In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Periode 3
PSY A
Hoofdstuk 6 of 7
Het kind en de groep
Sociale ontwikkeling
Spelontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag
Aan het einde van de les ken je de begrippen sociale, spel en emotionele ontwikkeling en kun je hiervan voorbeelden benoemen
Samen leren
30 minuten
Lesmateriaal
Opstarten les
5 minuten
1 vel a4 en kleurpotloden of stiften
Uitleg en oefenen theorie 6.2
25 minuten
Basisboek O & O Hoofdstuk 6 of 7
Zelfstandig werken
30 minuten
Werkboek 6.2 of 7.2
eigen keuze
Werkboek O & O Hoofdstuk 6 of 7
Uitbreiden tabel met theorie van 6.2 of 7.2
eigenkeuze
Wordtabel en instructiefilmje in teams
Slide 2 - Tekstslide
Is het gelukt?
Slide 3 - Tekstslide
Kom maar door met die foto's....
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Sociale ontwikkeling
Paragraaf 1, 2 en 3
Spelontwikkeling
Paragraaf 4
Emotionele ontwikkeling
Paragraaf 5
Slide 7 - Tekstslide
Vriendschappen 4-6 jaar
(gr 1+2)
Wisselen regelmatig
Vanaf ongeveer 5 jaar meer speelafspraken met vriendjes
(het kind wordt socialer)
Maar ook competitie met vriendjes neemt toe
(Buitensluiten van anderen)
Slide 8 - Tekstslide
Hoe kun jij als PM-er buitensluiten tegengaan?
Slide 9 - Woordweb
Inleven in anderen 6-9 jaar
Empathie = Gevoelens van anderen herkennen
Door empatisch vermogen kunnen kinderen:
Hechtere vriendschappen aangaan
Zelfde interesses of karaktereigenschappen
Identificatie = Herkennen zichzelf in de ander
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Benoem eens speelgoed dat jij vroeger hebt gehad gebasseerd op robotica en emotie
Slide 12 - Woordweb
Peergroup
Zelfde interesses of karaktereigenschappen
Identificatie = Herkennen zichzelf in de ander
Slide 13 - Tekstslide
Een groep mensen van dezelfde leeftijd en gelijke interesses wordt ook wel een peergroup genoemd. Ga voor jezelf na tot welke peergroups jij nu behoort en geef in enkele zinnen aan wat deze groep(en) voor jou betekent
Slide 14 - Open vraag
Jong basisschoolkind: Kinderen in deze leeftijdsfase krijgen steeds hechtere vriendschappen
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Jong basisschoolkind: vrienden en vriendinnen worden steeds vaker gekozen omdat ze dezelfde karakters of interesses hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Jong basisschoolkind: Een verlegen kind zal altijd vriendschap kiezen met een kind dat juist actief is
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Jong basisschoolkind: Kinderen herkennen zichzelf in hun vrienden of vriendinnen en voelen zich daar prettig bij
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Jong basisschoolkind: Een kind dat altijd het hoogste woord heeft zal vrienden zoeken die dezelfde karaktereigenschappen hebben
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
In groepen uiteen:
Tabel van hoofdstuk 2 en 3 uitbreiden met de informatie van de theorie van vandaag Uitlegfilmpje staat in het team kanaal PSY A les1