3T oefenen grammatica en spelling voor toets Blok 5 en 6

Vandaag
- Lezen in je boek
- Oefenen voor toets donderdag, grammatica en spelling Blok 5 en 6
- Hoofdzinnen en bijzinnen
- Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling
- Woordsoorten
- Rond 13.30 brandoefening
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Lezen in je boek
- Oefenen voor toets donderdag, grammatica en spelling Blok 5 en 6
- Hoofdzinnen en bijzinnen
- Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling
- Woordsoorten
- Rond 13.30 brandoefening

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdzinnen en bijzinnen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Waaruit kan een samengstelde zin bestaan?
A
hoofzin en bijzin
B
zinnen
C
geen idee
D
een of meerdere hoofdzinnen en/of een of meerdere bijzinnen

Slide 4 - Quizvraag

Hij gaat morgen fietsen of hij gaat met de bus.
A
2 hoofdzinnen
B
1 hoofdzin en 1 bijzin

Slide 5 - Quizvraag

Een zin kan nooit twee hoofdzinnen bevatten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Samuel en Thomas hebben gisteren een ongeluk gezien toen ze naar huis fietsten.
A
Dit zijn twee hoofdzinnen
B
Dit zijn een hoofdzin en een bijzin

Slide 7 - Quizvraag

1.7 hoofdzinnen en bijzinnen

Omdat het afdakje lekte, was het hooi nat.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin, bijzin
C
bijzin, hoofdzin
D
bijzin, bijzin

Slide 8 - Quizvraag

1.7 hoofdzinnen en bijzinnen

Het hooi was vers, maar het was nat.
A
hoofdzin, hoofdzin
B
hoofdzin,bijzin
C
bijzin, bijzin
D
bijzin, hoofdzin

Slide 9 - Quizvraag

Bijwoordelijke en bijvoeglijke bepaling in een zin
De bijvoeglijke bepaling kort uitgelegd. Let op dit is geen zinsdeel, maar voegt info toe aan een zinsdeel.
De bijwoordelijke bepaling is het zinsdeel dat overblijft als je de persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp hebt benoemd.

Dit zinsdeel geeft antwoord op vragen als:
Waar?
Wanneer? Waarom? Hoe?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de bijvoeglijke bepaling in de zin:

Het huiswerk was moeilijk
A
Huiswerk
B
Was
C
Moeilijk
D
Is er niet.

Slide 11 - Quizvraag

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barceque van de buren ......................
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 13 - Quizvraag

Een bijvoeglijke bepaling is een
A
zin
B
zinsdeel
C
deel van een zinsdeel

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
....... de post van mijn oma......
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barbecue van de buren ......................
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling/wat zijn de bijwoordelijke bepalingen in deze zin?

Ik heb alles aan mijn vriendin verteld.
A
aan mijn vriendin
B
ik
C
alles
D
er is in deze zin geen bijwoordelijke bepaling

Slide 17 - Quizvraag

Bijwoordelijke bepaling
A
Geeft antwoord op vragen: waar? Wanneer? Hoe? Waarmee? Waarom?
B
Alles wat overblijft

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de bijwoordelijke bepaling?

Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide