KA 13 + 14

Deze les
Spel Van Dorp naar Hanzestad
1. speel het spel
2. maak het vragenblad, lever deze in. Naam erop.
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 5 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Spel Van Dorp naar Hanzestad
1. speel het spel
2. maak het vragenblad, lever deze in. Naam erop.

Slide 1 - Tekstslide

Instructies
Doel van het spel:
Elke speler is een dorp rond het jaar 1000. 
Het doel van elke speler is om het dorp uit te laten groeien tot de grootste stad met de meeste inkomsten. 

De winnaar is de speler met de rijkste stad, de tweede plaats is voor de speler met de grootste stad.

Slide 2 - Tekstslide

Instructies
3-5 spelers

Opstart:
 De spelers krijgen ieder een kaart met een locatiekaarten (met de dikke rand: klooster, kasteel, rivieren, kust of wegen) en een kaart met een grondstofkaarten (met de stippellijn: turf, erts, wijn, tarwe, laken).
 De spelers leggen deze kaarten open voor zich neer.
 De niet gebruikte beginkaarten worden weggelegd.
 De overige kaarten worden geschud. Elke speler krijgt vier kaarten. De speler neemt de kaarten gesloten in de hand. De rest van de kaarten worden gesloten in het midden neergelegd.
 Er zijn twee soorten kaarten in het spel:
1. Kaarten met een zwarte rand. Deze houdt de speler in de hand totdat hij ze uitspeelt. Hij kan ze uitspelen door ze open voor zich neer te leggen of door ze bij een andere speler neer te leggen (60 stuks).
2. Kaarten met een driedubbele rand. Als een speler deze kaart krijgt, dient hij deze meteen open op tafel te leggen. De inhoud van deze kaart heeft betrekking op alle spelers (dit zijn slechts twee kaarten: De Zwarte Dood en De Duitse Hanze).

Slide 3 - Tekstslide

Instructies
Spelverloop:
Zodra de spelers hun kaarten krijgen, leggen ze de kaarten met dubbele rand open op tafel. De rest houden zij gedekt in hun hand.
De actie van een speler bestaat altijd uit 2 handelingen: 1 kaart spelen en een nieuwe kaart pakken.
Als eerste moet de speler een kaart uit de hand wegdoen. Hij kan dit door een kaart
1) bij zichzelf open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft dan betrekking op de eigen nederzetting)
2) bij een andere speler open op tafel te leggen (de inhoud van de kaart heeft dan betrekking op de nederzetting van deze betreffende speler)
3) als een speler geen kaarten uit kan leggen (omdat het uitspelen van de kaarten een voorwaarde hebben waar nog niet aan voldaan is), dan en alleen dan mag de speler één van de kaarten gesloten wegleggen op een aflegstapel.
BELANGRIJK: Als een kaart gespeeld wordt, wordt de complete inhoud van de kaart (inclusief titel) hardop voorgelezen aan alle speler, die allen horen toe te luisteren!
Als een kaart is gespeeld, pakt de speler een nieuwe kaart van de stapel. Dan is de volgende speler aan de beurt en doet dezelfde acties.

Slide 4 - Tekstslide

Instructies
Einde van het spel
Het spel is afgelopen als de stapel met kaarten op is. De spelers tellen hun munten en hun inwoners. De speler met de meeste munten is de winnaar en de speler met de meeste groei is tweede.

Slide 5 - Tekstslide