Week 44 Nederlands 2 G

Nederlands 2 G week 44
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands 2 G week 44

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe week & nieuwe taak

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken in de les

Algemene afspraken m.b.t. corona!


  • Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en pen/papier.
  • Spullen niet op orde: BV op Magister. Dit geldt ook voor je agenda!
  • Huiswerk niet op orde: HV op magister (ook als je huiswerk voor een deel af is).
  • Mobiele telefoons/tablets => afspraken met de docent.
  • Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.

Slide 3 - Tekstslide

Week 44  26 oktober t/m 
30 oktober 2020
Agenda
  • Week 41/42: maandag 26 oktober 2020 (via LessonUp)
  • Week 44: inleveren dinsdag 3 november
  • Donderdag 5 november: Crossing Border 
  • So spelling: donderdag 12 november 2020
  • So twee boeken: dinsdag 24 november
  • Deze week focus op spelling: daarna verder met fictie
  • Leestoets Nederlands:  cijfers aanstaande vrijdag

Slide 4 - Tekstslide

Boekenlijst 2 G
  • Dit schooljaar 4 boeken
  • Niveau => zie lijst. 2/3 (boek 1 en 2). Niveau 3 (boek 3 en 4). 12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
  • Wil je een ander boek lezen, overleg met je docent Nederlands.








Boek 2





Boek 3





Boek 4






Slide 5 - Tekstslide

PTD rapportperiode 1 













Herhaling taalverzorging (spelling totaal)

45 min

(1x)

NEE

104

SO

Boekentoets (2 boeken)

45 min

VK

NEE


Nr.
Toets-vorm
Leerstof/  Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
PW
Lezen + woordenschat en theorie lezen
45 min
3
Nee
102
SO
Herhaling taalverzorging (spelling totaal)
45 min
1
Nee
104
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
VK
Nee

Slide 6 - Tekstslide

Maar eerst...
 even ontspannen met een goed boek!

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
Deze week:

  • leer je hoe je zinnen zonder stijlfouten moet maken
  • Je leert hoe je zinnen zonder grammaticale kronkels kunt maken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Herhaling vorige week
Vorige week hebben we de hoofdstukken begrijpend lezen afgerond.  Ook hebben we geleerd hoe schrijvers tijd gebruiken in hun boek. 

Slide 10 - Tekstslide

Zie aan het eind van de weektaak

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.

Slide 12 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 13 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 14 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 15 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 16 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 17 - Tekstslide

42. Stijlfouten (p. 170)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Lezen/maken
Stijlfouten
  • Lees de uitleg op bladzijde 170/171
  • Maak opdracht 1 t/m 3 bladzijde 171
  • Maak opdracht 6 t/m 9 bladzijde 172/173
  • Drillster 1 t/m 3

Slide 20 - Tekstslide

Inleveren huiswerk

Slide 21 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 22 - Open vraag

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 23 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 24 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 25 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 26 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 27 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 28 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 29 - Tekstslide

43. Grammaticale kronkels (p. 174)

Slide 30 - Tekstslide

Lezen/maken
Grammaticale kronkels 1 & 2
  • Lees de uitleg op bladzijde 174/176
  • Maak opdracht 1 t/m 3 bladzijde 174/175
  • Maak opdracht 5, 6 en 8 bladzijde 176/177
  • Drillster 1 t/m 3

Slide 31 - Tekstslide

Inleveren huiswerk

Slide 32 - Open vraag

Inleveren huiswerk

Slide 33 - Open vraag

Evaluatie
  • Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
  • Weet je hoe je je zinnen zonder stijlfouten moet maken
    ?
  • Weet je hoe je zinnen zonder grammaticale kronkels kunt maken?

Slide 34 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 35 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 36 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 37 - Tekstslide

22. Tijd (bladzijde 90)

Slide 38 - Tekstslide

Nakijken huiswerk

Slide 39 - Tekstslide

22. Tijd antwoorden 
1 a Er is sprake van een flashforward. De lezer krijgt korte vooruitblik, je komt te weten dat de
meesterdief gearresteerd zal worden.
b De schrijver maakt gebruik van de flashforward om de lezer benieuwd te maken. De lezer wil graag weten wat er is gebeurd waardoor de meesterdief gearresteerd is. De lezer wil weten wat hij heeft misdaan en hoe de politie hem op het spoor is gekomen.

2 a Het fragment begint met een flashback (regel 1-14). Vervolgens pakt het verhaal op bij de huidige
tijd (regel 16-24).
b Het effect van deze volgorde is dat lezers alvast meer informatie hebben over Sibille. Ze weten al iets van wat het personage heeft meegemaakt. Zo begrijpen ze Sibille beter.


