Module Arm en Rijk | Week 6 VS1 - Welvaart in Europa

Week 6: VS1 Welvaart in Europa
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Week 6: VS1 Welvaart in Europa

Slide 1 - Tekstslide

Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides.
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kan a.d.h.v. zelf omkaderde kenmerken de welvaart meten in Europa
  • Je legt a.d.h.v regionale verschillen uit waarom het verschil in welvaart in Europa aanwezig is.
  • Je kan de regionale verschillen in Duitsland analyseren en toepassen op Europa als geheel.

Slide 3 - Tekstslide

Wat verstaan we ook al weer onder welvaart?

Slide 4 - Tekstslide

Vraagstuk bij het volgend filmfragment
Welke factoren kunnen jullie omkaderen om welvaart te classificeren?

Maak hier een tabel(classificatieschema) van in je schrift

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Waarom behoren grote delen van Duitsland tot transitieregio's (Oud goud)?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Maak kennis met de ‘gini-coëfficiënt’. Dat is een waarde tussen 0 en 1 die de mate van ongelijkheid in een land uitdrukt. Bij 0 krijgt iedereen precies even veel en leven we in een totaal communistische samenleving. Bij 1 krijgt één iemand alles. In 1977 hadden we nog een gini van 0,24. Maar doordat de belastingen halverwege de jaren tachtig omlaag gingen, liep onze gini snel op naar 0,28 in 1990. Sindsdien is hij min of meer stabiel.  

Slide 10 - Tekstslide

Euroscepsis
Euroscepsis is een term waarmee een kritische houding omschreven wordt ten opzichte van het proces van Europese integratie, of de Europese Unie als vorm. 

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn regionale verschillen?

Slide 12 - Woordweb

Regionale verschillen
Globalisering heeft de economische orde blijvend veranderd. Schaalvergroting, internationale productieketens, sterk mobiele productiefactoren en supra-nationale wet- en regelgeving zijn kenmerkend geworden voor moderne economieën. De invloed van deze globale ontwikkelingen pakt op stedelijk en regionaal niveau echter verschillend uit en heeft daarom gevolgen voor regionaal beleid en de mensen die daar wonen.

Slide 13 - Tekstslide

Regionale verschillen in Duitsland

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Omschrijf in eigen woorden wat communisme betekent

Slide 16 - Open vraag

Sleep de onderdelen naar de juiste plaats!
Kapitalisme
Communisme
Vrijemarkt
economie
Plan
economie
Oost
West

Slide 17 - Sleepvraag

Het ijzeren gordijn

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Hoe valt deze tweedeling te verklaren vanuit een economisch uitgangspunt?

Slide 22 - Tekstslide

Koopwoningen in Duitsland

Hoe valt deze tweedeling te verklaren vanuit een historisch-geografisch perspectief?

Slide 23 - Tekstslide

Koopkracht 
De koopkracht geeft aan hoeveel een huishouden gemiddeld kan kopen. De koopkracht is onder andere afhankelijk van inkomen, belastingen en waardevermindering van geld.

Van belang is hoe de koopkracht zich ontwikkelt over de tijd. Het gaat om de ontwikkeling van het inkomen ten opzichte van de inflatie. Als het inkomen sneller stijgt dan de inflatie, stijgt de koopkracht. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video