H2 Na Klar Kapitel 2 Grammatik D - lidwoorden

Kapitel 2
Grammatik D
Welke combinatie klopt wel?
schrijf het in de chat:

das Frau, der Kind, die Mann, der Mittwoch, 
das Mädchen, der Kuh, die Nacht, der Lehrerin, die Schuhe
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Kapitel 2
Grammatik D
Welke combinatie klopt wel?
schrijf het in de chat:

das Frau, der Kind, die Mann, der Mittwoch, 
das Mädchen, der Kuh, die Nacht, der Lehrerin, die Schuhe

Slide 1 - Tekstslide

Hast du alles richtig?
DER MITTWOCH 
DAS MÄDCHEN 
DER MORGEN 
DIE SCHUHE
das Frau, der Kind, die Mann, der Mittwoch, 
das Mädchen, der Kuh, der Morgen, der Lehrerin, die Schuhe

Slide 2 - Tekstslide

Was lerne ich heute?
*dat zelfstandig naamwoorden in het Duits een geslacht hebben;

*de belangrijkste regels om te bepalen welk geslacht een zelfstandig naamwoord waarschijnlijk heeft.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Lidwoorden
de man
de vrouw
het kind
de kinderen
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder (meervoud)
Je leerde dat in het Duits alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter worden geschreven. (Mann, Frau, Kind)

Slide 5 - Tekstslide

Für den nächsten Auftrag brauchst du S. 66 und die Lernliste Kap. 2 !

Slide 6 - Tekstslide

stopwatch
00:00
Noem 5 woorden in het Duits met het
lidwoord 'die'? (vrouwelijk dus...)

Slide 7 - Woordweb

Maak de juiste combinaties
Wat is het geslacht van de volgende woorden? (der, die, das)

Slide 8 - Tekstslide

Hengst
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Haus
Freund
Schule
Möglichkeit
Kater
Mannschaft
Mädchen
Tante
Pferd

Slide 9 - Sleepvraag

Wat is het geslacht van Opa?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 10 - Open vraag

Wat is het geslacht van " Kind" ?
Vul in der, die of das
timer
0:10

Slide 11 - Open vraag

Wat is het geslacht van "Freundschaft"
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 12 - Open vraag

Wat is het geslacht van " Kuh"?
Vul in: der, die of das
timer
0:10

Slide 13 - Open vraag

der :
- mannelijk personen:
der Mann, der Onkel, der Opa;
- mannelijke dieren;
- mannelijke beroepen;
- de dagen;
- de maanden;
- de dagdelen;
- de jaargetijden.



Woorden die eindigen op een -e
Die Suppe, die Straße
die:
- vrouwelijke personen:
die Frau, die Oma, die Schwester;
- vrouwelijke dieren;
- vrouwelijke beroepen:
die Lehrerin, eindigt op -in;
- woorden op -heit;
-woorden op -keit;
- woorden op - ung;
- woorden op -e .



Slide 14 - Tekstslide

Heb je de stof begrepen?
A
helemaal
B
een beetje
C
niet

Slide 15 - Quizvraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 16 - Open vraag