3. Klinkerwisselingen

¡Bienvenidos!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Tekstslide

Hoy en la clase de español
  • La evaluación
  • Repaso de vocabulario 
  • Los verbos regulares 
  • Los verbos con cambio (klinkerwisseling)
  • Los deberes

Leerdoel: 
Ik ken de vervoegingen van de werkwoorden met een klinkerwisseling e>ie

Slide 2 - Tekstslide

Schriftelijke overhoring

VRIJDAG  7 OKTOBER     
          T/M TAREA 1.7

Slide 3 - Tekstslide

Los verbos regulares
Herhaal voor jezelf het stappenplan om  regelmatige werkwoorden te vervoegen.
Je leert daarna een volgende stap: de klinkerwisselingen.

tip
Maak eventueel aantekeningen in je Spaanse schrift.
HERHALING!

Slide 4 - Tekstslide

Repaso: los verbos regulares

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan
werkwoorden vervoegen

1. Haal -ar, -er of -ir van het werkwoord af, nu heb je de stam.
2. Wat is het onderwerp van de zin (yo, tú, él ...).
3. Bekijk wat de juiste uitgang is die bij dit onderwerp hoort. (kijk goed bij AR, ER of IR)
4. Plak de uitgang aan de stam.

Voorbeeld: Ella ______ (vivir) en una casa muy grande. 
1. Het is een ir werkwoord, de stam is viv
2. Het onderwerp in de zin is: Ella (zij)
3. Als je kijkt in het schema bij de ir werkwoorden staat er bij ella > e
4. viv + e = vive                        Het juiste antwoord is: Ella vive en una casa muy grande.

Slide 6 - Tekstslide

Herhaling
Zie página 64

Slide 7 - Tekstslide

Los verbos regulares
1. Pepe (bailar) en la discoteca. 
2. Nosotros (comer) paella. 
3. Mi hermano (correr) en el parque. 
4. Pablo y Juan (vivir) en España.
5. Vosotros (estudiar) español, ¿verdad?

Slide 8 - Tekstslide

Los verbos regulares
1. Pepe (baila) en la discoteca. 
2. Nosotros (comemos) paella. 
3. Mi hermano (corre) en el parque. 
4. Pablo y Juan (viven) en España.
5. Vosotros (estudiáis) español, ¿verdad?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

LET OP: 
Bij de nosotros en vosotros vorm NOOIT een klinkerwisseling.
wij
jullie

Slide 12 - Tekstslide

VERBOS E - IE
querer          -        willen, houden van
empezar      -       beginnen
preferir         -      liever willen
entender      -      begrijpen
cerrar             -      sluiten
pensar           -      denken
tener               -      hebben    (de ik-vorm = tengo)

Voorbeeld: 
Tú ______ (tener) 40 años.
La clase ________ (empezar) a las ocho y nueve. 

Deze werkwoorden leer je als werkwoorden met e - ie 
klinkerwisseling
antwoord
tienes
antwoord
empieza

Slide 13 - Tekstslide

1.6 F - Los verbos E - IE
Noteer de juiste vorm van de werkwoorden in je schrift.

1. ¿Qué _____________________(querer, tú)?
2. Yo _____________________(querer) una barra de pan.
3. ¿Qué ______________________(preferir, vosotros), té o leche?
4. Pues, yo ___________________(preferir) agua.
5. ¿A qué hora ____________________(cerrar) el supermercado?
6. Los alumnos no ____________________(entender) al profesor.
7. Chicos, _______________________(empezar, nosotros) la clase.
8. Pepe ________________________(pensar) que no tienen queso manchego

Slide 14 - Tekstslide

Las respuestas

Ejercicio F
1. quieres
2. quiero
3. preferís
4. prefiero
5. cierra
6. entienden
7. empezamos
8. piensa

Plaza de España, Sevilla

Slide 15 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Los verbos querer + tener
Noteer de juiste vormen van “querer” en “tener”.

* Buenas tardes, (nosotros) ________1__________ aceite de oliva.
- Muy bien, ¿de qué marca lo __________2____________ustedes?
* ¿Qu marcas ___________3__________ usted?
- Tenemos “Soloil” y “Aceitole”.
* Pues, una lata de “Aceitole, por favor. Antonio, ¿tú ________4_________ algo más?
> ¿Yo? Ah, sí, claro. ___________5___________ una lata de sardinas, pero en salsa de tomate
willen
hebben

Slide 17 - Tekstslide

Las respuestas
1. queremos
2. quieren
3. tiene
4. quieres
5.

Slide 18 - Tekstslide

de bakkerij
de fruitwinkel
de groentewinkel
de slagerij
de vleeswarenwinkel
de viswinkel
la verdulería
la panadería
la charcutería
la pescadería
la frutería
la carnicería

Slide 19 - Sleepvraag

la pescadería
la verdulería
la panadería
la frutería
la charcutería
la carnicería
de bakkerij
de viswinkel
de slagerij
de fruitwinkel
de vleeswarenwinkel
de groentewinkel

Slide 20 - Sleepvraag

la barra de pan
el paquete
el aceite de oliva
el azúcar
la bolsa
el huevo
la lata
la botella

Slide 21 - Sleepvraag

el agua mineral
el arroz
la mantequilla
el yogur
el jamón
la leche
las sardinas
las magdalenas

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Sleepvraag

Schrijf het woord op in het Spaans. 

Slide 25 - Tekstslide

het ei

Slide 26 - Open vraag

de sardientjes

Slide 27 - Open vraag

de melk

Slide 28 - Open vraag

de olijfolie

Slide 29 - Open vraag

het stokbrood

Slide 30 - Open vraag

de ham

Slide 31 - Open vraag

Wil je extra oefenen met de klinkerwisselingen?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Los deberes
Leren: woordjes 1.4 + werkwoorden met klinkerwisselingen
Oefen minimaal 10 minuutjes via verbuga
viernes, el 30 de septiembre la séptima hora

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link