Basisstof 2 energie

basisstof 2 Energie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

basisstof 2 Energie

Slide 1 - Tekstslide

kenniskaart thema 1

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
- Je kunt het verband benoemen tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe noem je de stof waarmee je iets kunt aantonen bij een proef

Slide 4 - Open vraag

wat is er nodig voor verbranding? wat ontstaat er bij verbranding

Slide 5 - Open vraag

welke brandstoffen ken je allemaal

Slide 6 - Woordweb

brandstof
In je lichaam vindt verbranding plaats. Deze verbranding vindt plaats in de cellen. Bij verbranding in je lichaam is er geen vuur, wel is er brandstof nodig. Glucose is een belangrijke brandstof 

Slide 7 - Tekstslide

zuurstof
Voor de verbranding van glucose is zuurstof nodig. Zuurstof komt in je lichaam door je longen. 
Bij verbranding ontstaan water, koolstofdioxide en energie. 
In alle cellen vindt altijd verbranding plaats, dag en nacht. 

Slide 8 - Tekstslide

5

Slide 9 - Video

00:56
welke brandstof hebben de cellen in je lichaam nodig
A
zuurstof
B
koolstofdioxide
C
indicator
D
glucoes

Slide 10 - Quizvraag

02:18
In welk gerecht zit heel veel glucose
A
patat met mayo
B
spaghetti met ketchup
C
biefstuk met sla
D
vis met wortelen

Slide 11 - Quizvraag

02:46
wat kan er niet plaats vinden zonder zuurstof
A
verbranding
B
ademhaling
C
hoesten
D
warmte

Slide 12 - Quizvraag

04:21
wat komt er vrij bij verbranding?

Slide 13 - Open vraag

05:56
wat eet jij het liefst als je gaat sporten?

Slide 14 - Open vraag

waar in het lichaam vindt verbranding plaats?
A
in het spierstelsel
B
in het verteringsstelsel
C
in alle levende cellen in het lichaam
D
In de spiercellen en dan wordt de energie vervoerd naar de rest van het lichaam

Slide 15 - Quizvraag

veel energie 
bij lichamelijke inspanning gebeurt het volgende:
- In de cellen vindt veel verbranding plaats. Je gaat daardoor sneller ademen. Je hebt meer brandstof nodig.
- Je hart gaat sneller kloppen. Daardoor stroomt het bloed sneller.
- Er ontstaat veel koolstofdioxide (afvalstof)
- door meer verbranding krijg je het warmer. 

Slide 16 - Tekstslide

weinig energie 
Als je weinig lichamelijke inspanning verricht hoeven de spiercellen niet hard te werken. Ze hebben weinig energie nodig. In de cellen vindt daardoor weinig verbranding plaats. 

bij weinig verbranding heb je ook minder brandstof en zuurstof nodig,

Slide 17 - Tekstslide

exit ticket:
wat heb je meer nodig bij lichamelijke inspanning

Slide 18 - Open vraag

exit ticket:
wat gebeurt er bij meer lichamelijke inspanning in je lichaam?

Slide 19 - Open vraag