paragraaf 3.4

week 5 Verzekeringen
paragraaf 3.3. slaan we over.
Bespreken 11,12 en 13 a t/m c
Samen paragraaf 3.4 doornemen. 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

week 5 Verzekeringen
paragraaf 3.3. slaan we over.
Bespreken 11,12 en 13 a t/m c
Samen paragraaf 3.4 doornemen. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

12 a
A
huurkoop
B
koop op afbetaling

Slide 3 - Quizvraag

12b is hij direct eigenaar
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

12 c

Slide 5 - Tekstslide

13.a de jaarlijkse aflossing is

Slide 6 - Open vraag

13b en c
over de schuld moet je rente betalen. Aan het eind van jaar 1 is de schuld €180.000. Dus je moet 6% over €180.000 betalen. Het is €10.800
13.c Hoe groot is je schuld nog aan het eind van jaar 10? Je hebt al 9x €6.000 afgelost. Dit is €54.000. Dus je schuldrest is nog €180.000-€54.000=€126.000 Over deze restschuld moet je de rente betalen dus: 6%x€126.000= €7.560

Slide 7 - Tekstslide

VERZEKEREN

Slide 8 - Tekstslide

Neem blz. 86 voor je neus!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Het schriftelijke bewijs van een verzekering.
A
polis
B
overdrachtsinkomen
C
financiering

Slide 11 - Quizvraag

Polis
Polisvoorwaarden
Premie

Slide 12 - Sleepvraag

Eigen risico

Slide 13 - Tekstslide

soorten verzekeringen
  1. aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren
  2. reisverzekering
  3. bromfiets- en motorrijtuigenverzekeringen
  4. woonverzekering
  5. zorgverzekering


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Motorrijtuigverzekering
Het is wettelijk verplicht tegen wettelijk aansprakelijkheid (WA) te verzekeren.


Verzekeren tegen schade die men aan zijn medeweggebruikers toebrengt.

Slide 17 - Tekstslide

Motorrijtuigenverzekering
No-claimkortingen is een bonus-malussysteem
.

Een korting op de premie als je een tijdlang schadevrij hebt gereden. 

Iemand die schadevrij rijdt minder premie moet betalen
 Iemand die niet schadevrij rijdt meer
premie 
moet betalen 

Slide 18 - Tekstslide

Een WA-verzekering gecombineerd met een verzekering tegen de schade aan het eigen voertuig
A
WA + cascoverzekering
B
WA-verzekering
C
cascoverzekering

Slide 19 - Quizvraag

Opstalverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan het huis zelf door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.

De opstalverzekering wordt ook wel woonhuisverzekering genoemd.

Slide 20 - Tekstslide

Inboedelverzekering
Woonverzekering voor alle schade die kan ontstaan aan de spullen in een huis door bijvoorbeeld inbraak, brand etc.

Slide 21 - Tekstslide

Een verzekering voor je spullen in je huis noem je een ...
A
inboedelverzekering.
B
opstalverzekering.

Slide 22 - Quizvraag

Solidariteit en zorgverzekering
Iedereen betaalt dezelfde premie voor de basisverzekering, of je nu heel gezond bent, of meer zorg nodig hebt. Dit noem je soildariteit; gezonde mensen betalen mee aan de zorgkosten van de mensen die meer zorg nodig hebben.

Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te verzekeren.

Slide 23 - Tekstslide

Zorgtoeslag
Dit is een bijdrage in de kosten voor de zorgverzekering. Of je zorgtoeslag krijgt en hoe hoog de toeslag is, hangt af van je inkomen. Vanaf 18 jaar krijg je hiermee te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt nog geen zorgverzekering. Wat doe je?
A
Je doet niks. Een zorgverzekering is niet verplicht
B
Je doet niks. Je bent toch niet vaak ziek
C
Je sluit een zorgverzekering af. Een zorgverzekering is verplicht.

Slide 25 - Quizvraag

Bij welke verzekering is moreel wangedrag niet mogelijk?
A
Zorgverzekering
B
Reisverzekering
C
Werkloosheidswet
D
Algemene ouderdomswet

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verplichte onderdeel van de zorgverzekering?
A
De basisverzekering en het verplichte eigen risico
B
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico
C
De basisverzekering en het vrijwillige eigen risico
D
De aanvullende verzekering en het verplichte eigen risico

Slide 27 - Quizvraag

Onderverzekering
Je bent voor een te laag bedrag verzekerd.
Dus eventuele schade uitkering is dan ook minder.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

aan de slag
maken opdracht 21 t/m 30

Slide 30 - Tekstslide