Persoonsvorm tegenwoordige tijd
ik-vorm: onderwerp ik of je/jij voor pv (hele ww-en)
hij-vorm: onderwerp is enkelvoud (ik-vorm+ t)
wij-vorm: onderwerp is meervoud (hele ww)
Ik...............................de mail (beantwoorden)
.............................jij het pakketje? (verzenden)
Ik..................... de muur grijs (verven)