03. Transport - Week 3
1 / 20
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Welk deel van het hart is het meest gespierd?
A
Boezems
B
Kamers
Slide 3 - Quizvraag
Welke kamer heeft meer volume
A
Linkerkamer
B
Rechterkamer
C
Beide kamers zijn evengroot
Slide 4 - Quizvraag
Wat houdt bloeddruk in?
A
De druk tegen de wanden van bloedvaten
B
De druk tegen de wanden van het hart
C
Zowel antwoord A als B is goed.
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Welk bloedvat hoort bij de volgende omschrijving: 'Dik, stevig en elastisch'
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Ader
Slide 8 - Quizvraag
Welk bloedvat hoort bij de volgende omschrijving: 'Minder diep in het lichaam'
A
Slagaders
B
Haarvaten
C
Ader
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Is de aorta zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
Slide 11 - Quizvraag
Is de onderste holle ader zuurstofarm of zuurstofrijk?
A
Zuurstofarm
B
Zuurstofrijk
Slide 12 - Quizvraag
Welke twee organen worden door de poortader verbonden?
A
Maag & Darmen
B
Darmen & Lever
C
Lever & Nieren
D
Nieren & Maag
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Waar wordt zuurstof opgenomen?
A
Longen
B
Nieren
C
Darmen
D
Nieren
Slide 15 - Quizvraag
Waar wordt glucose opgenomen?
A
Longen
B
Nieren
C
Darmen
D
Nieren
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat heb jij deze les geleerd?
