brief
activeren
activerende teksten
advertentie, oproep
amuseren
amuserende teksten
roman, strip, liedtekst
opiniëren
opiniërende teksten
recensie, beschouwing

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er meestal in het slot van een tekst?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar herken je een slot veelal aan?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een slot kan nooit nieuwe informatie bevatten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het slot
Een tekst wordt afgerond met een slot. Het slot bevat meestal de hoofdgedachte (de conclusie) van de tekst (meestal in één zin geformuleerd). Vaak begint het slot met een signaal, zoals kortom, al met al, we hebben dus gezien dat ..., ik rond nu af met ...

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het slot
Naast de hoofdgedachte bevat het slot soms (een combinatie van):
• een samenvatting in enkele zinnen (niet bij korte teksten);
• een afweging;
• een aansporing of aanbeveling;
• een toekomstverwachting.
De manier waarop een tekst wordt afgerond, wordt onder meer bepaald door het doel van de tekst en door de inleiding. Een activerende tekst kan bijvoorbeeld eindigen met een aansporing.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het slot
Manieren om aantrekkelijk te eindigen:
• een aansluiting bij het begin (de cirkel rondmaken): in het slot wordt teruggekomen op (de aandachttrekker uit) de inleiding;
• een uitsmijter (pakkende slotzin), bijvoorbeeld een retorische vraag of een citaat.
Rond niet af met clichés als De tijd zal het leren of De meningen hierover zijn verdeeld en dat zal nog wel lang zo blijven.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Het volgende moet af zijn:

Opdrachten 1, 2, 4 en 8 van hoofdstuk 1.1
Opdrachten 2, 4, 6 en 10 van hoofdstuk 1.2

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies