Les 1 MC, 3.5 Woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Programma

Wat gaan we doen:

• Starten met 3.5 Woorden
• Kofferpresentatie: Jesse, Douwe, Jan R.

                   Leestoets: inplannen inhalen Douwe: maandag 17 febr?
                   Jan L. leestoets nog inleveren

                    Zakelijke email: inplannen inhalen Felix en Samih: maandag 17-2?

3.5 Woorden

Bladzijde 170-171

Wat is ook alweer een synoniem?

Synoniem

Een ander woord met dezelfde betekenis

Bijvoorbeeld:

begin, start, aanvang 

voorbarig, prematuur, vroegtijdig

verveeld,  futloos, hangerig, lamlendig

Antoniem

Een woord met een tegengestelde betekenis

Bijvoorbeeld:

donker en licht

goed en kwaad 

rauw en gaar

3.5 Woorden

3.5 Woorden

Aan de slag met 3.5 Woorden

Klassikaal: opdracht 3

Individueel:

Wat?: 3.5 Woorden: 4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 15

+ Leren woorden uit de woordenlijst

Hoe?: zelfstandig (zachtjes overleggen mag)

Tijd: 15 minuten

Bespreken 3.5 Woorden opdrachten

opdracht 4

a. eigen antwoord

b. blijdschap, boosheid, verdriet, minachting, walging, neutraal, angst, verbazing 

opdracht 5

a. Welke emoties iemand daadwerkelijk heeft, bepalen we op basis van zaken die om hem of haar heen gebeuren – de context. 

b. foto 1: zin 1

     foto 2: zin 2

c. Je hebt de context van een foto of de hele lichaamshouding van iemand nodig om te zien wat de gezichtsuitdrukking echt betekent. Uit alleen de gezichtsuitdrukking trek je een verkeerde conclusie. 

opdracht 6

a. 

b. eigen antwoord

c. Soms is het onduidelijk (zelfs bij wetenschappers) of iets aangeleerd is of aangeboren. 

opdracht 7

a. Bijvoorbeeld: sommige emoji’s betekenen iets wat hoort bij de Japanse cultuur, niet bij de onze. Of er zijn veel emoji’s voor Japans eten of Japanse treinen. 

b. Emoji’s worden in steeds meer culturen gebruikt. 

c. eigen voorbeeld

opdracht 8

a+b eigen antwoord

c. a teleurgestelde emoji met zweetdruppel

b iemand die van zijn eten aan het genieten is

c een gezicht in een ongemakkelijke situatie

d iemand die een diepe buiging maakt

e vrouw die aangeeft dat alles oké is 

f iemand die achter een informatiedesk werkt en vraagt hoe ze kan helpen

g iemand die een hoofdmassage krijgt

h feestvierende handen 

opdracht 9

a. neutraal

2. de communicatie

3. daadwerkelijk

4. de context

5. element 

6. nuanceren

Programma

Wat gaan we doen:

• Zakelijke email  inhalen deze les: Felix en Samih 
• Kofferpresentatie: Jesse, Douwe, Jan R.
• Starten met 3.9 Spelling
• Leestoets inkijken

                  

 Leestoets: Jan L. leestoets nog inleveren.

Kofferpresentatie

Huiswerk van vandaag

Nog vragen over het huiswerk van vandaag?

3.5 Woorden

Geef een voorbeeld van een

Zwak werkwoord

Sterk werkwoord

Aan de slag met 3.9 Spellng

Wat?:  opdr. 1 t/m 7, 8a, 10 + leren dicteewoorden (en ook weten wat het betekent) 

Klaar met bovenstaande?: oefen met test jezelf en evt versterk jezelf

Hoe?: zelfstandig (zachtjes overleggen mag)

Tijd: 15 minuten

Dit is ook je huiswerk voor 3 maart

Huiswerk voor maandag 3 maart

Maken 3.9 Spelling:

Opdr. 1 t/m 7, 8a, 10 + leren dicteewoorden (en ook weten wat het betekent)

Oefen met test jezelf en evt versterk jezelf