Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
La question
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Secundair onderwijs
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Comment poser une question en français?
Slide 17 - Tekstslide
2 types de questions:
1. la question
sans
mot interrogatif
2. la question
avec
mot interrogatif
3 manières pour poser une question:
1. une question avec intonation
(de intonatievraag)
2. une
question avec est-ce que
(de vraag met est-ce que)
3. une
question avec inversion
(de vraag met inversie)
Jullie leren enkel de eerste 2 manieren
Slide 18 - Tekstslide
1. La question sans mot interrogatif
Slide 19 - Tekstslide
Hoe stel je een ja-nee vraag met
intonatie
?
1. Plaats achter de zin
een vraagteken.
2. Lees de zin op een
vragende toon.
Slide 20 - Tekstslide
Hoe stel je een ja-nee vraag met
est-ce que
?
2. Plaats achter de zin
een
vraagteken
.
est-ce que => geen vertaling in NL
est-ce que
1. Zet dit woord
vooraan.
Slide 21 - Tekstslide
Exemples
Tu aimes le chocolat?
Est-ce que tu aimes le chocolat?
Tu es un élève de la classe 2A?
Est-ce que tu es un élève de la classe 2A?
Slide 22 - Tekstslide
Pose une question avec intonation SANS MOT INTERROGATIF.
Slide 23 - Open vraag
Pose une question avec est-ce que SANS MOT INTERROGATIF.
Slide 24 - Open vraag
Indique la bonne question:
Nous regardons la télé. (intonation)
A
Vous regardez la télé?
B
Regardez-vous la télé?
C
Est-ce que vous regardez la télé?
Slide 25 - Quizvraag
Indique la bonne question:
Vous avez un hobby. (est-ce que)
A
Vous avez un hobby?
B
Vous avez un hobby.
C
Est-ce que vous avez un hobby?
D
Est-ce qu'avez-vous un hobby?
Slide 26 - Quizvraag
Indique la bonne question:
Louis cherche son chien. (intonation)
A
Louis cherche son chien?
B
Cherche Louis son chien?
C
Louis cherche son sien.
D
Est-ce que Louis cherche son chien?
Slide 27 - Quizvraag
2. La question avec mot interrogatif
Slide 28 - Tekstslide
Les mots interrogatifs
Om een specifieke vraag te stellen, gebruik je een specifiek vraagwoord.
Slide 29 - Tekstslide
Quiwie?
Qui? = Wie?
Qui est-ce que tu regardes?
=
Wie
ben jij?
Quwat?
Quoi?= Wat?
Tu aimes quoi?
Opgelet bij est-ce que!
Qu'
est-ce que tu aimes?
=
Wat
doe je graag?
Slide 30 - Tekstslide
où =
A
wie
B
wat
C
waar
D
hoe
Slide 31 - Quizvraag
wie =
A
qui
B
quoi
C
combien
D
comment
Slide 32 - Quizvraag
quoi =
A
welk
B
wat
C
waar
D
wie
Slide 33 - Quizvraag
comment =
A
hoeveel
B
waar
C
wanneer
D
hoe
Slide 34 - Quizvraag
Comment poser une question
avec intonation avec mot interrogatif
?
1. Zet je vraagwoord
achteraan
.
2. Zet een vraagteken op het einde van de zin.
3. Lees de zin op een vragende toon.
Slide 35 - Tekstslide
Comment poser une question
avec est-ce que avec un mot interrogatif
?
1. Zet je vraagwoord
vooraan
.
2. Zet het woord est-ce que na het vraagwoord.
3. Zet een vraagteken op het einde van de zin.
est-ce que
...
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Exercices
Slide 38 - Tekstslide
Anouk danse ____________ ?
Tous les mercredis et dimanches.
Slide 39 - Open vraag
___________ est-ce qu'Aline ne peut pas aller au cinéma?
Parce qu'elle est malade.
Slide 40 - Open vraag
________ habite à côté de l’église?
Emilie.
Slide 41 - Open vraag
Yasir et Sam vont _________ ?
A l'école.
Slide 42 - Open vraag
Antoine mange ______ de croissants?
Sept.
Slide 43 - Open vraag
Regarde bien les infos. Pose 2 questions avec intonation à Julien.
- Prénom: Julien
- Age: 12 ans
- Domicile: Bruxelles
- Hobbys: la musique - le foot
Slide 44 - Woordweb
Regarde bien les infos. Pose 2 questions avec 'est-ce que' à Charlotte.
- prénom: Charlotte
- âge: 15 ans
- domicile: Bruges
- hobbys: la guitare - le tennis
- maman: Juliette
- papa: Guy
- 2 frères: Louis et Jules
Slide 45 - Woordweb
Regarde bien les infos. Pose 3 questions à Marie.
- nom: Marie Dupont
- âge: 9 ans
- hobbys: le scout - la danse
- 3 soeurs
- aime les spaghettis
- n'aime pas le chocolat
Slide 46 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
La question
Mei 2023
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question
15 dagen geleden
- Les met
45 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question 4TSO
Augustus 2023
- Les met
22 slides
Frans
Secundair onderwijs
Pré-instruction la phrase interrogative
September 2022
- Les met
17 slides
Frans
Secundair onderwijs
La question sans/avec mot interrogatif
Februari 2021
- Les met
42 slides
Frans
Secundair onderwijs
la phrase interrogative directe
April 2022
- Les met
23 slides
Frans
Secundair onderwijs
la phrase interrogative
November 2022
- Les met
12 slides
Frans
Secundair onderwijs
La phrase interrogative
Februari 2022
- Les met
19 slides
Frans
Secundair onderwijs