Slide 40 - Tekstslide

22. Tijd antwoorden 
3 a In regel 20-21 is er een versnelling. In de eerste zin twijfelt het personage nog of hij de trap of de lift zal nemen, in de zin erna staat hij al bijna voor de deur.
 b In regel 3-16 is er een vertraging. Dit zie je aan de gedachten van de ik (‘Word ik achtervolgd?’
‘Klopt dit wel? Het lijkt hier totaal uitgestorven’ en: ‘Wat als het niet serieus is? Eén grote leugen?’) leest. Ook lees je hoe de ik zichzelf toespreekt: ‘nummer 330’ en: ‘langzaam lopen relax, langzaam lopen relax’.


4 Te beoordelen door de docent

Slide 41 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
1 a goed
b Stille Oceaan
c goed
d goed
e Hollywood
f Boekenweekgeschenk
g Tweede Kamer
h Noorderlicht
i Vereniging Natuurmonumenten
j mevr. C. de Haan

Slide 42 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
2 a Stichting HALT en het Openbaar Ministerie (OM) zijn een proef gestart.
b Jonge hackers die een HALT-straf opgelegd krijgen, kunnen aan het werk worden gezet bij een
computerbedrijf.
c De stichting en het OM hebben een eerste proef gedaan in samenwerking met drie noordelijke
computerbedrijven.
d De pilot wordt Yoda genoemd, naar het personage uit Star Wars.
e Volgens het OM Noord-Nederland krijgt de pilot een vervolg in de rest van het land, schrijft RTV
Drenthe.


Slide 43 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
3 Je schrijft ‘stichting’ met een hoofdletter wanneer het onderdeel is van de naam van de stichting, zoals Stichting HALT, je schrijft het zonder hoofdletter als je het over stichtingen in het algemeen hebt. Bijvoorbeeld: ‘Stichting HALT is een stichting die jeugdcriminaliteit bestraft en voorkomt.’


Slide 44 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
4 a De afkorting ‘s.v.p.’ staat voor ‘s’il vous plaît’. Dit is Frans voor alstublieft. ‘Blokletters’ is een
ander woord voor hoofdletters. Je wordt verzocht om het formulier in hoofdletters in te vullen.
b Handschriften kunnen erg van elkaar verschillen. Er zijn verschillende manieren om dezelfde letter als kleine letter te schrijven, denk bijvoorbeeld aan de s, de a, de b en de k. Ook schrijven sommige mensen los en andere mensen aan elkaar. Deze variaties in handschrift kan een ingevuld formulier lastig leesbaar maken.
Met hoofdletters heb je hier minder last van. Iedere hoofdletter kan maar op één manier geschreven worden en je schrijft hoofdletters altijd los van elkaar. Met hoofdletters heb je dus minder variatie in handschrift. Dit maakt een ingevuld formulier makkelijker leesbaar. Soms worden computers gebruikt om formulieren in te scannen en te ‘lezen’. Computers hebben nog meer profijt van het gebruik van hoofdletters dan menselijke lezers.

Slide 45 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
5 a Okke de Vries, onze buurman uit de Prins Bernhardstraat, speelde met Pasen afgelopen
maandag voor paashaas.
b Hé, ken je deze al? Wist je dat je op Justin Timberlake?
c Ondanks alle liefdesbrieven en betuigingen die hij haar stuurde, kon hij haar niet overtuigen; ze tonden vol met typ-, spel- en taalfouten.
d ‘Houd jij niet van seizoenen?’(,) riep Saskia’s bijdehante kleine zusje verbaasd uit. ‘Ik wel. ’s Zomers kun je lekker zwemmen, maar ’s winters kun je naar de Winter Efteling.’
e In Twente werden tijdens de Tachtigjarige Oorlog de rooms-katholieke pastoors vervangen door protestantse predikanten, totdat Oldenzaal weer werd veroverd door de Spanjaarden.

Slide 46 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
6 Bijvoorbeeld:
Waarom af en toe even lekker niksen goed voor je is
Eindelijk weekend! Neem jij de tijd om wat voor je uit te staren en een beetje rond te lummelen? Dat is heel goed voor je, blijkt uit onderzoek. Niksen is heel belangrijk. Het is zelfs een basisbehoefte. ‘Biologisch kennen mensen twee toestanden: ontspanning en inspanning’, legt gedragsbioloog Patrick van Veen uit. ‘Die moeten elkaar afwisselen. Doe je dat niet, dan word je knettergek. Mensen met een burn-out hebben te weinig genikst.’
Het is niet erg om hard te werken, maar je lichaam moet ook herstellen. Niksen gaat niet alleen om iets wat heel weinig fysieke actie vergt, maar ook om wat nauwelijks psychische inspanning kost. ‘Kijk naar apen’, zegt Van Veen. ‘Die kunnen loom in een boom hangen en écht niks doen. In zo’n rusttoestand verteren ze hun voedsel en resetten de hersenen zich.

Slide 47 - Tekstslide

28. Hoofdletters en leestekens (p. 114)
7 Te beoordelen door de docent

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide