LV H4 hoofd/bijzaken hoofdgedachte

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Welkom!

Pak vast je leesboek, schrift en pen tevoorschijn en start met lezen!

Vandaag:

Aan het eind van de les weet je (weer)

-welke vier manieren van inleiden er zijn,

-hoe een tekst kan worden afgesloten,

-wat een deelonderwerp is en een kernzin,

-wat wordt bedoeld met het onderwerp van een tekst,

-de hoofdgedachte

-en verwijswoorden en verbindingswoorden.

Op welke manier kan een schrijver de lezer nieuwsgierig maken in de inleiding?

Wat wordt bedoeld met het onderwerp van een tekst?

Hoe bepaal je wat het deelonderwerp is van een alinea?

Wat bedoelen we met 'de hoofdgedachte' van een tekst?

Op welke manieren kan een schrijver de tekst afsluiten?

Noem een paar verbindingswoorden (ook wel signaalwoorden genoemd).

Aan de slag

- Je krijgt teksten met vragen uitgedeeld.

- Je mag op de teksten schrijven en markeren.

Opdracht

1. Lees de tekst.

2. Maak vraag 1 en 2 (die staan boven de tekst).

3. Klaar? Markeer de kernzinnen.

+  -->havo:  Omcirkel de verbindingswoorden (signaalwoorden).

Hoe?
Ieder voor zich.

.

Hoeveel deelonderwerpen heeft deze tekst?

Op welke manier wordt deze tekst ingeleid?

Hoe is deze tekst afgesloten?

Huiswerk voor morgen:  

Maken opdracht 2 (vraag 1 t/m 5)

Havo: maken opdracht 2 (vraag 1 t/m 9 behalve vraag 6)

Het onderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte kan ik benoem.

😒🙁😐🙂😃

Hoofdzaken

- de belangrijkste zaken in een tekst;

- door de tekst globaal te lezen (inleiding, alle kernzinnen, slot)
   kun je de hoofdzaken benoemen.

                                              Bijzaken

- minder belangrijke zaken in een tekst;

- voorbeelden, toelichting, uitleg (want, zoals, namelijk)

Oefenen

Tekst 5 op blz. 193 lezen. Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is het onderwerp van de tekst?

2. Benoem de kernzinnen per alinea.

3. Wat zijn de hoofdzaken?

Noteer je antwoorden in je schrift / op een blaadje

Hoofdgedachte

- wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen.

Hoe formuleer je de hoofdgedachte:

onderwerp + hoofdzaken in 1 zin geformuleerd.

Hoofdgedachte formuleren

1. noteer het onderwerp van de tekst

2. wat vertelt de schrijver over dit onderwerp? noteer het antw.

3. zoek informatie in de titel en/of de inleiding

4. vat de hoofdzaken samen

5. formuleer de hoofdgedachte in 1 zin

LET OP: de hoofdgedachte is NOOIT een vraag!

Hoofdgedachte

De stokstaartjes in Afrika hebben zich dankzij hun lichaamskenmerken en sociale gedrag goed aangepast aan hun ruige leefomgeving.

Maken:

Blz. 195 opdracht 44