Cellen

Planning 
BS 1 t/m 3 Wat weten we nog?
Uitleg BS4 Cellen blz. 110
Tekeningen nakijken
Opdrachten maken

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Planning 
BS 1 t/m 3 Wat weten we nog?
Uitleg BS4 Cellen blz. 110
Tekeningen nakijken
Opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

Welke van de twee beweringen is juist?
1. Een orgaan is een deel van een organisme dat een bepaalde taak uitvoert.
2. Een samenwerkende groep organen noem je een orgaanstelsel
A
Bewering 1 is alleen goed
B
Bewering 2 is alleen goed
C
Bewering 1 en 2 zijn beide goed
D
Bewering 1 en 2 zijn beide fout

Slide 2 - Quizvraag

Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Een functie van heeft het wortelstelsel van een plant is dat het de plant stevig vastzet in de grond. Welke twee andere functies heeft een wortelstelsel nog meer?

Slide 4 - Open vraag

Een blad bestaat uit meerdere onderdelen. Welk van deze onderdelen geef stevigheid aan het blad?
A
Bladmoes
B
Bladschijf
C
Bladsteel
D
Nerven

Slide 5 - Quizvraag


Welk onderdeel van het blad mist bij een bladskelet?
A
Nerven
B
Bladschijf
C
Bladsteel
D
Bladmoes

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een weefsel?
A
Alle cellen samen in een orgaan
B
Cellen met dezelfde vorm en functie
C
Organen die samenwerken
D
De membraan die om de cel heen ligt

Slide 7 - Quizvraag

Mads zegt: Een blad bestaat uit verschillende weefsels dus is een orgaan.
Tigo zegt: Een huidmondje is een voorbeeld van een weefsel bij een plant.
Wie heeft er gelijk?
A
Mads
B
Tigo
C
Mads en Tigo
D
Geen van beiden

Slide 8 - Quizvraag

De plant waterpest is net als veel andere planten opgebouwd uit cellen, organen en weefsels. Deze delen verschillen in grootte en bouw.
Wat is de juiste volgorde als je deze delen van een plant rangschikt van klein naar groot?
A
cel - orgaan - weefsel
B
cel - weefsel - orgaan
C
orgaan - cel - weefsel
D
orgaan - weefsel - cel

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen 
1. Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
2. Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun functie en kenmerken.

Slide 10 - Tekstslide

Onderdelen dierlijke cel
Cytoplasma: Hierin drijven de onderdelen binnenin de plantencel. Het bestaat uit water met opgeloste stoffen. 
Celmembraan: Dit is de "douane" van de cel. Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.
Celkern: ligt in het cytoplasma. 
In de celkern zit het erfelijk materiaal van de plant. 

Slide 11 - Tekstslide

Dierlijke cel

Slide 12 - Tekstslide

Plantencel
Vacuole: blaasje gevuld met vocht in een plantencel

Celwand: stevige laag om de plantencel heen. 

Slide 13 - Tekstslide

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 14 - Tekstslide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 15 - Tekstslide

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 16 - Quizvraag

Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern
B
celwand
C
bladgroenkorrels
D
cytoplasma

Slide 17 - Quizvraag

Is dit een dierlijke of plantaardige cel?
A
Dierlijk
B
Plantaardig

Slide 18 - Quizvraag

Wel in een dierlijke cel
Niet in een dierlijke cel
Sleep de tekst naar de goede plek!
Celkern
Celwand
Celmembraan
Bladgroenkorrels

Slide 19 - Sleepvraag

Wat is een vacuole bij een plantaardige cel?
A
Een stevige rand om de cel
B
De buitenste rand van het celplasma
C
Een blaasje gevuld met vocht
D
De groene kleur van een plant

Slide 20 - Quizvraag

Tekeningen nakijken 

Slide 21 - Tekstslide

Opdrachten maken
Opdracht 1 t/m 7
Niet af = huiswerk
Zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw mag

Slide 22 - Tekstslide