Werkwoorden in het Spaans

Hoe begroet je iemand in de ochtend?
"Goedemorgen"
A
Buenas tardes
B
Buenas noches
C
Buenos días
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe begroet je iemand in de ochtend?
"Goedemorgen"
A
Buenas tardes
B
Buenas noches
C
Buenos días

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begroeten iemand vanaf 13.00 uur?
A
Buenos días
B
Buenas tardes
C
Buenas noches

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe begroet je iemand om 10 uur 's (22:00) avonds "Goedenavond"?
A
Buenas tardes
B
Buenas noches
C
Buenos días

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef antwoordt op de vraag in het Spaans.
Hola, ¿Cómo te llamas?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt nu gehad hoe je jezelf kunt voorstellen. Schrijf nu een stukje over jezelf in hele zinnen Spaans: naam, leeftijd, woonplek, afkomst.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling werkwoord SER
Wat betekent het werkwoord SER?
Hoe vervoeg je het werkwoord SER?
Waarvoor gebruik je het werkwoord SER?
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

!
het werkwoord ser betekent zijn.
deze werkwoord gebruik je om te vertellen wat iemand/iets is, wie ze zijn en hoe ze zijn.

Slide 7 - Tekstslide

het werkwoord ser betekent zijn. 
deze werkwoord gebruik je om te vertellen wat iemand/iets is, wie ze zijn en hoe ze zijn.
Ser (zijn) gebruik je bij:
A
Nationaliteit, eigenschap, beroep
B
Nationaliteit, tijdelijke toestand, beroep
C
Nationaliteit, zich bevinden, tijd & datum
D
Nationaliteit, eigendom, gezondheid

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
Ella (is) ________ símpatica.

A
Son
B
Es
C
Somos
D
Soy

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
(Jullie zijn) ________ holandeses.
A
sois
B
somos
C
son
D
es

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent SER = ?
A
llamarse
B
estás
C
zijn
D
tener

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van SER in.
Yo.....................(ik ben) estudiante.
A
eres
B
soy
C
somos
D
son

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De regelmatige werkwoorden

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Yo ____ (leer) todos los días. (leer=lezen)
A
leo
B
lee
C
leemos
D
leer

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vervoeging in van het regelmatige werkwoord "hablar - praten" ;

"Yo ....... con mis amigos"
A
habla
B
hablan
C
hablo
D
hablas

Slide 17 - Quizvraag

tios - ooms/tantes
padres- ouders
abuelos - grootouders
primos - nichtjes/neefjes
Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Yo ___ (caminar) por la mañana y ___ (correr) por la noche.
A
camino / corre
B
camina / corra
C
caminamos / corras
D
camino / corro

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Mi amigo Paco ____ (viajar) mucho a Francia y allí ____ (comer) mucho chocolate.

A
viaja / come
B
viajo / como
C
viajamos / come
D
viaja / comes

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkboek blz. 18 - Opdracht 4
Stuur jouw gemaakte zinnen.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4 zinnen
Yo soy de deventer / Ustedes son de Deventer
Tú escuchas música. 
Yo escucho música con los amigos.
Él viaja a España / Nosotros viajamos a España.
Usted estudia español/ Vosotros estudiáis español.
Vosotros trabajáis en un hotel
Ellas hablan con la familia


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies