Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Leesvaardigheid les 8 juni
Tekstverbanden & signaalwoorden
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Tekstverbanden & signaalwoorden
Slide 1 - Tekstslide
• Aan het einde van de les ken je vier verschillende soorten tekstverbanden:
- Chronologisch
- Opsommend
- Tegenstellend
- Toelichtend
• Aan het einde van de les weet je wat signaalwoorden zijn.
• Aan het einde van de les weet je welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen.
lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een tekstverband?
Tekstverbanden maken duidelijk wat worden, zinnen en alinea's met elkaar te maken hebben.
Deze tekstverbanden kun je herkennen aan bepaalde signaalwoorden
-> tekst beter begrijpen.
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg
Tegenstellend verband:
In een tegenstellend verband worden tegenovergestelde zaken genoemd.
Toelichtend verband:
In een toelichtend verband wordt extra informatie of uitleg gegeven bij een onderwerp.
Slide 4 - Tekstslide
Opsommend verband:
In een opsommend verband worden zaken achter elkaar genoemd.
Chronologisch verband:
In een chronologisch verband worden gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde beschreven.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tegenstellend verband:
maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ondanks, aan de ene kant... aan de andere kant
Toelichtend verband:
Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
Slide 6 - Tekstslide
Opsommend verband:
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook, verder, ten slotte, en, niet alleen... (maar)
Chronologisch verband:
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort. (Ook jaartallen en data)
Slide 7 - Tekstslide
Kernzin
= De belangrijkste zin van de alinea.
Een schrijver wil graag een boodschap aan de lezer meegeven.
Binnen een alinea is er vaak één belangrijke zin die wordt ondersteunt door voorbeelden en toelichtingen.
Dit is de kernzin.
Slide 8 - Tekstslide
Kernzin
De kernzin staat vaak op een vaste plek binnen een alinea:
- In de eerste zin (het vaakst)
- In de tweede zin
- In de laatste zin (meer als samenvatting of conclusie)
Soms is er geen kernzin, dan zijn alle zinnen belangrijk.
Slide 9 - Tekstslide
Kernzin
Slide 10 - Tekstslide
Kernzin
Slide 11 - Tekstslide
Tekstopbouw
-
Inleiding
(vaak één alinea)
Nieuwsgierig maken en/of onderwerp aankondigen.
- Middenstuk / kern
(meerdere alinea's)
Uitgebreide informatie vertellen over verschillende deelonderwerpen.
Slide 12 - Tekstslide
Tekstopbouw
- Slot
(vaak één alinea)
Tekst wordt afgerond, vaak in de vorm van een samenvatting of conclusie.
Een slot kan ook naar de inleiding verwijzen.
Let op: Niet elke tekst heeft een slot. Indien er nog nieuwe informatie wordt verteld, is dit geen slot.
Slide 13 - Tekstslide
'Intussen'
geef een ..... verband aan
A
Chronologisch
B
Toelichtend
C
Opsommend
D
Tegenstellend
Slide 14 - Quizvraag
'Bijvoorbeeld'
geef een ..... verband aan
A
Tegenstellend
B
Toelichtend
C
Opsommend
D
Chronologisch
Slide 15 - Quizvraag
'Aan de ene kant... aan de andere kant'
geef een ..... verband aan
A
Opsommend
B
Toelichtend
C
Chronologisch
D
Tegenstellend
Slide 16 - Quizvraag
In een ..... verband worden dingen achter elkaar genoemd.
A
Tegenstellend
B
Toelichtend
C
Opsommend
D
Chronologisch
Slide 17 - Quizvraag
'Maar'
geef een ..... verband aan
A
Toelichtend
B
Opsommend
C
Chronologisch
D
Tegenstellend
Slide 18 - Quizvraag
'Binnenkort'
geef een ..... verband aan
A
Chronologisch
B
Tegenstellend
C
Toelichtend
D
Opsommend
Slide 19 - Quizvraag
'Zoals'
geef een ..... verband aan
A
Tegenstellend
B
Toelichtend
C
Opsommend
D
Chronologisch
Slide 20 - Quizvraag
Opdracht:
Maak de oefentoets die ik in Magister met jullie gedeeld heb.
Klaar? Ga dan verder met
Opdracht 7 & 8 op bladzijde 309 en 310 in Nieuw Nederlands
Slide 21 - Tekstslide
Wat heb je geleerd?
Schrijf de 4 tekstverbanden op die je hebt geleerd. Noteer per tekstverband 2 signaalwoorden.
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Leesvaardigheid les 2
Februari 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
19-1 /2/3: Tekstverbanden en signaalwoorden 2
April 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
GYM 2 - Maandag 4-11
November 2019
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
TV2 Lezen blok 3
Januari 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H3 tekstverbanden
April 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Lezen (herhaling)
Mei 2020
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
les 18/6: tekstverbanden
Juni 2024
- Les met
13 slides
Mentorles
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
GYM 2 - Maandag 4-11
Oktober 2019
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2