BS 2 Voedselproductie

BS 2: Voedselproductie
Th3: Mens en Milieu
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 2: Voedselproductie
Th3: Mens en Milieu

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt manieren noemen waarop een optimale productie van voedsel kan worden verkregen
  • Je kunt de kenmerken van bestrijdingsmiddelen en biologische bestrijding noemen

Slide 2 - Tekstslide

Manieren van Landbouw
  1. Akkerbouw; verbouwen van gewassen
  2. Tuinbouw; verbouwen van gewassen, vaak in kassen.
  3. Veeteelt; het houden van landbouwhuisdieren voor vlees en melk

Slide 3 - Tekstslide

Hoe krijg je een optimale productie van voedsel?

Slide 4 - Tekstslide

Bemesting
Planten hebben mineralen nodig:
  • nitraat
  • fosfaat
  • sulfaat
  • natrium
  • kalium
  • calcium

Mineralen verdwijnen uit de grond door uitspoeling, waarbij mineralen wegzakken met regenwater naar diepere lagen in de bodem.

Om de grond weer van genoeg mineralen te voorzien gebruiken boeren kunstmest of stalmest. Bij meer mest dan de planten op kunnen nemen is er sprake van overbemesting.

Slide 5 - Tekstslide

Bodembewerking

Bijv. meer lucht/zuurstof in bodem door ploegen en eggen
Beschermen tegen ziektes en plagen

Slide 6 - Tekstslide

Bescherming tegen ziekten en plagen


Chemische Bestrijdingsmiddelen

* niet selectief

* optreden resistentie


OPPASSEN voor accumulatie

(zie afbeelding)


Slide 7 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Gewassen worden op een natuurlijke manier beschermd
  • Natuurlijke vijanden; deze kunnen de schadelijke dieren doden
  • Schadelijke dieren lokken of onvruchtbaar maken
  • Vruchtwisseling; door elk jaar een ander gewas te verbouwen voorkom je een plaag op een stuk land

Slide 8 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen veranderen

  • Veredeling; het ontstaan van voedingsgewassen met gunstige eigenschappen
  • Genetische modificatie; als veredeling, maar genen worden verandert
  • Kunstmatige inseminatie (ki); sperma en eicel van dieren met gunstige eigenschappen smelten samen
  • In-vitrofertilisatie (ivf); bevruchte eicellen met gunstige eigenschappen worden in draagmoeders ingebracht

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video