week 4 (H5 spelling)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we doen?

• Mededelingen
• Lesdoel
• Spelling H5 Hoofdletters en aanhalingstekens
• Aan het werk
• Vragen 
• Lesdoel controleren

Mededelingen

• Afspraken voor online les staat op Its
• Opdrachten in Teams

Starten online les

• Pak vast je schrift zodat je mee kunt schrijven tijdens de uitleg.
• Klikken op het handje in Teams als je een vraag hebt -> tijdens de presentatie in LessonUp mag je mij onderbreken.

Wat is het verschil tussen zin a en zin b?

a Heb jij gisteravond de mol nog gezien?

b Heb jij gisteravond De Mol nog gezien?

a Toen Yvonne van de berg naar beneden kwam, stond haar vriendin op haar te wachten.

b Toen Yvonne van de Berg naar beneden kwam, stond haar vriendin op haar te wachten.

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken. 

Wanneer gebruik je een hoofdletter in het Nederlands?

Hoofdletters 

Je gebruikt een hoofdletter:

• aan het begin van een zin -> Vandaag ga je boodschappen doen. (let op: 's Avonds geef ik een feest. / 11 feestvarkens staan al bij de ingang.)

• bij eigennamen (namen van personen, steden/landen, feesten, merken)   -> Britt, Groningen, Pasen, Coca-Cola

• bij bijvoeglijke naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid -> Nederlandse stroopwafels, Spaanse churros

Kleine letter

Je gebruikt een kleine letter:

• bij samenstellingen met religieuze feesten: paasmaandag, kerstvakantie

• bij religies, stromingen en afleidingen daarvan: christendom, islamieten

• bij windstreken: het oosten, zuidwest

• bij namen van seizoenen, maanden en periodes: herfst, november

Aanhalingstekens (1)

Je gebruikt aanhalingstekens:

• bij de directe rede/citaten: 

Voorbeeld: 

'Wil jij de honden eten geven?', vroeg Madelein aan Saar.

Maarten zei: 'Ik ga nog even een rondje lopen.'

'Als dat zo is', zei Peter, 'wil ik haar eerst even bellen.'

Aanhalingstekens (2)

• bij titels:

Hij raadde mij aan om 'Once Upon a Time' te kijken.  

• als je nadruk wil leggen op het woord / doelt op het woord zelf en niet de betekenis:

Ik kon hem niet goed vertellen wat ik bedoelde met 'betuttelen'. 

Aanhalingstekens (3)

Let op:

Je gebruikt geen aanhalingstekens bij de indirecte rede en bij gedachten:

Meneer Koops vroeg aan een voorbijganger of hij hem kon vertellen waar de supermarkt is.

Ik vroeg me af: hoe lang duurt het nog voordat ik jarig ben?

Welke zin is goed?

1. De winter begint in december.
2. De winter begint in December.

Welke zin is goed?

1. Ik rijd op een spaans paard.
2. Ik rijd op een Spaans paard.
3. Ik rijd op een Spaans Paard.
4. Ik rijd op een spaans paard

Wanneer gebruik je een aanhalingsteken?

1. Bij een leespauze
2. Voor een opsomming
3. Bij een citaat en om een woord op te laten vallen

Welke zin is goed?

1. 'Kunnen we eindelijk naar huis gaan?', vroeg Carla aan Michel.
2. Kunnen we eindelijk naar huis gaan?, vroeg Carla aan Michel.
3. Kunnen we eindelijk naar huis gaan? Vroeg Carla aan Michel.
4. 'Kunnen we eindelijk naar huis gaan?,' vroeg Carla aan Michel.

Extra oefenen?

Als je het lastig vindt om hoofdletters en leestekens correct te gebruiken, kun je eerst opdracht 1 en 2 maken uit De Brug (blz. 255), voordat je verder gaat naar de huiswerkopdrachten.

Aan het werk

Maken: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 154-155)

Maak de opdracht in je schrift.

Tijd: 10 min.

Klaar? Lezen of verder met een ander vak.

Huiswerk voor vandaag. Inleveren voor 18:00 uur.

Ik ben bereikbaar voor vragen, dus stel ze gerust.

Blijf ingelogd op LessonUp!

Lesdoel

Aan het eind van de les kun je hoofdletters, leestekens en aanhalingstekens correct gebruiken. 

s avonds vraagt henny zich vaak af is er vanavond iets leuks op tv

Wat vond je van deze les? Heb je feedback?

Morgen

Persoonsvorm in samengestelde zinnen correct spellen.

Quiz: Welk interpunctietype ben jij?