Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
P1les17 04-11
1 / 42
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
42 slides
, met
tekstslides
en
4 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Formulieren voor excursie Spanje
Heb je hem nog niet ingeleverd, doe dit dan zo snel mogelijk.
Stuur ook een foto van je ID/Paspoort naar nl@jfc.nl
Slide 2 - Tekstslide
SO uitdelen
Cijfer = 10 - (aantal fout : 2,38)
Laagste cijfer: 1
Hoogste cijfer: 10
Gemiddelde cijfer: 5,8
Slide 3 - Tekstslide
Nabespreken SO
De vervoeging van de pretérito imperfecto: regelmatig
Werkwoorden die eindigen op: AR
aba, abas, aba, ábamos, abais, aban
Werkwoorden die eindigen op: ER/IR
ía, ías, ías, íamos, íais, ían
Slide 4 - Tekstslide
Nabespreken SO
De vervoeging van de pretérito imperfecto: onregelmatig
Er zijn maar drie onregelmatige werkwoorden in de imperfecto waarvan je alleen 'ser' en 'ir' hoeft te kennen.
Slide 5 - Tekstslide
Nabespreken SO
Antes .....................................Ahora.................................
Vroeger ................................ Tegenwoordig/nu ...............................
Ejemplos:
Antes vivía en Voorthuizen. Ahora vivo en Barneveld
Antes jugaba al fútbol. Ahora juega al Jockey
Antes tocaba la guitarra. Ahora toco el violín
Slide 6 - Tekstslide
Samenvatting
Op de volgende pagina's vind je alle grammatica die we hebben behandeld in unidad 3 en unidad 4.
Slide 7 - Tekstslide
Tekstboek página 36 gramática
El gato está .................................... la caja
encima de - debajo de
detrás de - delante de
a lado de/junto a - dentro de
a la derecha de - a la izquierda de
aquí - ahí
Slide 8 - Tekstslide
Tekstboek página 36 gramática
Hay:
Hay = er is/er zijn - wordt gebruikt met zelfstandignaamwoorden + onbepaald lidwoord/telwoord
Hay un sofá en mi habitación.
Tengo dos lámparas en el comedor.
Slide 9 - Tekstslide
Tekstboek página 36 gramática
Está:
Está = is - geeft aan waar iets is en wordt gebruikt met zelfstandige naamwoorden + bepaald lidwoord
¿Dónde está el cuatro de baño?
la iglesia está en el centro de Madrid
Slide 10 - Tekstslide
Gramática página 37
Slide 11 - Tekstslide
haber, ser y estar
Haber -> hay existencia het bestaan
Ser -> es describir beschrijven
Estar -> está localizar localizeren
En Madrid
hay
una iglesia.
Es
una iglesia muy grande.
Está
en el centro a lade del supermercado
Slide 12 - Tekstslide
0
Slide 13 - Video
haber, ser y estar
Slide 14 - Tekstslide
0
Slide 15 - Video
Gramática página 40 bovenaan
Bestudeer ook :
Usos de Ser, Estar, Haber y Tener
Slide 16 - Tekstslide
Lo, La, Las y Los
Het lijdend voorwerp kan in het Spaans vervangen worden door lijdende voornaamwoorden. Er zijn er vier. Lo, La, Los y Las.
Por ejemplo:
¿Has visto
mi hermana
?
Sí,
la
he visto en el supermercado.
Slide 17 - Tekstslide
Lo, La, Las y Los
Más ejemplos:
- ¿
Estas gafas
son tuyas?
Las
he encontrado en el coche.
- ¿Dónde está
la mochila
?
x
La
he visto en el comedor
Slide 18 - Tekstslide
Lo, La, Las y Los
Más ejemplos:
- ¿Has recibido
mi correo electrónico
?
x Sí,
lo
he leído. Es muy interesante.
- ¿Y
los documentos
? ¿
Los
has visto?
x No, no
los
he visto
Slide 19 - Tekstslide
un/uno, algún/alguno, ningún/ninguno
Slide 20 - Tekstslide
un/uno, algún/alguno, ningún/ninguno
Slide 21 - Tekstslide
una, alguna, ninguna
Slide 22 - Tekstslide
una, alguna, ninguna
Slide 23 - Tekstslide
Gramática página 39
Slide 24 - Tekstslide
Gramática página 39
Slide 25 - Tekstslide
El pretérito imperfecto
Slide 26 - Tekstslide
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto
Slide 27 - Tekstslide
El pretérito perfecto todos los verbos
Slide 28 - Tekstslide
0
Slide 29 - Video
0
Slide 30 - Video
¿Cuándo se usa el pretérito imperfecto?
- voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo
era
alto y
llevaba
una barba blanca.
-
voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes
iba
todos los días a la piscina.
Slide 31 - Tekstslide
El pretérito imperfecto: signaalwoorden
Antes vroeger
el la epóca de ......... in de periode .................
de niño als kind
de pequeño toen ik klein as
de joven toen ik jong was
Slide 32 - Tekstslide
Ser y Estar + bijvoeglijk naamwoord
Slide 33 - Tekstslide
'Cuando' y 'Ya no'
Slide 34 - Tekstslide
Oorzaak: ‘porque’ y ‘como’
lkjlk
Staat 'omdat' aan het begin van de zin dan gebruik je COMO
Slide 35 - Tekstslide
LET OP BIJ ‘COMO’
Slide 36 - Tekstslide
Gevolg: (Y) por eso
Slide 37 - Tekstslide
Tegenstellingen: en cambio
Slide 38 - Tekstslide
Informatie toevoegen: Además
Slide 39 - Tekstslide
Gramática tekstboek página 50
Slide 40 - Tekstslide
Gramática tekstboek página 50
Structuurwoorden
- De vez en cuando = af en toe
- En la época de = in de tijd van
Slide 41 - Tekstslide
Mucha suerte con la preparación de los exámenes
Slide 42 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
P1Les02 02-11
November 2021
- Les met
38 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P1Les16 28-10
Oktober 2020
- Les met
24 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
P1Les15 10-10
Oktober 2022
- Les met
26 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Introducion Explora y Llega ser - Sé Visible
Januari 2024
- Les met
14 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Introducion Sé Visible - Explora y Conviértete
Januari 2024
- Les met
14 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy
Vincent van Gogh: Verdadero o falso
Februari 2023
- Les met
35 slides
door
Van Gogh Museum
Art
Primary Education
Age 10-13
Van Gogh Museum
Ana Frank, la Casa de atrás
December 2022
- Les met
13 slides
door
Anne Frank Stichting
Historia
History
+1
Primary Education
Age 10-12
Anne Frank House
¿Qué saber de 12 lecciones para trabajar la autoestima? INTRODUCCIÓN (6-99 años)
Februari 2024
- Les met
18 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy