Frankrijk voor de revolutie - les 1

Frankrijk voor de revolutie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Frankrijk voor de revolutie

Slide 1 - Tekstslide

Frankrijk was rond 1700 een
A
industriële samenleving
B
moderne samenleving
C
landbouw samenleving
D
een samenleving van jagers en boeren

Slide 2 - Quizvraag

Frankrijk was een standensamenleving. Hoeveel standen waren er in Frankrijk?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 4 - Quizvraag

Welke "stand" was in aantal het grootste?
A
geestelijken
B
edelen
C
boeren en burgers
D
soldaten

Slide 5 - Quizvraag

In 18e eeuw was er in Frankrijk ongelijkheid.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

1. De geestelijken betaalden geen belasting.
2. Zij kregen wel geld uit belastingen.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 7 - Quizvraag

De koning zocht zijn ministers uit de eerste en derde stand.
A
fout
B
goed

Slide 8 - Quizvraag

De geestelijken en de edelen hielpen de koning met het bestuur van het land.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quizvraag

In Frankrijk was de rechtspraak eerlijk.
Het maakte niet uit tot welke stand je hoorde.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

De geestelijken en edelen hadden voorrechten.
A
goed
B
fout

Slide 11 - Quizvraag

1. De eerste en tweede stand waren 1.5% van de bevolking.
2. Ze hadden 1.5 % van de grond in bezit.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 12 - Quizvraag

1. De derde stand was 98% van de bevolking.
2. Ze moesten de belastingen in het land betalen.
A
Beide zijn goed
B
Beide zijn fout
C
1 is goed en 2 en fout
D
1 is fout en 2 is goed

Slide 13 - Quizvraag

Welke hoort bij de geestelijkheid?
A
pacht
B
tiende
C
grondbelasting
D
oogst als zaaizaad bewaren

Slide 14 - Quizvraag

Welke hoort bij de edelen?
A
pacht
B
tiende
C
grondbelasting
D
geen belasting

Slide 15 - Quizvraag

Een ander woord voor grondbelasting is
A
de taille
B
zoutbelasting
C
een tiende
D
privileges

Slide 16 - Quizvraag

Een bisschop hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 17 - Quizvraag

Een advocaat hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 18 - Quizvraag

Het hebben van feodale rechten hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 19 - Quizvraag

Ondervoeding kwam vooral voor bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 20 - Quizvraag