Bloed en Bloedsomloop

Bloed en bloedsomloop
Transport
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bloed en bloedsomloop
Transport

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Bloedplasma
7% eiwitten (waaronder fibrinogeen)
veel opgeloste stoffen: voeding, afval(co2) hormonen, enzymen, antistoffen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

In de zwart gekleurde delen van 
het skelet zit rood beenmerg.
Bloedcellen ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • Ronde schijfjes
  • Geen celkern
  • Zuurstof transport
  • Bevat rode kleurstof   hemoglobine (ijzer)
  • Heel erg veel

Slide 10 - Tekstslide

Witte bloedcellen
  • Hebben een celkern
  • Hebben geen vaste vorm,    kunnen daardoor overal komen.
  • Zoeken naar indringers vernietigen deze.
  • Vaak gaat witte bloedcel hierbij dood (= pus).

Slide 11 - Tekstslide

Witte bloedcellen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bloedplaatjes
De bloedplaatjes kleven vast aan de wand en vormen een bloedpropje.

Uit het beschadigde weefsel en uit de bloedplaatjes komen stoffen vrij die een netwerk van draden over de wond vormen en daarmee afsluiten (bloedstolsels).

Slide 14 - Tekstslide

Bloedstolling

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video



Hart-longen-hart = kleine bloedsomloop

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide



Hart-organen-hart = grote bloedsomloop

Slide 19 - Tekstslide

De poortader
Een uitzondering:

Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm omdat er al zuurstof verbruikt is door de dunne darm. Het bloed is wel rijk aan voedingsstoffen. 

De lever kan voedingsstoffen tijdelijk opslaan. De lever heeft zelf ook zuurstof nodig. Dit krijgt de lever van de leverslagader. 

De leverader vervoert de afvalstoffen en koolstofdioxide terug richting het hart.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

longslagader
1
aorta
2

Slide 23 - Tekstslide

Hartklep open

Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Open: 
Er stroomt bloed vanuit de boezems in de kamers.
open
open

Slide 24 - Tekstslide

Hartklep dicht
Tussen de boezems en de kamers zitten hartkleppen.

Dicht: 
Er stroomt bloed vanuit de kamers.
Er kan geen bloed terugstromen naar de boezems.
De wanden van de kamers zijn dikker dan die van de boezems omdat vanuit de boezems alleen naar de kamers wordt gepompt. De linkerkamer is het meest gespierd, van hieruit wordt het bloed naar heel het lichaam gepompt (behalve de longen).
De wanden van de rechterkamer is wat minder gespierd omdat van hieruit het bloed alleen naar de longen wordt gepompt.
dicht
dicht

Slide 25 - Tekstslide

Basisstof 3: Bloedvaten

Slide 26 - Tekstslide

Hartinfarct 

Slide 27 - Tekstslide