In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
week 6 Verzekeringen
paragraaf 3.3. slaan we over.
Samen paragraaf 3.4 doornemen.
Slide 1 - Tekstslide
VERZEKEREN
Slide 2 - Tekstslide
Neem blz. 86 voor je neus!
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Het schriftelijke bewijs van een verzekering.
A
polis
B
overdrachtsinkomen
C
financiering
Slide 5 - Quizvraag
Polis
Polisvoorwaarden
Premie
Slide 6 - Sleepvraag
maak opdracht 28
Slide 7 - Tekstslide
Eigen risico
Slide 8 - Tekstslide
soorten verzekeringen
aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren
reisverzekering
bromfiets- en motorrijtuigenverzekeringen
woonverzekering
zorgverzekering
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Motorrijtuigverzekering
Het is wettelijk verplicht tegen wettelijk aansprakelijkheid (WA) te verzekeren.
Verzekeren tegen schade die men aan zijn medeweggebruikers toebrengt.
Slide 12 - Tekstslide
Motorrijtuigenverzekering
No-claimkortingen is een bonus-malussysteem .
Een korting op de premie als je een tijdlang schadevrij hebt gereden.
Iemand die schadevrij rijdt minder premie moet betalen
Iemand die niet schadevrij rijdt meer premie moet betalen
Slide 13 - Tekstslide
Een WA-verzekering gecombineerd met een verzekering tegen de schade aan het eigen voertuig
A
WA + cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
cascoverzekering
Slide 14 - Quizvraag
Opstalverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan het huis zelf door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.
De opstalverzekering wordt ook wel woonhuisverzekering genoemd.
Slide 15 - Tekstslide
Inboedelverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan de spullen in een huis door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.
Slide 16 - Tekstslide
Een verzekering voor je spullen in je huis noem je een ...
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.
Slide 17 - Quizvraag
Verplichte solidariteit en zorgverzekering
Iedereen betaalt dezelfde premie voor de basisverzekering, of je nu heel gezond bent, of meer zorg nodig hebt. Dit noem je soildariteit; gezonde mensen betalen mee aan de zorgkosten van de mensen die meer zorg nodig hebben.
Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te verzekeren.
Slide 18 - Tekstslide
Zorgtoeslag
Dit is een bijdrage in de kosten voor de zorgverzekering. Of je zorgtoeslag krijgt en hoe hoog de toeslag is, hangt af van je inkomen. Vanaf 18 jaar krijg je hiermee te maken.
Slide 19 - Tekstslide
Moral hazard / moreel wangedrag
Als je verzekerd bent, heb je misschien de neiging minder voorzichtig met je spullen om te gaan.
Dit heet moreel wangedrag (moral hazard)
Slide 20 - Tekstslide
maak opdracht 29 en 30
Slide 21 - Tekstslide
Je hebt nog geen zorgverzekering. Wat doe je?
A
Je doet niks. Een zorgverzekering is niet verplicht
B
Je doet niks. Je bent toch niet vaak ziek
C
Je sluit een zorgverzekering af. Een zorgverzekering is verplicht.
Slide 22 - Quizvraag
Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
Zorgverzekering
B
Reisverzekering
C
Werkloosheidswet
D
Algemene ouderdomswet
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het verplichte onderdeel van de zorgverzekering?
A
De basisverzekering en het verplichte eigen risico
B
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico
C
De basisverzekering en het vrijwillige eigen risico
D
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico
Slide 24 - Quizvraag
Onderverzekering
Je bent voor een te laag bedrag verzekerd.
Dus eventuele schade uitkering is dan ook minder.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
aan de slag
Week 6 taak maak opdracht 16,17,31,32 en 33 van hoofdstuk 3