OK - Chronogrammen, Latijnse tekst en het Romeinse huis les 2425

Oudheidkunde
1 / 59
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 59 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oudheidkunde

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoel:
Je kan een chronogram ontcijferen.
Je weet welke onderdelen er in een Romeins huis zijn. 
  • Heeft iedereen de mytheopdracht ingeleverd? 
  • Chronogram en opdracht 7 & 8. 
  • Het Romeinse huis: keuze uit 2 opdrachten.

Slide 2 - Tekstslide

Mytheopdracht
Je gaat samenwerken in je groepje aan de mytheopdracht. 




timer
30:00

Slide 3 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Hoe zat het ook alweer?

Bereken en noteer in Romeinse cijfers:
CCXXXIX + MLIII = .... 

Slide 4 - Tekstslide

Romeinse cijfers
Hoe zat het ook alweer? 

Bereken en noteer in Romeinse cijfers: 
CCXXXIX + MLIII = MCCXCII


Slide 5 - Tekstslide

Chronogrammen

Slide 6 - Tekstslide

Chronogrammen
Gloriose vicit draconem

Gloriose vicit draconem


Slide 7 - Tekstslide

Chronogrammen
Gloriose vicit draconem

Gloriose vicit draconem
L + I + V + I + C + I + D + C + M =
50 + 1 + 5 + 1 + 100 + 1 + 500 + 100 + 1000 = 1758

Slide 8 - Tekstslide

Maak opdracht 7 & 8 op p. 42-43

Slide 9 - Tekstslide

Het Romeinse huis

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Keuzeprogramma
Je gaat aan de slag met één van de twee opties: 
1. Je vertaalt een Latijns tekstje naar het Nederlands, p. 29 en je maakt de bijbehorende opdrachten op p. 29-30
2. Je leest p. 30-31 en maakt opdracht 3 en 4 op p. 32.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Lees p. 30 en 31 (indeling Romeinse huis). 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Hoe heet de Romeinse hal waar je een huis binnenkomt?
A
domus
B
aula
C
atrium
D
impluvium

Slide 26 - Quizvraag

Vandaag
Het Romeinse huis 
Uitleg opdracht week 31/32 
Fresco's & mythe 

Slide 27 - Tekstslide

Hoe heet een Romeins huis ook alweer?
A
villa
B
insula
C
domus
D
tablinum

Slide 28 - Quizvraag

In het Latijnse tekstje van vorige week stond de zin: avus in cubiculo dormit. Wat is een cubiculum?
A
de woonkamer
B
de slaapkamer
C
de hal
D
de tuin

Slide 29 - Quizvraag

In de tekst kwam ook een poes voor. Deze
was 'in horto'. Hoe noemen wij de hortus tegenwoordig?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat zou 'cave canem' betekenen
A
pas op voor de hond!
B
blaffende hond!
C
lieve hond!
D
hondenkooi

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Wat vind je niet in het atrium?
A
Lararium
B
impluvium
C
cubiculum
D
een bank

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

triclinium
atrium
culina
peristylium
cubiculum
tablinum
werkkamer
zuilengalerij
keuken
eetkamer
hal
slaapkamer

Slide 48 - Sleepvraag

Puzzelen met Romeinse cijfers
Kies uit: 
1. De sudoku met Romeinse cijfers 

2. De kruiswoordpuzzel met Romeinse cijfers 

Succes! 

Slide 49 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Je levert de mytheopdracht in (25 maart). 
Je maakt opdracht 13 + 14 over de chronogrammen. 

Slide 50 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoel:
Je kent de Olympische goden
  • Terugblik Hercules en Latijnse tekst
  • Invullen schema goden
  • Oefenen goden

Slide 51 - Tekstslide

Samenwerken
Voor deze opdracht ga je samenwerken in een groepje van vier of vijf leerlingen. Maar hoe doe je dat? 

De vijf rollen bij het samenwerken 
  • de voorzitter
  • de plant
  • de specialist
  • de zorgdrager
  • de bedrijfsman

Slide 52 - Tekstslide

Voorzitter
De voorzitter is de coördinator van de groep, dus degene die de voortgang in de gaten houdt én iedereen aanspoort om zijn of haar werk te doen. De voorzitter is eigenlijk de leider van de groep.

Je bent: 
  • in staat een leidende rol aan te nemen
  • in staat je groepje te motiveren

Slide 53 - Tekstslide

Plant
De plant is de vernieuwer en de verzinnen, dus degene die met de nieuwe ideeën komt. Dit geldt zowel voor de opdracht zelf als voor problemen die jullie steeds tegen komen. 

Je bent: 
  • creatief
  • eigenzinnig

Slide 54 - Tekstslide

De specialist
De specialist is een vakman, die vooral gespecialiseerd is in het maken van jullie presentatie. Hij of zij is dus degene die jullie powerpoint, filmpje of materiaal in elkaar zet. 

Je bent: 
  • deskundig
  • technisch 

Slide 55 - Tekstslide

Zorgdrager
De zorgdrager is  bezig met de dingen die eventueel mis kunnen gaan. Hij of zij is degene die ervoor zorgt dat dingen goed zijn voorbereid en volgens de afspraak verlopen. 

Je bent: 
  • nauwkeurig
  • precies

De zorgdrager is verantwoordelijk voor de deadlines. 

Slide 56 - Tekstslide

Bedrijfsman
De bedrijfsman zorgt ervoor dat de vele - soms vage - ideeën worden omgezet in concrete plannen: zo gaan we het doen! 

Je bent: 
  • taakgericht
  • ordelijk

Slide 57 - Tekstslide

Vertel je eigen mythe!
  • Verdeel jezelf in groepjes van vier of vijf leerlingen. 

  • Je krijgt van de docent een lijst te zien met mythen waar jullie uit kunnen kiezen. Geef je top 3 op.  

  • Verdeel de rollen voor het samenwerken. Iedereen is ergens verantwoordelijk voor. 

Slide 58 - Tekstslide

Slide 59 - Tekstslide