Met welke twee vergelijkingen kun je het break-evenpunt berekenen?
A
to=tk
B
tw=tk
C
mo=gtk
D
gtk=q
Slide 2 - Quizvraag
TO=45Q TK =42Q+150.000 Hoeveel is de break even afzet
A
50.000
B
3334
C
1.724
D
5.000
Slide 3 - Quizvraag
Bakker de Jong heeft de volgende kostenfunctie: TK = 0,50q + 14.000. In 2016 zijn de marginale kosten van ieder extra brood?
A
0,50
B
0
C
14.000
D
7.000
Slide 4 - Quizvraag
Wordt er winst of verlies gemaakt in punt A?
A
Winst
B
Verlies
C
geen van beide
Slide 5 - Quizvraag
Wordt er winst of verlies gemaakt in punt C?
A
winst
B
verlies
C
geen van beide
Slide 6 - Quizvraag
Maximale winst
Slide 7 - Sleepvraag
Welke oppervlakte(s) geeft/geven de totale winst aan als de organisatie naar maximale winst streeft?
A
ABC
B
AB
C
BC
D
C
Slide 8 - Quizvraag
De prijs waarbij er maximale winst is ligt bij € ......
A
10
B
20
C
40
D
80
Slide 9 - Quizvraag
De maximale winst is € ......
A
40
B
400
C
800
D
1600
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Deze aanbieder heeft maximale omzet bij
A
6 producten
B
15 producten
C
18 producten
D
30 producten
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel is de aangeboden hoeveelheid bij maximale winst?
A
10
B
30
C
50
D
100
Slide 13 - Quizvraag
De maximale winst is € ....
A
125
B
400
C
625
D
1250
Slide 14 - Quizvraag
Maximale winst is bij een hoeveelheid van
A
60
B
40
C
50
D
90
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Winstmaximalisatie MO = MK
Slide 17 - Tekstslide
Maximale omzet
De omzet (TO = p x q) is maximaal als MO = 0. Uitleg: zolang MO positief is (de extra opbrengst neemt dan toe), zal bij een stijgende afzet de TO toenemen Als MO negatief is, zal TO bij stijgende afzet juist afnemen. De MO is dus maximaal als MO niet positief of negatief is, dus 0. Let op: de maximale omzet is niet gelijk aan de maximale winst! De winst hangt namelijk ook af van de kosten.
Slide 18 - Tekstslide
Is de omzet van zojuist (€210.000) de maximale omzet?
A
Ja, want omzet is maximaal bij MO=MK
B
Nee, want omzet is maximaal bij MO=0
Slide 19 - Quizvraag
maximale winst?
A
6
B
6,5
C
4
D
dat kan je niet weten
Slide 20 - Quizvraag
Hoe hoog is de omzet bij maximale winst?
A
(30.000 x €7) = €210.000
B
(50.000 x €5) = €250.000
C
(100.000 x €4) = €400.000
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel producten moet het bedrijf verkopen als zij streeft naar maximale winst?
A
5 miljoen
B
10 miljoen
C
15 miljoen
D
20 miljoen
Slide 22 - Quizvraag
A
BEO = 400
B
BEO = 1 miljoen
C
BEO = 400.000
D
BEO = 1 miljard
Slide 23 - Quizvraag
Totale Kosten
TO
TW
TVK
TCK
GTK
GO
GVK
GCK
MK
MO
TK
Totale Opbrengst
Gemiddelde Totale Kosten
Totale Variabele Kosten
Gemiddelde Opbrengst
Marginale Opbrengst
Marginale Kosten
Gemiddelde Constante Kosten
Gemiddelde Variabel Kosten
Totale Constante Kosten
Totale Winst
Slide 24 - Sleepvraag
Welke formule hoort waar?
Maximale winst
Geen winst en geen verlies
Winst berekenen
GO = GTK
MO=MK
GO - GTK X q
Slide 25 - Sleepvraag
Volkomen concurrentie
P
GO
MO
MK
GTK
Slide 26 - Sleepvraag
MO = 2,5 Bij welke afzet is er maximale winst?
A
6
B
6,5
C
4
D
dat kan je niet weten
Slide 27 - Quizvraag
Hoeveel bedraagt de winst als het bedrijf maximale winst maakt?
A
80 x 10 = 800
B
40 x 20= 800
C
(80 -40) x 10 = 400
D
80 x 20 = 1600
Slide 28 - Quizvraag
Bij hoeveel producten heb ik dus maximale winst?
A
bij 4
B
bij 5
C
bij 3
D
bij 1
Slide 29 - Quizvraag
TO = TK
Qv = Qa
MO = 0
MO = MK
GO = GTK
Break-even
Maximale omzet
Maximale winst
Marktevenwicht
Slide 30 - Sleepvraag
Zet A bij de breakevenafzet
Zet B bij de afzet bij maximale winst
A
B
Slide 31 - Sleepvraag
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
De stukadoor q1=break even q2=maximale winst
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Tekstslide
bea = break-even afzet bep = break-even punt beo= break-even omzet
Wat is waar?
A
B
C
D
A
A=bea, B=bep
vlak stippellijn (D) = beo
B
A=bep, B=beo, vlak stippellijn = bea
C
A=beo, B=bea, vlak stippellijn = bea
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Tekstslide
Samenvatting
TO = totale omzet/opbrengts = p x q
GO = gemiddelde opbrengst = TO/q
MO = marginale opbrengst
TW = totale winst = TO - TK
Maximale winst: mo=mk
Maximale omzet: mo=0
Break even punt: TO=TK of P=GTK
Slide 40 - Tekstslide
Wordt er winst of verlies gemaakt in punt B?
A
winst
B
verlies
C
geen van beide
Slide 41 - Quizvraag
- kosten per product zijn € 5 - er is € 15 aan constante kosten. - verkoopprijs is € 10 per stuk
A
MK = 5 + 15/q
B
MK = 15
C
MO = 10
D
MO = 10q
Slide 42 - Quizvraag
maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK
Slide 43 - Quizvraag
Maximale winst, behaalt de monopolist door:
A
MO = MK te berekenen
B
GO - GTK uit te rekenen
C
GO = GTK te berekenen
D
MO - MK uit te rekenen
Slide 44 - Quizvraag
Hoe bereken je de winst van een bedrijf?
A
P x Q
B
MO=MK
C
BEO-BEA
D
TO - TK
Slide 45 - Quizvraag
Voor een ondernemer geldt het volgende : p=110 TVK=10q TCK=1.000 De productiecapaciteit bedraagt 100 stuks. Als deze ondernemer streeft naar maximale winst, dan geldt
A
GTK= 10
omzet= €11.000
winst= €10.000
B
GTK =20
omzet = €11.000
winst = €9.000
C
GTK = 20
omzet=€10.000
winst=€10.000
D
GTK=20
omzet=€11.000
winst=€10.000
Slide 46 - Quizvraag
Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de verschillende opbrengsten uitrekenen (TO, MO, GO), winst berekenen (TO-TK), break even punt berekenen (TO=TK), winstmaximalisatie aflezen (MO=MK), Maximale omzet berekenen (MO=0).
Slide 47 - Tekstslide
In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
Slide 48 - Poll
Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?
Slide 49 - Open vraag
Huiswerk
Digitaal maken module 2 hoofdstuk 2 vraag 16 t/m 26