1. In de natuurwetenschappen worden vaak experimenten gedaan.
2. het vak natuur en scheikunde gaat vooral over planten en dieren
Welke bewering is juist?
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
1 / 52
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2
In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Hieronder staan twee beweringen.
1. In de natuurwetenschappen worden vaak experimenten gedaan.
2. het vak natuur en scheikunde gaat vooral over planten en dieren
Welke bewering is juist?
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
Slide 1 - Quizvraag
Hieronder staan twee beweringen.
1 De industriële revolutie is geschiedenis en daar heeft natuurkunde niets mee te maken.
2 Bij natuur en scheikunde kijk je naar verschijnselen op je heen
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
Slide 2 - Quizvraag
Noem vier belangrijke onderwerpen waarmee natuur- en scheikunde zich bezighouden.
Slide 3 - Open vraag
Zet de volgende uitvindingen in volgorde van oud naar nieuw
computer
GPS-navigatie
stoomtrein
vliegtuig
Slide 4 - Sleepvraag
1.2
Slide 5 - Tekstslide
Noem twee noodhulpmiddelen die in een practicumlokaal aanwezig moeten zijn
Slide 6 - Open vraag
Als de kleding van iemand tijdens een practicum vlam vat dan moet je hem of haar:
A
onder de douche zetten.
B
blussen met de brandblusser
C
afdekken met een blusdeken
D
de brandweer bellen
Slide 7 - Quizvraag
In de rechter figuur zijn een aantal hulpmiddelen voor het practicum getekend.
Figuur c is een:
A
reageerbuis
B
erlenmeyer
C
maatcilinder
D
bekerglas
Slide 8 - Quizvraag
Onder welke groep hulpmiddelen valt een brander.
A
Apparatuur
B
Glaswerk
C
Gereedschap
D
Stoffen
Slide 9 - Quizvraag
Welke grootheid meten we met het instrument in de afbeelding hiernaast?
A
Gewicht
B
Massa
C
Volume
D
kilogram
Slide 10 - Quizvraag
In de rechter figuur zijn een aantal hulpmiddelen voor het practicum getekend.
Figuur a is een:
A
reageerbuis
B
erlenmeyer
C
maatcilinder
D
bekerglas
Slide 11 - Quizvraag
wat betekend dit veiligheidspictogram
A
schadelijk voor de gezondheid
B
niet mengen
C
corrosief
D
Milieugevaarlijk
Slide 12 - Quizvraag
wat betekend dit veiligheidspictogram
A
ontvlambaar
B
explosief
C
brand bevorderend
D
Milieugevaarlijk
Slide 13 - Quizvraag
Onder welke groep hulpmiddelen valt een thermometer
A
Apparatuur
B
Glaswerk
C
Gereedschap
D
Stoffen
Slide 14 - Quizvraag
In de rechter figuur zijn een aantal hulpmiddelen voor het practicum getekend.
Figuur b is een:
A
reageerbuis
B
erlenmeyer
C
maatcilinder
D
bekerglas
Slide 15 - Quizvraag
1.3
Slide 16 - Tekstslide
Welke formule hoort bij de onderdompelmethode
A
Volume =
eindstand -beginstand
B
Volume =
beginstand - eindstand
C
massa =
eindstand - beginstand
D
massa =
beginstand - eindstand
Slide 17 - Quizvraag
Hiernaast zie je de onderdompel methode, waarbij het volume van een steen wordt bepaald. Wat is het Volume van de steen?
A
14cm3
B
15cm3
C
9cm3
D
39cm3
Slide 18 - Quizvraag
Wat je meet is,
A
de grootheid
B
de eenheid
C
het meetinstrument
D
de hoeveelheid
Slide 19 - Quizvraag
De afgesproken maat is
A
de grootheid
B
de eenheid
C
het meetinstrument
D
de hoeveelheid
Slide 20 - Quizvraag
Wat is de SI eenheid voor temperatuur
Slide 21 - Open vraag
Wat zijn alleen eenheden?
A
lengte, tijd, temperatuur
B
meter, seconde, kracht
C
kilogram,milliseconde
graden celcius
D
massa, kiloseconde, millimeter
Slide 22 - Quizvraag
Volume: 1 liter is
A
1000 deciliter
B
1000 milliliter
C
1000 centiliter
D
100 milliliter
Slide 23 - Quizvraag
Voor het volume zijn er verschillende eenheden. 1 liter =
A
1 cm3
B
1 dm3
C
1m3
D
1mm3
Slide 24 - Quizvraag
Hieronder staan twee beweringen.
1. De meter is een grondeenheid in het SI.
2. De minuut is een grondeenheid in het SI.
Welke bewering is juist?
