8.2 Bloed stroomt les 2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


Par. 8.2 Bloed stroomt les 2

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen par 8.2 les 2
  • Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Je kunt de belangrijkste bloedvaten van je lichaam benoemen.
  • Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stoomt.
  • Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
  • Je kunt uitleggen hoe het hart klopt.
  • Je kunt omschrijven hoe een hartinfarct ontstaat en hoe verstoppingen van de bloedvaten behandeld worden.
  • Je kunt uitleggen hoe bloeddruk ontstaat en hoe je deze meet.

Slide 3 - Tekstslide

Namen van bloedvaten
Bloedvaten worden genoemd naar het orgaan waar ze naartoe of vanaf stromen
Uitzonderingen!
bovenste holle ader: vanaf armen, hals en hoofd
onderste holle ader: verzamelader vanaf romp en benen
aorta: grote slagader vanuit het hart, splitst in bijv. armslagader
poortader: ader tussen darmen, maag naar de lever

Slide 4 - Tekstslide

Poortader
- Verbindt de maag, dunnedarm en dikkedarm met de lever. 
- Voedingsstoffen, die vanuit het verteringsstelsel in het bloed terecht komen, worden via de poortader eerst richting de lever vervoerd. 
- Via de leverader komen de opgenomen voedingsstoffen pas in de bloedcirculatie terecht. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel: Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens benoemen en hun kenmerken beschrijven.
Slagaders:
Vervoeren bloed vanaf hart naar orgaan
Zuurstofrijk
Dikke gespierde wand 
Hoge bloeddruk

Aders: 
Vervoeren bloed van orgaan naar hart 
Zuurstofarm
Dunne wand, met kleppen
Lage bloeddruk
Haarvaten:
Vervoeren bloed door organen
Zeer dunne wand met kleine openingen
Opname van stoffen uit de cellen
Bloed stroomt langzaam
Liggen in organen en weefsels


Slide 6 - Tekstslide

Het hart

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De bloedsomloop
De weg die het bloed door het lichaam aflegt.

2 bloedsomlopen:

  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Slide 9 - Tekstslide

Je hart klopt
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:

1. De boezems knijpen samen en pompen het bloed naar de kamers.
2.De kamers knijpen samen en pompen het bloed naar de longslagader en de aorta.
3. Het hart neemt een pauze, waarin de boezems weer vollopen met bloed uit de aders.

Slide 10 - Tekstslide

Hartkleppen
Boezem en kamer gescheiden door hartkleppen.

In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen.

Kleppen zorgen ervoor dat het bloed niet terug stroomt.


Slide 11 - Tekstslide

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten. Dit noem je bloeddruk

Bovendruk: als de kamers samentrekken 
Onderdruk: tijdens de hartpauze 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Hartinfarct
Een hartinfarct wordt veroorzaakt door slagaderverkalking in de kransslagaders.

Gevolg: deel van de hartspier krijgt onvoldoende zuurstof en sterft af. 
Behandeling: dotteren of bypassoperatie.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 8.2
Maken: Par 8.2: opdr. 18 t/m 29 (21, 24 en 27 hoeft niet)


Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning

timer
8:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Leerdoelencheck: In de tekening hiernaast zie je een stukje van de bloedsomloop met de drie typen bloedvaten.
Hoe heten de bloedvaten 1, 2 en 3? 
1.
2.
3.
Ader
Slagader
Haarvaten

Slide 20 - Sleepvraag


1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 21 - Sleepvraag

Je kunt je hartslag meten bij je pols. Dit is een voorbeeld van een
A
aorta
B
slagader
C
ader
D
haarvat

Slide 22 - Quizvraag

In welke bloedvaten is de bloeddruk laag?
A
In haarvaten en aders
B
alleen in aders
C
alleen in haarvaten

Slide 23 - Quizvraag

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 24 - Quizvraag