module 5 les 6

• module
• MBO
• Studiejaar 1

Morgen en overmorgen observeren!

Spannend? 

Zorg vooral de je OBJECTIEF observeert!

Dus niet: Hij zit weer te klieren!

Maar wel: R praat door de meester heen.

Of: B gooit propjes naar zijn achterbuurman.

OBJECTIEF = alleen wat je ziet, niet wat je denkt.

Schrijf zoveel mogelijk op!

Dit formulier gebruik je donderdag!

Gedrag dat je regelmatig zag op donderdag vul je in in deze tabel. Op vrijdag ga je turven. Bv. elke 10 seconden.

Beschrijf jezelf! Wat doe je al best goed als meester of juf?

Beschrijf jezelf! Wat vind je nog best moeilijk als meester of juf?

Wat is sensitieve responsiviteit?

Wat wordt bedoeld met het begeleiden van interacties?

Gebruik het voorbeeldverslag!

Voor het uitwerken van de eerste vier stappen in je observatieverslag gebruik je het VOORBEELDverslag uit Teams als... eh... ja... VOORBEELD. Maar dan natuurlijk met jouw eigen casus (kind dat je observeert).

Volgende week verder met stap 5 etc. Het uitwerken van je observaties.