In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Gezonde voeding
2.4 Gezonde voeding
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn de 6 groepen voedingsstoffen?
Slide 2 - Open vraag
Welke 4 functies kunnen voedingsstoffen vervullen?
Slide 3 - Open vraag
Vitamines zijn belangrijk bij gezonde voeding. Ze dienen met name als?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Beschermende stof
D
Reservestof
Slide 4 - Quizvraag
Welk proefje kan ik doen om GLUCOSE aan te tonen in voedingsmiddelen?
Slide 5 - Open vraag
Chemische vertering
Mechanische vertering
Enzymen
Kauwen
Om voedsel beter te kunnen doorslikken
Oppervlakte vergroting
Verteringssappen
In de mond
O.a. in de maag
In de mond
Slide 6 - Sleepvraag
Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap
voedsel smeuig maken, start vertering van zetmeel
doden bacterien vertering eiwitten
emulgeert vetten: grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
vertering eiwitten, vetten en koolhydraten afmaken
vertering vetten, eiwitten en koolhydraten
Slide 7 - Sleepvraag
Dit orgaan zorgt voor de vertering van celwanden
Dit orgaan zorgt voor de productie van alvleessap
Dit orgaan neemt voedingsstoffen op in het bloed
Slide 8 - Sleepvraag
Zet de organen van het verterings-stelsel in de juiste volgorde.
Dunne darm
Slokdarm
Mondholte
Dikke darm
Maag
Anus
endeldarm
Lever
Galblaas
Twaalfvingerige darm
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Waar denk je aan bij de term "Gezonde voeding"?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
Eetstoornissen
Anorexia nervosa
Boulimia nervosa
Binge Eating Disorder
Slide 15 - Tekstslide
2.4 Eetstoornissen
Mensen met anorexia nervosa eten te weinig, omdat ze denken dat ze te dik zijn.
Mensen met boulimia nervosa hebben last van vreetbuien en zorgen dat hun lichaam het eten weer kwijtraakt.
Mensen met Binge Eating Disorder eten vaak net zolang door tot ze zich zeer onprettig voelen
Eetstoornissen hebben ernstige gevolgen voor je gezondheid!
Slide 16 - Tekstslide
Kwaliteit van antwoorden.
In de volgende dia krijg je een vraag en een gegeven antwoord te zien. De vraag is 2 punten waard. Beredeneer hoeveel punten je zou geven en waarom? Als je dit lastig vindt mag je ook een ander antwoord formuleren.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Een oude, lichamelijk niet-actieve persoon mag slechts een van de vier genoemde voedingsmiddelen gebruiken.
Vraag: Welk voedingsmiddel kan hij het beste gebruiken? Leg je antwoord uit.
Antwoord: bonen, want een oude persoon heeft niet veel energie nodig als een jonger persoon.
Slide 19 - Open vraag
Kwaliteit van antwoorden.
In de volgende dia krijg je een vraag en een gegeven antwoord te zien. De vraag is 1 punt waard. Beredeneer hoeveel punten jij zou geven en waarom? Als je dit lastig vindt mag je ook een ander antwoord formuleren.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Vraag: Noem één reden waarom het eten van alleen maar vla voor Joram niet gezond is.
Antwoord: Omdat in vla best veel suiker en vetten zitten.