M1 SS7 Chapter 6 E, boekopdracht & SO1

Welcome ZM1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ZM1A
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond

Slide 1 - Tekstslide

PTO 4 - Week 3 - les 1
Today's mission:
  • Homework check
  • Revision

Slide 2 - Tekstslide

Proefwerk 4
NUMO: 3 uur
(half uur per week)
woordenboek ENG-NL

Slide 3 - Tekstslide

Today's mission
Revision for SO

Slide 4 - Tekstslide

When we compare things and something is bigger / faster / nicer, we use a: comparative
           big                 bigger

Slide 5 - Tekstslide

In order to form a comparative, you add -er to the adjective
 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller

Slide 6 - Tekstslide

A comparative is always followed by  than
This dog is smaller than that one.
smaller than

Slide 7 - Tekstslide

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........
A
old
B
older
C
olden
D
oldest

Slide 8 - Quizvraag

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 9 - Quizvraag

When we compare things and something is the best / nicest / biggest, we use a superlative
           big                 bigger                 biggest

Slide 10 - Tekstslide

To form a superlative, you add -est to an adjective 
fastest 
smallest
highest
               small       smaller    smallest

Slide 11 - Tekstslide

You always put the in front of a superlative
This is the smallest dog they have

Slide 12 - Tekstslide

He is ................. man in our village.
A
strongest than
B
stronger than
C
the strongest
D
the stronger

Slide 13 - Quizvraag

He has .......... car in our family.
A
faster than
B
the faster
C
fastest than
D
the fastest

Slide 14 - Quizvraag

3 exceptions:
words ending with -y:
ugly, lazy, early, heavy
comparive: uglier, earlier
superlative: ugliest, earliest
1

Slide 15 - Tekstslide

This dog is as ugly as that dog
This dog is hairier than that dog

Slide 16 - Tekstslide

2
Words ending in -e
 safe, nice, large
comparative: safer / nicer / larger
superlative: safest / nicest / largest

Slide 17 - Tekstslide

Words with one syllable
3
big , fat, hot
comparative: bigger / fatter
superlative: biggest / fattest

Slide 18 - Tekstslide

This is a nice cat. It's much ...............
.
my friend's cat
A
nicer than
B
niceer than
C
the nicest
D
the niceest

Slide 19 - Quizvraag

This joke was ....................
joke I've ever heard.
A
the funnyest
B
funnyer than
C
the funniest
D
funnier than

Slide 20 - Quizvraag

London is .............city in Europe.
A
largeer than
B
the largeest
C
larger than
D
the largest

Slide 21 - Quizvraag

You look ........... yesterday
A
the happyest
B
the happiest
C
happier than
D
happyer than

Slide 22 - Quizvraag

My dog is ............. than your pony
A
the bigest
B
the biggest
C
biger than
D
bigger than

Slide 23 - Quizvraag

Irregular comparatives / superlatives:


  • much/many - more - most
  • little/ few - less - least
  • bad - worse - worst
  • good - better - best

Slide 24 - Tekstslide

Long adjectives have different rules:
  • beautiful
  • intelligent
  • wonderful
  • famous
  • difficult

Slide 25 - Tekstslide

You just add more in front of the adjective to form a comparison:
  • more beautiful
  • more intelligent
  • more wonderful
  • more exciting

Slide 26 - Tekstslide

This dog is more beautiful
than that dog

Slide 27 - Tekstslide

You just add most in front of the adjective to form a superlative:
  • most beautiful
  • most intelligent
  • most wonderful
  • most exciting

Slide 28 - Tekstslide

This dog is more famous
than that dog

Slide 29 - Tekstslide

This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter

Slide 30 - Quizvraag

my sister has ...................
hobby in the world.
A
the most interesting
B
the more interestinger
C
the interestingest
D
the most interstingest

Slide 31 - Quizvraag

He is .......... teacher in the country.
A
the goodest
B
gooder than
C
the best
D
better than

Slide 32 - Quizvraag

Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 33 - Quizvraag

My cousin is ................his classmates
A
the most intelligent
B
the most intelligentest
C
more intelligent than
D
more intelligenter than

Slide 34 - Quizvraag

My life is ................. yours
A
more boring than
B
more boringer than
C
the most boring
D
the most boringest

Slide 35 - Quizvraag

joinmyquiz.com
comparatives

Slide 36 - Tekstslide

blooket
vocabulary chapter 6

Slide 37 - Tekstslide

Homework
Study:
chapter 6
Vocabulary A, B, C & D, p. 144/145
Grammar 16A & 16B, p. 147



Slide 38 - Tekstslide

PTO 4 - Week 3 - les 2
Today's mission:
  • SO
  • Numo Engels
  • Reading

Slide 39 - Tekstslide

SO in Testfox


Slide 40 - Tekstslide

Klaar? 

Dan werk je verder aan NUMO Engels.


Slide 41 - Tekstslide

Boekopdracht Engels

  • Een opdracht: een samenvatting (aan de hand van een paar vragen)
  • het boekje gaan we in de lessen lezen, thuis zelf nog een keertje lezen voor je de vragen gaat beantwoorden. 
  • Alle opdrachten worden in het Engels gemaakt
  • De samenvatting wordt tijdens een les op school gemaakt, je mag je boek erbij houden


Slide 42 - Tekstslide

Boek Engels

  • We lezen het op school, je leest het thuis voor de tweede keer
  • Maak iedere keer dat we lezen aantekeningen (op school of thuis) over het verhaal
  • zorg dat je het verhaal kent/begrijpt
  • zorg dat je de hoofdpersonen kent en dat je over iedereen iets kan zeggen/schrijven


Slide 43 - Tekstslide

Boek Engels: Sherlock Holmes & the Duke's son

Slide 44 - Tekstslide

Homework

Slide 45 - Tekstslide

PTO 4 - Week 3 - les 3
Today's mission:
  • SO bespreken
  • Reading

Slide 46 - Tekstslide