Spelling blok 1, 2 havo

Spelling
Persoonsvorm t.t.
Persoonsvorm v.t.
Voltooid deelwoord
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
Persoonsvorm t.t.
Persoonsvorm v.t.
Voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Hij ........ (voetballen) met zijn vrienden.

Slide 2 - Open vraag

Anna ............ (worden) morgen wereldkampioen boogschutten.

Slide 3 - Open vraag

Persoonsvorm t.t.
Worden
Ik word
Hij/zij/het wordt 
Wij worden

Hij/zij/het = ik-vorm + t

Slide 4 - Tekstslide

Je loopt/loop je
Je loopt naar het water.
Loop je naar het water?

Slide 5 - Tekstslide

Ik .......... (komen) gisteren op visite bij mijn oma.

Slide 6 - Open vraag

Ik ............ (richten) gisteren mijn waterpistool op mijn vader.

Slide 7 - Open vraag

Mijn oma .............. (stellen) mij gisteren een moeilijke vraag.

Slide 8 - Open vraag

Persoonsvorm v.t.
Sterke werkwoorden
komen - ik kwam
onderzoeken - ik onderzocht

Zwakke werkwoorden
't kofschip

Slide 9 - Tekstslide

De dader is ........... (veroordelen) tot vijftien jaar gevangenisstraf.

Slide 10 - Open vraag

Het contract is vroegtijdig ............ (beëindigen)

Slide 11 - Open vraag

Voltooid deelwoord
Hebben/zijn/worden + ge-/ver-/be-

't kofschip 

Slide 12 - Tekstslide

......... (komen) eens hier!

Slide 13 - Open vraag

........ (worden) nu eens lid!

Slide 14 - Open vraag

Gebiedende wijs
  • Geen onderwerp
  • De persoonsvorm is meestal het eerste werkwoord in de zin
  • Je schrijft de persoonsvorm in de ik-vorm

Voorbeeldzinnen:
Ontleed de volgende zinnen
Download het bestand hier

Slide 15 - Tekstslide