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
Slide 25 - Quizvraag
Hieronder staan twee beweringen.
1 Met een weegschaal kun je de massa bepalen.
2 Een maatcilinder kun je gebruiken om een bepaalde hoeveelheid vloeistof af te meten.
Welke bewering is juist?
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
Slide 26 - Quizvraag
Hieronder staan twee beweringen.
1 aantal is een grootheid
2 Volume is hetzelfde als massa
Welke bewering is juist?
A
zowel 1 als 2
B
alleen 1
C
alleen 2
D
geen van beide
Slide 27 - Quizvraag
De maximale snelheid in de bebouwde kom is 50 kilometer per uur. Wat is de grootheid in de zin.
A
maximale
B
snelheid
C
50
D
kilometer per uur
Slide 28 - Quizvraag
Peter meet het volume van een vloeistof met een maatcilinder. De maatcilinder geeft 32 milliliter aan. Wat is de eenheid in de zin.
A
32
B
vloeistof
C
volume
D
milliliter
Slide 29 - Quizvraag
De snelheid van een boot wordt gemeten in knopen. Een 'knoop' is een
A
grootheid
B
eenheid
C
meetinstrument
D
geen van de antwoorden
Slide 30 - Quizvraag
Hoe groot is het volume in cm3?
A
2
B
4
C
8
D
16
Slide 31 - Quizvraag
h = 1 dm b = 15 cm l = 1 m Volume = ?
A
15cm3
B
150cm3
C
1500cm3
D
15000cm3
Slide 32 - Quizvraag
Bereken het volume van de steen
A
85 ml
B
65 ml
C
20 ml
D
150 ml
Slide 33 - Quizvraag
Reken om: 123cm =
A
12,3m
B
1,23m
C
0,123m
D
0,0123m
Slide 34 - Quizvraag
Reken om: 1,58km
A
0.158m
B
1580m
C
158m
D
0.0158m
Slide 35 - Quizvraag
reken om: 5 uur is
A
180min
B
240min
C
300min
D
3600min
Slide 36 - Quizvraag
Reken om 2 uur is:
A
120s
B
1200s
C
12.000s
D
7200s
Slide 37 - Quizvraag
Reken om: 3,5 L is
A
3500mL
B
350mL
C
35mL
D
0.035mL
Slide 38 - Quizvraag
reken om: 550 dm3 is
A
550mL
B
5.500mL
C
55.000mL
D
550.000mL
Slide 39 - Quizvraag
Reken om 0,63 mL is
A
630L
B
63L
C
0,0063L
D
0,00063L
Slide 40 - Quizvraag
1.4
Slide 41 - Tekstslide
Bij welk onderdeel van het verslag horen een tabel en een diagram
A
voorspelling
B
onderzoeksvraag
C
resultaten
D
conclusie
Slide 42 - Quizvraag
Mohamed en Sumeyra doen een practicum. Ze meten de uittrekking van een veer door er steeds een andere massa aan te hangen. Ze maken een tabel. Welk diagram hoort hierbij.
A
B
C
D
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 43 - Quizvraag
Wat is er fout in de linker diagram.
A
De getallen op de horizontale as
B
de getallen op de verticale as
C
de grootheden bij de assen
D
de lijn door de meetpunten
Slide 44 - Quizvraag
Wat is er fout in de linker diagram.
A
De getallen op de horizontale as
B
de getallen op de verticale as
C
de grootheden bij de assen
D
de lijn door de meetpunten
Slide 45 - Quizvraag
Wat is er fout in de linker diagram.
A
De getallen op de horizontale as
B
de getallen op de verticale as
C
de grootheden bij de assen
D
de lijn door de meetpunten
Slide 46 - Quizvraag
Aisha maakt een verslag van een experiment. In het verslag verwerkt zij: • algemene gegevens:( titel, klas,naam,datum), voorspelling, de gebruikte materialen;, werkwijze en proefopstelling; een tabel met de resultaten; de conclusie.
Welk belangrijk onderdeel is Aisha vergeten?
Slide 47 - Open vraag
1.5
Slide 48 - Tekstslide
welke materiaaleigenschap hoort bij een mooie glimmende stof
A
Scheikundig
B
natuurkundig
C
esthetisch
D
technisch
Slide 49 - Quizvraag
welke materiaaleigenschap hoort bij een niet giftige stof
A
Scheikundig
B
natuurkundig
C
esthetisch
D
technisch
Slide 50 - Quizvraag
welke materiaaleigenschap hoort bij een niet giftige stof
A
Scheikundig
B
natuurkundig
C
esthetisch
D
technisch
Slide 51 - Quizvraag
Zet de zeven stappen van de ontwerpcyclus in de juiste volgorde