Gezonheidskunde Les 1

Gezondheidskunde Les 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Gezondheidskunde Les 1

Slide 1 - Tekstslide



  • AWR
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen             
  • Je hebt kennis over de 6 dimensies van positieve gezondheid en kan deze ook benoemen

Slide 4 - Tekstslide

Waar gaat Gezondheidskunde over?

Slide 5 - Open vraag

De betekenis van gezondheid
Gezondheid is een lastige term, want je kunt je sterk afvragen wat iemand ‘gezond’ of ‘ongezond’ maakt.
Het hebben van een ziekte, aandoening of stoornis zou je kunnen opvatten als ongezond. 

Maar stel dat een persoon met een chronische ziekte heeft leren omgaan met zijn beperkingen en veel energie haalt uit wat hij nog wel kan, dan voelt hij zich wellicht helemaal niet zo ongezond. 

Slide 6 - Tekstslide

Een andere persoon heeft bijvoorbeeld geen duidelijke aandoening, maar ervaart dagelijks stress, ziet het leven niet altijd zitten en voelt zich daardoor ongezond. 

Niet voor niets zijn er over de tijd heen dan ook verschillende pogingen gedaan om de term ‘gezondheid’ uit te leggen.


Een andere persoon heeft 
bijvoorbeeld geen duidelijke 
aandoening, maar ervaart dagelijks stress, ziet het leven niet altijd zitten en voelt zich daardoor ongezond.

Niet voor niets zijn er over de tijd heen dan ook verschillende pogingen gedaan om de term ‘gezondheid’ uit te leggen.

Slide 7 - Tekstslide

WHO-definitie
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ziet gezondheid als ‘een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden, en niet slechts de afwezigheid van ziekte of beperking’. 
Volgens deze definitie kun je dus ook ongezond zijn zonder de aanwezigheid van een ziekte of aandoening, doordat er andere problemen of beperkingen bestaan op een van de drie dimensies: 
  • lichaamsfuncties (fysieke mogelijkheden), 
  • mentale functies (psychisch functioneren)  
  • sociaal-maatschappelijke participatie (sociale contacten en meedoen in de maatschappij).

Slide 8 - Tekstslide

Deze definitie suggereert echter ook dat je altijd ongezond bent wanneer je een ziekte of aandoening hebt. 
Dat legt de focus dus sterk op onmogelijkheden. 

De invloed van een persoon zelf op diens gezondheid wordt achterwege gelaten. 
Met een ziekte, stoornis of beperking kan een cliënt dus ook een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven leiden en zich gezond voelen. Dat maakt de definitie van de WHO minder goed bruikbaar in de huidige praktijk. Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de definitie van de WHO stamt uit 1948. In die periode ging het veel meer om het bestrijden van ziekten. Tegenwoordig ligt de nadruk op het verminderen en voorkomen van ziekten. 
Deze definitie suggereert echter ook dat je altijd ongezond bent wanneer je een ziekte of aandoening hebt.
 
Dat legt de focus dus sterk op onmogelijkheden.

De invloed van een persoon zelf op diens gezondheid wordt achterwege gelaten.

Met een ziekte, stoornis of beperking kan een cliënt dus ook een kwalitatief hoogwaardig en zinvol leven leiden en zich gezond voelen. 

Dat maakt de definitie van de WHO minder goed bruikbaar in de huidige praktijk. 
Dat is ook niet zo gek als je bedenkt dat de definitie van de WHO stamt uit 1948. 
In die periode ging het veel meer om het bestrijden van ziekten. 
Tegenwoordig ligt de nadruk op het verminderen en voorkomen van ziekten. 

Slide 9 - Tekstslide

Ook met een beperking kun je je 'gezond' voelen.

Slide 10 - Tekstslide

Positieve gezondheid
Arts-onderzoeker Machteld Huber introduceerde in 2011 een nieuwe definitie van gezondheid: ‘Gezondheid is het vermogen om aan te passen en eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven’. Ze noemde dit positieve gezondheid, om aan te geven dat het er vooral om gaat wat mensen (nog) kunnen in plaats van wat ze niet (meer) kunnen.

Slide 11 - Tekstslide

zes verschillende dimensies
  1. Lichaamsfuncties
  2. Mentaal welbevinden
  3. Meedoen
  4. Zingeving
  5. Dagelijks functioneren
  6. Kwaliteit van leven

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Lichaamsfuncties: je fysieke gezondheid; hoe fit je je voelt, of je lichamelijke klachten of pijn ervaart, voldoende slapen, genoeg bewegen.
Mentaal welbevinden: je eigenwaarde, je emotionele toestand, gevoel van controle, vrolijk zijn, jezelf accepteren.
Meedoen: sociale contacten, serieus worden genomen, steun van anderen krijgen, ergens bij horen, meedoen aan de samenleving.
Zingeving: welke idealen je wilt bereiken, wat je toekomstperspectief is, een zinvol leven leiden.
Dagelijks functioneren: werken, huishouden runnen, omgaan met tijd en geld, je grenzen kennen.
Kwaliteit van leven: lekker in je vel zitten, je veilig voelen, genieten, gelukkig zijn, voldoende financiële middelen, zekerheid.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Gezondheidsbeleving
De ene persoon blijft bij een hoestje al ziek in bed liggen, de andere blijft met een ernstige infectieziekte gewoon doorwerken. Hoe je je gezondheid - en dus ook een ziekte, aandoening, stoornis en symptomen - ervaart, hangt van verschillende factoren af. Zo beoordelen mensen met een niet-westerse achtergrond hun gezondheid doorgaans als slechter dan mensen met een westerse achtergrond. Socialisatie speelt hierbij een belangrijke rol. Tijdens het socialisatieproces vorm je namelijk ideeën over welke pijn acceptabel is om te dragen en welke niet. Ook leer je tijdens het socialisatieproces welke pijn je wel of niet uit

Slide 16 - Tekstslide

De mate waarin een persoon autonomie (de mogelijkheid om zelf te beslissen) ervaart, speelt ook een rol in de gezondheidsbeleving. Mensen die meer autonomie ervaren, hebben doorgaans minder snel klachten. Zij hebben vaak meer veerkracht, flexibiliteit, en het gevoel controle te hebben over de omgeving. Zij ervaren signalen en lichamelijke symptomen als minder gevaarlijk.

Slide 17 - Tekstslide

Ook waarin een persoon de ‘oorzaak’ van zijn ziekte, aandoening of stoornis zoekt, is van invloed op hoe hij deze ervaart. Als iemand een ziekte als ‘een straf van God’ ziet, wordt dit ervaren als een gegeven waar je geen invloed op hebt. Terwijl iemand die het gevoel heeft dat hij bijvoorbeeld met gezonde voeding het ziekteverloop kan keren of verlichten, zelf de controle houdt over zijn leven.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Boek: Mensen thema 5;
verwerkingsopdrachten 4 en 5

Slide 20 - Tekstslide

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll