Les 1 Crisis H1 Kiezen

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesbrief Crisis

De lesbrief crisis gaat over belangrijke zaken in de economie: kiezen en ruilen

Hoofdstuk 1:

Belangrijke economische kwesties waarin keuzes gemaakt moeten worden. En we gaan in op wat kiezen inhoudt.

Hoofdstuk 2:

Ruilen en de rol van het geld

H1 Kiezen

In ons leven valt er elke dag heel veel te kiezen:

• Werk je 2 of 3 keer per week?
• Ga je wel of niet je huis isoleren?
• Eet je vegetarisch of niet?

In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de afwegingen die je maakt bij verschillende keuzes en welke rol crises daarbij spelen.

Het vak economie buigt zich ook over die (economische) keuzes die gemaakt worden door huishoudens, bedrijven, overheden.

Welke economische crises
zijn er op dit moment?

Oorzaak- gevolg van een crisis

Consumentenvertrouwen 

Bestedingen

Productie

Werkloosheid

Uitkeringen 

Premiedruk werkenden 

Overheidstekort

Van boven naar beneden: welke invloed heeft het een op het ander?

?

Koopkrachtcrisis

Stikstofcrisis

Energiecrisis

Door 

neemt het besteedbaar inkomen van een huishouden af. 

Mensen komen in de financiele problemen waardoor  

daalt.

De natuur wordt aangetast door een overschot aan stikstof. Huizenbouw- en infrastructuurprojecten worden stilgelegd waardoor 

daalt.

Door de oorlog in Oekraine gaat er minder gas naar Europa. De prijs van gas                  . Huishoudens en bedrijven zijn daardoor meer kwijt aan energie, waardoor de inflatie stijgt en de productie                 .

de stijgende inflatie

de totale productie

Stijgt

het consumentenvertrouwen

Daalt

De oorzaak van deze verschuiving in sectoren zie je in dit plaatje: de industriële revoluties door de eeuwen heen hebben een deel van het arbeidsproces geautomatiseerd (denk aan landbouwmachines, lopende band in fabrieken) waardoor we meer tijd hebben voor andere zaken (lees; onderwijs, onderzoek, en zo technologische vooruitgang) 

Maken opg 1.1 t/m 1.9

Laag consumentenvertouwen

• Mensen zijn bang hun baan te verliezen.
• Mensen gaan geen geld meer uitgeven (want straks ben ik misschien werkloos)
• Er hoeven minder product gemaakt te worden
• Er zijn minder mensen nodig in de bedrijven.
• Dus de werkloosheid stijgt

Hoge rente (ECB)

• Consumenten gaan minder lenen en meer sparen
• Consumenten gaan minder uitgeven
• De inflatie neemt af
• 
  
• MAAR OOK
• 
  
• Producenten gaan minder investeren
• De productie daalt
• De werkloosheid neemt toe