Pak alvast je leerboek en schrift en start met lezen van paragraaf 4.5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij geschiedenis
Binnen= beginnen:
Ga rustig zitten op een plek zitten
Telefoon in je tas of kluis en uit!
Pak alvast je leerboek en schrift en start met lezen van paragraaf 4.5
Slide 1 - Tekstslide
Wat verwacht ik van jullie?
Je luistert in stilte naar de uitleg.
Je doet actief mee aan de opdracht.
Je levert de opdracht met je naam in aan het einde van de les.
Als je een vraag hebt (of het antwoord weet): steek je hand op en wacht tot je de beurt krijgt.
Consequenties:
- 1e waarschuwing: kans om je gedrag aan te passen.
- 2e waarschuwing =naam op het bord
- 3e waarschuwing = gele kaart halen
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
Denken-delen -uitwisselen (3 min)
Lesdoelen (1min)
Welk woord weg (5 min)
Uitleg/herhaling Indelen oorzaken (5 min)
Visgraat opdracht ( +/- 10 min)
Nabespreken (5 min)
Afsluiting (5 min)
Slide 3 - Tekstslide
Denken-Delen-Uitwisselen
Denken: Schrijf in je schrift welke soorten oorzaken je nog weet (en gevolgen)(2 min).
Delen: deel met je buurman/vrouw wat je hebt opgeschreven (2 min)
Uitwisselen: Klassikaal (2 min)
timer
2:00
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt soorten oorzaken en gevolgen indelen in sociaal-economische, politiek-bestuurlijke of cultureel-mentale oorzaken en gevolgen.
Kunt van elke soort oorzaak 1 benoemen die leidde tot de Franse Revolutie
Slide 5 - Tekstslide
Soorten oorzaken en gevolgen
Sociaal-economische oorzaken/gevolgen
Politiek-bestuurlijke oorzaken/gevolgen
Cultureel-mentale oorzaken/gevolgen
Slide 6 - Tekstslide
Sociaal-economisch
Heeft te maken met geld, landbouw, handel, werkgelegenheid én de verschillen tussen mensen binnen de samenleving. Denk aan arm/rijk enz.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is een sociaal-economische oorzaak van de onvrede van de derde stand?
A
De derde stand had minder rechten dan de andere standen.
B
De derde stand moest veel belasting betalen en verloor zo geld.
C
De derde stand mocht had weinig invloed op de manier waarop het land werd bestuurd.
D
De derde stand geloofde niet in God.
Slide 8 - Quizvraag
Politiek-bestuurlijk
Heeft te maken met wie de macht heeft, wie mag beslissen, hoe een land wordt bestuurd.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een politiek-bestuurlijke oorzaak van de onvrede van de derde stand?
A
De koning die hoorde bij de tweede stand besliste alles zelf en luisterde niet naar de derde stand.
B
De derde stand moest veel belasting betalen.
C
De derde stand geloofde niet in God.
D
De macht lag bij andere standen. De derde stand mocht helemaal niet besturen.
Slide 10 - Quizvraag
Cultureel-mentaal
Dit heeft te maken met geloof, tradities, muziek, literatuur, normen en waarden enzovoorts. Dit heeft óók te maken met de manier waarop er nagedacht wordt over de samenleving.
Slide 11 - Tekstslide
Wat zou een cultureel-mentale oorzaak kunnen zijn voor de onvrede van de derde stand?
A
De verlichtingsdenkers vonden dat het volk de macht moest hebben of de koning moest luisteren naar het volk.
B
De derde stand moest altijd luisteren naar de andere standen en had geen macht.
C
De derde stand moest veel belasting betalen, terwijl de stand geen macht had.
D
De derde stand geloofde niet meer in God.
Slide 12 - Quizvraag
Zelf oefenen
Maak een visgraatschema op je A3 met daarop de verschillende oorzaken van de Franse Revolutie.
Lees uit paragraaf 4.5, de alinea over de Bestorming van de Bastille. Lees ook bron W9.
Vul het vissengraatschema in.
Maak een onderscheid politieke-bestuurlijke, sociaal-economische en culturele(mentale) oorzaken.
Bewaar dit schema goed, dit heb je nodig voor de summatieve toets.
timer
10:00
Slide 13 - Tekstslide
Visgraatschema
Franse
revolutie
Klaar?
1) Voeg de aanleiding toe
2) Voeg de gevolgen toe aan de andere kant van de 'vissenkop'
Politiek-bestuurlijke oorzaken.
Sociaal-economische
oorzaken
Cultureel-mentale
oorzaken
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoel
Je kunt soorten oorzaken en gevolgen indelen in sociaal-economische, politiek-bestuurlijke of cultureel-mentale oorzaken en gevolgen.
Kunt van elke soort oorzaak 1 benoemen die leidde tot de Franse Revolutie