Chap 3 herhaling 3.3 klassikale les

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


Vous (praten, spreken) beaucoup d'orientation.

Slide 4 - Open vraag


Nous (worden) policier, comme mon père.

Slide 5 - Open vraag


Et Sara, elle (kiezen) quelles matières?

Slide 6 - Open vraag


Nous (doen) ce métier avec plaisir. 

Slide 7 - Open vraag


Mais ma tante (werken) dans un hôpital. 

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide


Où tu (wonen) dans 5 ans?

Slide 10 - Open vraag


J’ (wonen) à l’étranger avec des amis.

Slide 11 - Open vraag


Vous (spreken) donc plusieurs langues?

Slide 12 - Open vraag


Nous (kennen) problablement deux ou trois langues étrangères.

Slide 13 - Open vraag


Imagine ta vie dans 15 ans. Quel métier tu (exercer)

Slide 14 - Open vraag


Ingénieur ou directeur; enfin je (gagner) beaucoup d’argent.

Slide 15 - Open vraag


Elle (helpen) les gens tous les jours. 

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide


Vous (praten, spreken) beaucoup d'orientation.

Slide 18 - Open vraag


Et Sara, elle (kiezen) quelles matières?

Slide 19 - Open vraag


Nous (worden*) policier, comme mon père.

Slide 20 - Open vraag


Nous (doen*) ce métier avec plaisir. 

Slide 21 - Open vraag


Mais ma tante (werken) dans un hôpital. 

Slide 22 - Open vraag


Elle (helpen) les gens tous les jours. 

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide


le présent:
Qui (connaître)-tu dans notre nouvelle classe?

Slide 25 - Open vraag


le présent:
Je ne (connaître)presque personne.

Slide 26 - Open vraag


le présent:
Mathieu, lui, il ne (connaître)que nous deux.
C’est encore pire!

Slide 27 - Open vraag


le présent:
Oui, tu as raison. Ce n’est pas grave, on (connaître)bien Mathieu et Cléa.

Slide 28 - Open vraag


le présent:
À nous deux, nous (connaître)déjà … une dizaine de personnes. C’est déjà bien!

Slide 29 - Open vraag


le présent:
Et eux, ils (connaître) presque tout le monde dans la classe.

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide


Maak de zinnen vragend met est-ce que:
Elle est bonne en maths?

Slide 35 - Open vraag


Maak de zinnen vragend met est-ce que:
Tu es forte en physique?

Slide 36 - Open vraag


Maak de zinnen vragend met inversie:
Tu es forte en physique?

Slide 37 - Open vraag


Maak de zinnen vragend met inversie:
Elle est bonne en maths?

Slide 38 - Open vraag

1

Slide 39 - Tekstslide


Kies het juiste vraagwoord:
... métier trouves-tu intéressant?
A
B
C
Quel est

Slide 40 - Quizvraag


Kies het juiste vraagwoord:
... ... tes livres préférés
A
B
Quelles sont
C
Quel est

Slide 41 - Quizvraag


Kies het juiste vraagwoord:
... ... ta note la plus basse ce trimestre?
A
B
C
Quel est

Slide 42 - Quizvraag

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide