4T Toets Over Taal, Grammatica en Spelling

Toets Blok 5 
Over Taal
Spelling
Grammatica
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Toets Blok 5 
Over Taal
Spelling
Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Herken de
samengestelde zinnen.
A
Ik vind het fijn dat het mooi weer is.
B
De kinderen houden niet erg van skaten.
C
Een lange zin is niet altijd samengesteld.
D
Als je de stof herhaalt, onthoud je meer.

Slide 2 - Quizvraag

Bij samengestelde zinnen
timer
0:25
A
heb je een persoonsvorm
B
heb je geen persoonsvorm
C
heb je altijd meerdere persoonsvormen
D
heb je altijd twee persoonsvormen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een samenstelling
A
zwaaien
B
wangen
C
springen
D
kaasschaaf

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een samenstelling?
A
Een woord met een streepje erin
B
Een woord dat uit minimaal twee lettergrepen bestaat
C
Een woord dat bestaat uit meerdere werkwoorden
D
Een woord dat bestaat uit meerdere zelfstandig naamwoorden

Slide 5 - Quizvraag

Je gebruikt bij de spelling van een werkwoord de regel 'stam+t' bij:
A
ik
B
wij
C
hij

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling van het werkwoord in deze zin: "Gisteren ... hij zich te laat bij Marin."
A
meldt
B
meld
C
melde
D
meldde

Slide 7 - Quizvraag

Lastige werkwoorden. Welke spelling is juist? Kies de t.t.
Ajax ... met FC Barcelona over een opzienbarende transfer
A
onderhandeld
B
onderhandelt
C
onderhandeldt
D
onderhandelde

Slide 8 - Quizvraag

Lastige werkwoorden. Welke spelling is juist? Kies de tt.

Rinskes moeder ... haar naar het modellenbureau.
A
begeleid
B
begeleidt
C
begeleit
D
begeleidde

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste spelling van het werkwoord (t.t).
Hij ..... dat niet leuk.
A
vind
B
vindt
C
vond
D
vont

Slide 10 - Quizvraag

Welke structuur heeft deze zin?

Ik vind hoofdzinnen wel logisch maar bijzinnen zijn wat ingewikkelder.
timer
0:30
A
{hoofdzin} + {hoofdzin}
B
{bijzin} + {bijzin}
C
{hoofdzin}
D
{hoofdzin} + {bijzin}

Slide 11 - Quizvraag

De moeder zoekt ollie, omdat ze de kat kwijt is.
A
Twee hoofdzinnen
B
Een hoofdzin en een bijzin
C
Twee bijzinnen

Slide 12 - Quizvraag

1.7 hoofdzinnen en bijzinnen

Omdat het afdakje lekte, was het hooi nat.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
bijzin, bijzin

Slide 13 - Quizvraag

hoofdzinnen en bijzinnen

Het hooi was vers, maar het was nat.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin,bijzin
C
bijzin, bijzin
D
bijzin, hoofdzin

Slide 14 - Quizvraag

De leerling stelde een vraag toen de docent klaar was met uitleggen.

Waaruit bestaat deze samengestelde zin?
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin
C
twee bijzinnen
D
geen idee

Slide 15 - Quizvraag