Marketing Lesbrief 2 Product/plaats

De P van product & plaats onderzoeken
Marketing
08:15 - 11:55

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

De P van product & plaats onderzoeken
Marketing
08:15 - 11:55

Slide 1 - Tekstslide

De les van vandaag
Onderwerp: P van Product/ P van plaats
1e uur: P van Product (lesbrief 2 taak 5)
2e uur: P van plaats (lesbrief 2 taak 4)
3e uur: Eigen onderzoek
4e uur: Eigen onderzoek

P van Plaats en P van Product moeten vandaag klaar.

Slide 2 - Tekstslide

De leerdoelen van vandaag
De leerling kan:
1. Het verschil tussen een product en dienst uitleggen.
2. De begrijpt de begrippen breed, smal, diep en ondiep assortiment.
3. De leerling kan uitleggen wat service betekent en hiervan voorbeelden geven van de eigen onderneming. 
4. De leerling kan A/B/C- en huismerken onderscheiden en benoemen.
5. Je kan voor jouw winkel omschrijven op wat voor locatie het zit. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een product? Wat is een dienst?
Noem ook het verschil tussen de twee.
Kan je ook beide verkopen?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Product en dienst
Product= tastbaar. Bijvoorbeeld een pen.

Dienst= NIET tastbaar. Bijvoorbeeld naar de kapper gaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Assortiment
Alle artikelen die een retailer verkoopt, noem je het assortiment. Het assortiment kun je verdelen in:
  • assortimentsgroepen
  • artikelgroepen
  • artikelsoorten
  • artikelen.

Zoek van alle bovenstaande begrippen een voorbeeld bij een supermarkt. Werk dit uit op een A3-papier. 

Hier krijg je 15 minuten de tijd voor. 

Slide 7 - Tekstslide

Lees tekstbron 46: dimensies van het assortiment.

Boomdigitaal.nl --> Marketing lesbrief 2 --> Product --> tekstbron lezen.
Schrijf de moeilijke woorden voor jezelf op. 
Hoe lang? 5 minuten.

Slide 8 - Tekstslide

Moeilijke woorden

Slide 9 - Open vraag

Voorbeeld
Zara winkel


Assortimentengroepen: Mannenkleren
Artikelgroepen: Shirts, broeken, sokken, overhemden en onderbroeken
Artikelsoorten: Shirts, verschillende kleuren shirts.  
Artikel: Groene shirt met het Zara logo maat L.

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Supermarkt 


Assortimentengroepen: Fruit
Artikelgroepen: Appels, bananen, ananas.  
Artikelsoorten:  Elstar, Jonagold, Jonagored, Cox, Groene appels
Artikel: Elstar Appels

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Dimensies Assortiment
1)  Breedte assortiment
2) Diepte assortiment
3) Lengte assortiment
4) Consistentie assortiment

Slide 13 - Tekstslide

Breedte assortiment
  • Het aantal verschillende productgroepen waaruit het assortiment bestaat. 
  • Hoe meer verschillende productgroepen, hoe breder het assortiment. 

Slide 14 - Tekstslide

De diepte van het assortiment
  • Aantal varianten dat je van een productgroep verkoopt.
  • Variatie in: maten, kleuren, smaken, modellen, prijsklassen en  merken.




Slide 15 - Tekstslide

De twee andere assortimenten
De lengte van het assortiment: Aantal artikelen op voorraad.
De consistentie van het assortiment: samenhang tussen de artikelen.

Voorbeeld:
Elektronicawinkel: Computers, Mobiel, beeld en geluid, games en films.

Decatlon: Sport, fietsen, kamperen


Slide 16 - Tekstslide

Groepen artikelen in het assortiment
Het kernassortiment: standaardartikelen. Wat de klant verwacht in de winkel.
Het randassortiment: Artikelen die winkeliers verkopen om extra winst te maken.

Complementaire of aanvullende artikelen: hoofdartikel completer maken

Follow-upartikelen: Artikel wat je nodig hebt voor het hoofdproduct. Toner voor de printer. 

Concurrerende artikelen: verschillende soorten merken. Samsung en Apple
Impulsartikelen: Snoeprek bij de kassa
Rage-artikelen: Een korte tijd zijn de rage-artikelen overal te koop, bv fidgetspinners. 

Slide 17 - Tekstslide

Dimensies van het assortiment 
Opdracht:
Wie? Buurman/vrouw
Wat? 
  • Geef een voorbeeld van een bedrijf met een breed assortiment.
  • Geef een voorbeeld van een bedrijf met een diep assortiment. 
  • Geef een voorbeeld van een bedrijf met een consistent assortiment. 
  • Geef een voorbeeld van een bedrijf met een niet-consistent assortiment. 

Slide 18 - Tekstslide




Breed of smal?
A
Smal
B
Breed

Slide 19 - Quizvraag

Breed of smal?
A
Breed
B
Smal

Slide 20 - Quizvraag

Diep of ondiep?
A
Diep
B
Ondiep

Slide 21 - Quizvraag

Wat voor assortiment?
A
breed en diep
B
smal en diep
C
breed en ondiep
D
smal en ondiep

Slide 22 - Quizvraag

A/B/C en huismerken 
Zoek het verschil op tussen deze vier soorten. 

Schrijf van alle vier één voorbeeld op.

5 minuten. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

En nu 1 van jullie!

Slide 25 - Tekstslide

Maken
Marketing - lesbrief 2 taak 5: Product.

Slide 26 - Tekstslide

Tijd voor een spel
Ga naar blooket.com

Slide 27 - Tekstslide

P van Plaats

Slide 28 - Tekstslide

Locaties
In elke stad zijn de vestigingsplaatsen voor winkels ingedeeld in:
A1-locaties
A2-locaties
B-locaties.

Slide 29 - Tekstslide

Maken
Lesbrief 2 Taak 4: p van product.

Slide 30 - Tekstslide

Nu aan de slag voor je onderzoek.

Opdracht krijgen jullie op papier. 

Slide 31 - Tekstslide

De leerdoelen van vandaag
De leerling kan:
1. Het verschil tussen een product en dienst uitleggen.
2. De begrijpt de begrippen breed, smal, diep en ondiep assortiment.
3. De leerling kan uitleggen wat service betekent en hiervan voorbeelden geven van de eigen onderneming. 
4. De leerling kan A/B/C- en huismerken onderscheiden en benoemen.
5. Je kan voor jouw winkel omschrijven op wat voor locatie het zit. 

Slide 32 - Tekstslide