H2 Rekenen met schaal

Rekenen N3/N4
Rekenen met schaal
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenen N3/N4
Rekenen met schaal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen deze les?
De planning
Mededelingen
Do's and Dont's
Theorie
Zelf aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Hoofdstuk 2 NU Rekenen 3e editie
Vlakke en ruimtelijke figuren
Omtrek en oppervlakte
(N4) Oppervlakte en ruimtelijke figuren
Inhoud
Plattegronden
Schaal en schaallijn
Aanzichten en doorsneden
Bouwtekeningen en uitslagen
Rekenen met schaal
Referentiematen

Kijk op de ELO of in NU Rekenen voor de weekplanning!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Image by Freepik

Slide 4 - Tekstslide

Image by <a href="https://www.freepik.com/free-photo/blank-billboard-advertisement-green-grass-garden_3186850.htm#page=2&query=announcement&position=31&from_view=search&track=sph">Freepik</a>
Do's and Dont's
Do!
  • Op tijd aanwezig!
  • Actief meedoet met de rekenles!
  • Je spullen op orde (licentie, laptop, oplader en wifi)!
  • Op fluistertoon met elkaar overleggen!
  • 5 minuten voor einde les pas opruimen!
  • Het lokaal opgeruimd en netjes achterlaten!
  • Oordopjes of koptelefoon voor concentratie!

Don't!
  • Jas aan tijdens rekenles!
  • Eten, drinken of snoepen tijdens de rekenles!
  • Telefoneren tijdens de rekenles!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Dit is een foto van een bouwwerk van zeven dobbelstenen. Bij deze dobbelstenen zijn alle ribben twee centimeter lang. Je kunt dit bouwwerk van verschillende kanten bekijken. Naast de foto zijn vier kijkrichtingen A, B, C en D aangegeven. Bij een dobbelsteen is de som van de ogen van twee tegenover elkaar liggende vlakken altijd gelijk aan zeven. Bijvoorbeeld: tegenover de twee ligt de vijf.

Bereken het minimale aantal ogen dat je kunt krijgen als je alle ogen optelt van het aanzicht vanuit richting D.
A
8
B
9
C
7
D
10

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeremy is een medewerker begeleid wonen. Hij zorgt dat de jongeren in hun thuissituatie geholpen worden met de dagelijkse dingen. Bij binnenkomst van de woning is deze plattegrond van de woning zichtbaar. Alle studio’s zijn even groot.
Welke vragen kun je bij dit plaatje verzinnen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soms worden dingen kleiner of groter getekend dan dat ze in werkelijkheid zijn.

Je wilt dan dat het getekende "ding" zoveel mogelijk overeenkomt met de werkelijkheid. Met andere woorden: de verhouding moet hetzelfde zijn.

Voorbeelden van schaal:
- plattegrond van woning
- uitvergroting van insect
- modelbouw
- landkaart of plattegrond

Rekenen met schaal

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij rekenen met schaal is de verhoudingstabel je beste vriend.

Een schaal van 1 : 10 betekent dat het tekende of getoonde in werkelijkheid 10 keer groter is.
Daarbij is het heel belangrijk dat je altijd met dezelfde eenheden (mm, cm, m, km) rekent.

Gebruik altijd de volgende verhoudingstabel
Rekenen met schaal en de verhoudingstabel
1
2
3
4
Wat is de echte hoogte van de Eifeltoren?
5
32400 cm = 324 meter

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de werkelijke lengte van de scooter?
A
1290 mm
B
1740 mm
C
1740 cm
D
17,4 m

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


De lengte van de scooter is in de tekening 58 mm.
Op welke schaal is deze scooter getekend?
alle maten in mm
A
1 : 30
B
1 : 0,03
C
1 : 300
D
1 : 3

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op!!

Als je een blokje van 1 x 1 cm twee (2) keer zo groot maakt dan wordt de oppervlakte meer dan twee (2) keer zo groot.

Probeer maar: lengte 1 cm x breedte 1 cm = 1 cm2
Vergroten met twee  maakt de lengte 2 cm en de breedte ook 2 cm
De nieuwe oppervlakte is dan 2 cm x 2 cm = 4 cm2

De oppervlakte is dus gegroeid met de vergrotingsfactor in het kwadraat!


Oppervlakte en schaal (N4)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
(20 minuten)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(N4)
Je vergroot een foto van
10 x 15 naar 30 x 45.
Hoeveel keer is de foto groter geworden?
A
2
B
4
C
6
D
9

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over deze les?
Vragen over deze les?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Afmaken rekenen met schaal

Volgende keer
  • Rekenen met referentiematen
Huiswerk en volgende keer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Laat weten wat je fijn vind of juist minder fijn!
Exit ticket

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies