Lessenserie betoog

Lessenserie betoog
H4
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lessenserie betoog
H4

Slide 1 - Tekstslide

Einddoel: aan het eind van p2...
  • weet ik hoe ik een goed betoog in de toetsweek schrijf
  • heb ik geoefend met formuleren van argumenten bij een standpunt
  • weet ik hoe ik van een argument tot een goede alinea maak
  • heb ik geoefend met een goede inleiding en correct slot
  • kan ik een overtuigend artikel van 500-600 wrd. schrijven
  • weet ik hoe ik bronnen op een goede manier gebruik.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel: 
- Na deze les weet ik hoe ik sterke argumenten kan formuleren
- en hoe de opbouw van een betoog er uitziet 

Succescriteria: 
- ik kan de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen in een betoog vinden
- ik weet hoe een sterk argument is geformuleerd 

Slide 3 - Tekstslide

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten
B
Hij wil dat je zijn mening overneemt.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 5 - Quizvraag

Kenmerken betoog:
Tekstdoel= overtuigen.
Schrijver geeft in de tekst zijn mening.
Artikel over een standpunt / hoofdvraag (inleiding).
Schrijver onderbouwt zijn mening met argumenten (de kern)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1 
Kijk op Magister bij week 2 in de map betogen voor opdracht 1 en open betoog 1. 

Markeer: 
- hoofdvraag en standpunt (blauw)
- argumenten (groen)
- tegenargumenten (paars) 

Slide 7 - Tekstslide

AUB-model 

Slide 8 - Tekstslide

Argumenten sterk maken (AUB)
A= Argument: geef je argument in een zin (kernzin
U= Uitleg: geef uitleg waarom dit goed of slecht is
B= Bijvoorbeeld: geef een situatie om het te verduidelijken


NB: voor je argumenten ga je bronnenonderzoek doen: artikelen lezen om te kijken of deze je kunnen helpen.

Slide 9 - Tekstslide

3

Slide 10 - Video

02:25
Goede uitleg bij je argument
Beantwoord hiervoor 2 vragen

Slide 11 - Tekstslide

02:43
Vraag 1
Leg uit wat er zo goed is aan je argument
Show, don't tell = leg het uit zonder dit te benoemen.
Dus niet: dit argument is goed omdat ... 
Maar bijvoorbeeld: op die manier kunnen ...

Slide 12 - Tekstslide

02:57
Uitleg - vraag 2
Leg uit waarom dat wat je bij vraag 1 hebt gezegd goed is. Onderbouw dus je uitleg.
Bijvoorbeeld: "Dit is goed omdat ..."

Slide 13 - Tekstslide

Standpunt 
Er moet een landelijk vuurwerkverbod komen

Slide 14 - Tekstslide

Bedenk een argument als tegenstander voor het standpunt (nog geen uitleg)

Standpunt: er moet een landelijk vuurwerkverbod komen.

Slide 15 - Open vraag

Geef uitleg bij je argument.
Standpunt: er moet een landelijk vuurwerkverbod komen!

Slide 16 - Open vraag

Geef een voorbeeld bij je argument en uitleg.
Standpunt: er moet een landelijk vuurwerkverbod komen!

Slide 17 - Open vraag

0

Slide 18 - Video

Wat vind je sterk aan de presentatie van de voorstander?

Slide 19 - Open vraag


      Het was gisteravond nog op het                     Jeugdjournaal: steeds meer kinderen zijn te dik en dat is een groot probleem.  
      Scholen zouden moeten stoppen met het verkopen van snacks. Snacks zijn heel ongezond,     want je wordt er dik van. Daarnaast kosten snacks geld. Dat geld kan beter voor iets anders gebruikt worden. 
       Kortom, snacks verkopen op school zou verboden moeten worden. Het is ongezond en het kost geld.
Standpunt
A
Argument
B
Subargument
C
Conclusie
D
Standpunt,argument, conclusie

Slide 20 - Tekstslide

  • Stelling 1 - Tijdens de zomervakantie moeten mogelijke zittenblijvers naar school zodat ze naar het volgende leerjaar kunnen. 
  • Stelling 2 - Leerlingen die voor een vak gemiddeld een 7 staan, moeten daarvoor vrijstelling krijgen. 
  • Stelling 3 - Talentenjachten op tv moeten verboden worden voor kinderen onder de 16 jaar.
Oefen met AUB model-kies-geef argumenten
timer
5:00

