In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
4.3 Hoe werkt de arbeidsmarkt
Kader - klas 5
Slide 1 - Tekstslide
Wat moet je kennen en kunnen?
- Hoe zit de arbeidsmarkt in elkaar. - Wanneer is er werkgelegenheid? - Waardoor ontstaat er werkloosheid?
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord 'arbeidsmarkt'?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Arbeidsmarkt
Arbeidsmarkt = dus het totaal van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid.
Als er meer aanbod (werknemers) van arbeid is dan vraag (werkgevers) naar arbeid is ontstaat er werkloosheid
Slide 5 - Tekstslide
Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan. Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid.
Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid.
Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.
Slide 6 - Tekstslide
Werklozen
Beroepsbevolking
Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioen-leeftijd die werken of werkloos zijn
Mensen met werk
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Werkgelegenheid
Technologie: Hogere arbeidsproductiviteit: bedrijfstijd gaat omhoog, werkgelegenheid laaggeschoold omlaag (FTE) en ander soort banen beschikbaar.
Slide 9 - Tekstslide
Krappe of ruime arbeidsmarkt?
Krappe = veel vraag naar personeel en weinig aanbod Gevolg = Weinig werkloosheid + goede arbeidsvoorwaarden --> Loon/prijs spiraal
Ruime = weinig vraag naar personeel en veel aanbod Gevolg = Veel werkloosheid en slechte arbeidsvoorwaarden.
Slide 10 - Tekstslide
https:
Slide 11 - Link
Productiesectoren
Primaire
Landbouw, mijnbouw en visserij.
Secundaire
Industrie & bouw
Tertiaire
Commerciële dienstverlening (bijv. kapper, marktkoopman, winkels en horeca)
Winst als doelstelling
Quartaire
Niet-commerciële instellingen (bijv. leraar, politieman, arts en brandweer)
Hoeft geen winst te maken
Slide 12 - Tekstslide
In welke sector horen de landbouwer, visser en tuinbouwer thuis?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 13 - Quizvraag
In welke sector horen de soldaat, politieagent, burgemeester, vuilnisman thuis?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 14 - Quizvraag
Welke productiesector is in een derdewereldland veel groter dan in een Westers land?
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire
Slide 15 - Quizvraag
In welke sector horen de timmerman, loodgieter, metselaar en schilder thuis?
A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiaire sector
D
quartaire sector
Slide 16 - Quizvraag
Geregistreerde of verborgen werkloosheid
Geregistreerde werkloosheid
Een deel van de werklozen staat ingeschreven bij het UWV.
Redenen om je in te schrijven bij het UWV
Het is verplicht je in te schrijven om een WW uitkering te krijgen
Het UWV helpt je bij het vinden van een nieuwe baan
Via het UWV kan je je laten omscholen zodat je een grotere kans hebt om een baan
Verborgen werkloosheid
Werklozen die niet bij het UWV staan ingeschreven
Zij schrijven zich niet in omdat ze denken dat inschrijven bij het UWV geen zin heeft of omdat ze geen recht hebben op een uitkering