Slide 21 - Tekstslide

Afkijken van een pro
Filmpje van Zondag met Lubach uit 2015 over waarom we minder vlees moeten eten

Let op de volgende argumenten en hoe hij sommige weerlegt of bijstaat. Maak hier aantekeningen van. 
- Gezondheid
- Dierenleed
- Klimaatvervuiling


Slide 22 - Tekstslide

2

Slide 23 - Video

Wie probeert Lubach met dit filmpje te overtuigen?
A
Vegetariers
B
Groenlinksstemmers
C
Vleeseters
D
Biefstukbitches

Slide 24 - Quizvraag

Wie is Wilma Mansveld?
A
Een politicus die moest aftreden in 2015
B
Boeiend, gast, laat me Lubach kijken

Slide 25 - Quizvraag

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we minder vlees moeten eten, omdat het kankerverwekkend is?

Slide 26 - Open vraag

Hoe weerlegde Lubach het argument dat we geen vlees mogen eten, omdat het zielig is voor de dieren?

Slide 27 - Open vraag

Wat was Lubach zijn hoofdargument waarom we toch minder vlees moeten eten?

Slide 28 - Open vraag

Hoe ziet Lubachs AUB model eruit voor de stelling: 'We moeten minder vlees eten'?

Slide 29 - Open vraag

Antwoord: 
Argument: Het is de makkelijkste oplossing tegen klimaatvervuiling.
Uitleg: De uitstoot van broeikasgassen en de waterverspilling van veeteelt is belachelijk hoog.
Bijvoorbeeld/Bewijs: Uit onderzoek bleek dat de veehouderij een grotere vervuiler is dan andere sectoren zoals luchtvaart, auto's en de kinderwens van Anouk.

Slide 30 - Tekstslide

We hebben volgende week nog vier lessen voor het betoog. Wat zou je in deze lessen graag willen doen?

Slide 31 - Open vraag

Hw: 
kies een stelling 
lees de teksten verkennend

Slide 32 - Tekstslide

Lessenserie betoog
H4d

Slide 33 - Tekstslide

Lesdoel: 
- Na deze les weet ik hoe ik sterke argumenten kan formuleren
- Na deze les weet ik hoe de opbouw van een betoog eruitziet 

Succescriteria: 
- ik kan de argumenten, tegenargumenten en weerleggingen in een betoog vinden
- ik weet hoe een sterk argument is geformuleerd 
- ik kan drie argumenten formuleren 
- ik kan een tegenargument met weerlegging formuleren 
- ik kan een aantrekkelijke eerste alinea schrijven
- ik kan een goed slot schrijven 

Slide 34 - Tekstslide


Je moet de basisschool overdoen.
Je praat tegen iedereen zoals je tegen baby's praat.

Slide 35 - Poll

Pas het AUB-model toe

Slide 36 - Open vraag

Welke stelling heb je gekozen? (huiswerk)
veestapel
te vroeg geselecteerd
vaccinatie

Slide 37 - Poll

Ben je het eens of oneens met de stelling?

Slide 38 - Poll

Markeren 
Je bepaalt of je het eens of oneens bent met de stelling en leest de artikelen nog een keer goed door waarbij je let op de argumenten die links en rechts gegeven worden. Je accentueert de voor jou belangrijke tekstgedeelten. Je kunt verschillende kleuren gebruiken voor je argumenten/ tegenargumenten.

Slide 39 - Tekstslide

AUB-model tegen de stelling: Nederland moet de grenzen sluiten en grensbewaking invoeren

Slide 40 - Open vraag

Bronverslagen 
Vervolgens maak je bronverslagen: alle informatie die je vindt met betrekking tot een bepaald argument/tegenargument zet je onder elkaar.

Maak een bronnenlijst van je gebruikte bronnen.

Slide 41 - Tekstslide

Bouwplan 
• Als laatste vul je je bouwplan in. Ook deze kun je in Magister vinden.
• Je doet de artikelen, bronverslagen en het bouwplan in een mapje.


Slide 42 - Tekstslide